Bezige bij Walter Evenepoel wordt Roosdaals ereburger (deel 1)

Walter Evenepoel wordt in maart 70 jaar. Een aantal bestuursleden van de lokale erfgoedvereniging Rausa vond dit een passende aanleiding om Walter bij het gemeentebestuur voor te dragen voor het ereburgerschap. De gemeenteraad keurde de voordracht goed. Op 2 maart wordt Evenepoel gehuldigd op het gemeentehuis. Vandaag het eerste deel van dit gesprek.

Het bestuur van Rausa kon de criteria voor het ereburgerschap punt per punt afvinken. Geboren Pamelaar Evenepoel heeft er de voorbije halve eeuw heel wat opdrachten en projecten opzitten, vooral in de culturele sector. Wellicht is Walter het best gekend als frontman van folkgroep Arjaun. Behalve Arjaun had hij nog een aantal andere muzikale projecten, maar hij is ook auteur, verteller, dichter, illustrator, poppenspeler, producer, organisator en we kunnen nog even doorgaan. Dialect stond dikwijls centraal, zowel het Pamels als het Pajots. Pamel en het Pajottenland heeft hij in heel Vlaanderen uitgedragen, ook op Radio 2, en zelfs tot in Nederland. Wat weinigen weten, is dat Evenepoel ook schoolboeken schreef. We gingen bij Walter op gesprek. 

Dag Walter, we zijn niet verrast dat jij ereburger van Roosdaal wordt. Gefeliciteerd! Vind jij dit een fijne erkenning?

Walter Evenepoel: “Enkele mensen van het bestuur van Erfgoed Rausa hebben me daar voorzichtig over gepolst. Ze waren aan het vissen of ik had bijgehouden waaraan ik allemaal heb gewerkt. Dat konden ze gebruiken om de voordracht in te dienen. Van nature uit ben ik nogal ‘archivaris’ ingesteld. Ik lijst al meer dan 40 jaar bijna alles op. Ook onze moeder Cathérine hield heel veel bij. Ik heb die lijst eens uitgerold en was zelf verwonderd wat er allemaal in stond. Je houdt niet alles in je geheugen bij hé (lacht). Daarnaast heb ik ook nog een soort dagboek, waarin ik regelmatig toffe dingen neerpende. Maar, al die zaken waar ik mee bezig was, heb ik niet gedaan om een titel te bekomen. Het is wel fijn dat dit wordt geapprecieerd.”

Wat zijn de zaken waarvan je nu zegt “Daar denk ik echt nog met plezier aan terug”.

“Dat zijn er enkele. Hier in Pamel vormt het Davidsfonds eigenlijk de rode draad. In de jaren tachtig waren er echt momenten van ‘bloed, zweet en tranen’. In 1983 vroeg men mij om voorzitter te worden. Ik heb dat voorzitterschap met volle goesting aanvaard. Op mijn vraag is toen ingevoerd dat een voorzitter maar acht jaar voorzitter kon zijn. Ik ben dus gebleven tot 1991. Samen met de hele bestuursploeg van het Davidsfonds hebben we veel mensen warm kunnen maken voor cultuur en onze afdeling uitgebouwd tot een van de koplopers in Vlaanderen. Het klapstuk waar ik nu nog fier op ben en met veel voldoening aan terugdenk, is het feest rond de Dikke van Pamel in 1985.”

Foto hieronder: Walter met de stangpop en het stripboek over de Dikke van Pamel. Lees verder onder de foto.

Dat is wellicht het grootste volksfeest in Pamel geweest.

  “Bij het einde van de Tweede Wereldoorlog is er overal gevierd, maar los daarvan was de Dikke Van Pamelherdenking het evenement met de grootste betrokkenheid van ons dorp en waar de grootste groep mensen is op afgekomen. Honderden Pamelaars, maar ook inwoners uit de andere Roosdaalse dorpen hebben meegedaan. Ik heb onder meer het wagenspel geschreven, en dan begon het grote werk. Uren en dagen ben ik op de baan geweest. Medewerkers zoeken om de wagens te maken, figuranten werven, vrijwilligers die de kleding helpen maken, noem maar op. Het was een heel zware periode, maar een heel mooie beleving rond onze bekendste dorpsfiguur. Het doel was een eenmalig groot feest met opvoeringen. Nadien hebben een aantal mensen nog ‘de Dikke Roosdaalse Feesten’ georganiseerd, maar het was niet vanzelfsprekend om zo’n evenement jaarlijks op touw te zetten.”

