Bezige bij Walter Evenepoel wordt Roosdaals ereburger (deel 2)

Walter Evenepoel wordt in maart 70 jaar. Een aantal bestuursleden van de lokale erfgoedvereniging Rausa vond dit een passende aanleiding om Walter bij het gemeentebestuur voor te dragen voor het ereburgerschap. De gemeenteraad keurde de voordracht goed. Op 2 maart wordt Evenepoel gehuldigd op het gemeentehuis. Hier volgt het tweede en laatste deel van het gesprek.

Het bestuur van Rausa kon de criteria voor het ereburgerschap punt per punt afvinken. Geboren Pamelaar Evenepoel heeft er de voorbije halve eeuw heel wat opdrachten en projecten opzitten, vooral in de culturele sector. Wellicht is Walter het best gekend als frontman van folkgroep Arjaun. Behalve Arjaun had hij nog een aantal andere muzikale projecten, maar hij is ook auteur, verteller, dichter, illustrator, poppenspeler, producer, organisator en we kunnen nog even doorgaan. Dialect stond dikwijls centraal, zowel het Pamels als het Pajots. Pamel en het Pajottenland heeft hij in heel Vlaanderen uitgedragen, ook op Radio 2, en zelfs tot in Nederland. Wat weinigen weten, is dat Evenepoel ook schoolboeken schreef. We gingen bij Walter op bezoek. 

Met enkele van gelegenheidsprogramma’s met vertellingen en liedjes toerde je door de regio?

"Op z’n Pajots’ was een vertel- en liedjesprogramma dat ik vanuit Muziekmozaïek op poten zette dat we brachten, samen met lokale mensen, in zeven Pajotse gemeenten. In die streekprojecten heb ik in feite een hoop fantastische Pajotten leren kennen, zoals Richard Van Hamme, Jacqueline Smismans, Victor Decorte, Michel Matthijs, om er enkele te noemen. De lijst is eigenlijk lang. De avonden die we in cafés brachten waren georganiseerd door Pajottenland+ en die liepen over het Pajottenland en de Zennevallei. Daar werd me ook gevraagd om regelmatig mee te vertellen en te zingen. Ook daar kwam ik weer een aantal van deze mensen tegen. Daar was dan ook Ternattenaar Geo Raspé bij. Meer lokaal was de Roosdaalse revue die we hebben opgevoerd bij de opening van Het Koetshuis in Strijtem. We stonden met meer dan honderd Roosdaalse acteurs, dansers, zangers en muzikanten op het podium. Telkens stond het dialect centraal. Met het toenmalige Pajottenland+ heb ik nog toffe zaken uitgewerkt. Ik schreef mee aan het Pajots verhalen- en kookboek ‘Konijn met geuze’ en deed de redactie van ‘Wandelingen met een lokaal verhaal’, waarvan ik ook het verhaal van Roosdaal schreef.”

Foto hieronder: Walter met Stefan Timmermans en Frans Peetermans tijdens een Plezant Staminee. Lees verder onder de foto.

Jouw teksten met Pamelse en Pajotse verhalen bereikten ook de radio.

“Eigenlijk was Op z’n Pajots een gevolg van de ‘Academie van Brabantse Dialecten’, waar ik aan werkte met professor Johan Taeldeman van de universiteit van Gent. Aan die academie werkten ook Frans Peetermans, Lode Pletinckx en Herman Van Herreweghen mee. En de academie was een vervolg op mijn radiowerk. Radio 2 Vlaams-Brabant heeft gedurende een vijftal jaar cursiefjes uit de provincie uitgezonden. We waren met vier streekkenners die elk om beurt over de eigen regio vertelden. Een aantal Pamelaars en Pajotten kwamen aan bod, maar ook ‘histories’ over gebeurtenissen en kleine dingen vertelde ik. Soms wel met een ferme knipoog, dat maakte het plezant. Nadien zijn die teksten gebundeld in het boek ‘Het Pajottenland in stukjes’. Ook voor het tijdschrift ‘De Vlaamse Brabander’ schreef ik een twintigtal artikels. Welke onderwerpen? Bijdragen over De Gronckel, de Lebergbronnen hier in Pamel, het Zandtapijt in Hekelgem, de Meiboomplanting en er waren er nog een aantal.”

Foto hieronder: een aantal boeken van de hand van Walter. Lees verder onder de foto.

Nu we het over schrijven hebben, geen liedteksten maar theaterstukken. Ook daar was je mee bezig. En je schreef 30 jaar schoolboeken.

“Toen ik les gaf in Don Bosco in Halle schreef ik theaterstukken en musicals die we dan met de leerlingen opvoerden. Heel wat leerlingen hebben daar ontdekt dat toneel spelen een toffe bezigheid is, en ze zijn toneel blijven spelen. En die 30 jaar schoolboeken? Toen ik in Don Bosco startte als leerkracht leerde ik er onze dorpsgenoot Jan De Leeuw kennen. Jan was mijn pedagogisch verantwoordelijke in de school. Dank zij Jan kreeg ik de kans mij als leerkracht te ontwikkelen en boeken te schrijven voor het onderwijs. Mijn boek ‘Technologische opvoeding’ was vernieuwend in het VSO (vernieuwd secundair onderwijs). Het werd in vele scholen in Vlaanderen gebruikt. Ik ben verder blijven schrijven.. Gedurende 30 jaar heeft Standaard Uitgeverij educatief werk van mij uitgegeven.”

Behalve de cd’s van Arjaun heb je ook het project ‘Zoegezeid, zoegezoengen’ gecoördineerd.

“Dat was een project voor heel Vlaanderen. We brachten per provincie een cd uit met dialectliedjes. Op elke cd stonden folkgroepen en folkzangers zoals Wannes Van de Velde, Jan Dewilde, Filip Kowlier, Miel Cools, ’t Kliekske, samen meer dan 80 groepen en muzikanten. Maar we haalden ook gewone mensen uit hun zetel of, spreekwoordelijk, vanachter de toog om mee te doen. Zij zongen nog liedjes over dorpsgenoten en dat was nog in puur dialect. Ook hier heeft Wilfrid Moonen een belangrijke rol in gespeeld. En ook professor Taeldeman leverde fantastisch werk. Johan was een ‘crème van een vent’ waar ik vele mooie momenten mee heb samengewerkt en samen gezeten. Nadien is hij een boezemvriend geworden. Die cd-reeks heeft veel respons gekregen in de wetenschappelijk wereld. De UGent vroeg me mee voor een lezing tijdens de Grote Dialectendag. En de universiteit in Amsterdam gebruikte de 5 cd’s tijdens hun cursussen.”   

Foto hieronder: de voorstelling van de 'wandelingen met een lokaal verhaal'. Walter verzorgde het redactionele werk en schreef het verhaal over Roosdaal. Lees verder onder de foto.

Zijn er zo nog zaken waarvan weinigen weten dat je er bij betrokken was?

“Als leerkracht in Don Bosco schreef ik een monoloog over de figuur Don Bosco. Ik schreef ook nog teksten voor ‘Pamel bezet’ dat in juni 2022 plaats heeft gevonden. Het festival ‘Kunst in  de Luwte’, dat aan Het Koetshuis plaats vond, heb ik ook mee uitgewerkt en gecoördineerd.”

En dan hebben we het nog niet gehad over stangpoppen, tekenen en schilderen…

“Ja… (lacht nog even) Stangpoppen en er verhalen bij schrijven. De bekendste pop is wellicht de Dikken van Pamel. Tekenen en schilderen heb ik ook altijd graag gedaan. Maar ik vond er niet altijd de nodige tijd voor. Toen Francis Badts bij mij kwam om een stripverhaal over de Dikke te maken, heb ik niet getwijfeld. Ik vond het fijn het verhaal te mogen schrijven en de schetsen te maken. Nadien is dit verder afgewerkt door Julsdottir.” 

Foto hieronder: de voorstelling van het stripboek over de Dikke van Pamel. Lees verder onder de foto.

Toen je met pensioen ging, kreeg je meer tijd voor de erfgoedwerking Rausa.

“Daar ben ik vele uren mee bezig, maar ik beleef daar zo ongelooflijk veel plezier aan. We hebben een fantastische groep waar we ons erfgoed mee aanpakken en kunnen vereeuwigen. Vele handen verlichten het werk, is in deze zeker van toepassing. Ons tijdschrift versturen we digitaal naar 700 geïnteresseerden. Een vijftigtal lezers krijgt het op papier. We doen ook mee aan Erfgoeddag en Open Monumentendag. En regelmatig brengen we een boek uit.”

Waarom ben je daar allemaal mee bezig geweest?

“Och… tja… Eigenlijk drie zaken. Ik heb een grondige hekel aan slapen. Als ze mij vragen of ik een ochtend-, avond- of nachtmens ben? Dan ben ik op al die momenten van de dag wel met iets bezig. Ik heb voldoende aan zes uur slaap per nacht. En als mensen me iets komen vragen, dan kan ik heel moeilijk ‘neen’ zeggen. Tot slot: ik heb een ongelooflijk fantastische vrouw die me de kans gunde me onder te dompelen in al die zaken. En daarenboven was ze bereid om aan een aantal dingen mee te werken. Da’s altijd heel belangrijk geweest.”

Je wordt 70. Staan er nog zaken op je afvinklijstje?   

“Niet echt nieuwe dingen, maar blijven voortdoen met wat ik bezig ben. Dan gaat het om Rausa, optredens met Arjaun, met PajotDrie, samen met Eddy Peremans en Jan Maris of het programma ‘Na u mevrouw’. Er is ook nog mijn samenwerking met dichter Ivo Van Strijtem, het programma onder de naam ‘De lieve ondeugd’. En ik hoop, tegen de dag dat ik 75 wordt, dat ik de roman rond Pamelaar Sus Barbé, de fietsenmaker en speciale dorpsfiguur, kan afwerken.”

Wil je hier nog iets aan toevoegen?

“Wel, ik vind het een hele eer om in dit dorp rond te lopen. Iedereen spreekt mij aan en slaat een babbeltje. Ik voel me helemaal thuis in mijn dorp en in ’t Pajottenland.”

Bedankt voor de fijne babbel Walter, en nog eens proficiat!

Lees deel 1 van het interview: Bezige bij Walter Evenepoel wordt Roosdaals ereburger (deel 1) | Persinfo

 


Nieuws melden Adverteren op Persinfo?