Arjaun is het project waar je al het langst mee bezig bent, en wellicht het meeste tijd aan hebt gespendeerd.

“In 1981 ben ik met mijn broer Dirk met Arjaun gestart. Volkse muziek over volkse thema’s uit ons dorp, maar ook uit heel het Pajottenland, liedjes in ons eigen dialect. Kort nadien is Stefan Timmermans er bijgekomen. In 2001 volgde Etienne Wauters en nog iets later Dirk Van Lierde. Toen Stefan Timmermans naar Spanje verhuisde is Bart Praet in de plaats gekomen. In al die jaren hebben we meer dan 2.000 optredens op de teller, vooral in het Pajottenland en in Vlaanderen, maar ook in Nederland, Duitsland, zelfs tot in Italië. Met Arjaun brachten we ook vier cd’s uit.”

Foto hieronder: de vijf leden van Arjaun. (foto Jan De Mont) Lees verder onder de foto.

Door Arjaun ben je bijna automatisch de folkwereld ingerold.

“Zo kan je het wel stellen. Het begon met de Pajottenvolksfeesten die Herman Dewit met de Sint-Maartensgilde in Kester organiseerde. Zo ben ik beginnen tekenen voor ‘Goe Follek’, het tijdschrift voor de volksmuziek. De volgende stap was de redactie van het tijdschrift. Er was een rubriek waar bekende Vlamingen, die een link hadden met folk, werden geïnterviewd. Ik zat zo onder meer aan tafel met Lucas Van den Eynde, Johan Heldenbergh en een hele groep andere bekende mensen. Bij Muziekmozaïek, het impulscentrum voor folk en jazz, deed ik nog een aantal andere opdrachten. Van 1995 tot 2002 was er Feestival. Een van mijn taken bestond er in om de muziekgroepen te contacteren en de organisatie van de vrijwilligers te coördineren. Het was de eerste jaren nog de periode waar de contacten per brief of via telefoon verliepen. Het was niet zo evident om groepen in bijvoorbeeld Estland, Finland of Ierland te contacteren. Maar ik heb er vele goede herinneringen en goede contacten aan over gehouden. Van de landen die op de affiche van Feestival stonden, werd de ambassadeur en een aantal culturele medewerkers uitgenodigd. Zo hield ik een goed contact over aan de kennismaking met de ambassadeur van Finland. Hij nodigde ons uit op zijn afscheidsreceptie toen hij terugkeerde naar zijn geboorteland.”

Foto hieronder: muzikaal werk waar Walter aan meewerkte. Lees verder onder de foto.

Jouw muziek is meer dan Arjaun, er waren nog projecten.

“Er zijn er inderdaad nog. Zaken die ik opstartte, zoals het programma ‘Sporen’ dat ik uitwerkte met Wilfrid Moonen, een dierbare vriend die ons veel te vroeg verlaten heeft. Wilfrid verstond als geen ander hoe mijn tekst moest klinken. De eerste liedjes die we samen maakten dateren uit 1993. We trokken er mee rond vanaf 1997 en in 2000 volgde de cd. Met twee melodieën hebben we in Blankenberge de Sabamwedstrijd voor het  ‘nieuwe visserslied’ gewonnen.  Momenteel doe ik een gelijkaardig programma met mijn schoonzoon Wouter Struelens onder de naam ‘Na u mevrouw’. “

Schreef je ook liedjesteksten voor anderen?

“Ik denk dat ik om en bij de 300 liedjesteksten heb geschreven, niet alleen voor Arjaun en onze eigen optredens, maar ook voor andere artiesten. Daarbij was ook mijn zeer goede vriend Miel Cools. En dan heb ik, ruw geschat, een 150 liedjes of teksten geschreven voor gelegenheidsprogramma’s zoals Op z’n Pajots, de Plezante staminees en de Week van de volkscafés, voor jubilea of voor mensen die met pensioen gingen.”

Morgen brengen we het tweede deel van dit interview.

Lees deel 2 van het interview: Bezige bij Walter Evenepoel wordt Roosdaals ereburger(deel 2) | Persinfo

Foto's hieronder: 1: Arjaun treedt op tijdens het Bruegels Fietsfeest 2019 bij Brouwerij Lindemans. 2: De Arjaun-leden Walter, Bart en Dirk tijdens Reveil 2022, waar ook Rausa jaarlijks aan meewerkt.


Nieuws melden Adverteren op Persinfo?