SINT-PIETERS-LEEUW – Het Brussels parket gaat niet in beroep tegen het vonnis waarbij de correctionele rechtbank zich onbevoegd verklaarde om te oordelen over een inbreker die op zijn 18e verjaardag zijn slag zou hebben geslagen. De rechter deed dat omdat hij niet kon vaststellen of de jongen al dan niet minder- of meerderjarig was op het moment van de inbraak omdat het geboortecertificaat van de tiener geen uur van geboorte vermeldde.
De inbraak waaraan de beklaagde zich zou hebben schuldig gemaakt, werd ontdekt op 5 april vorig jaar. De politie ontdekte de afdruk van de handpalm van de inbreker en kon de vermoedelijke dader identificeren. Het bleek om een 18-jarige Chileen te gaan, die werd geboren op 4 april 1994. Uit het onderzoek bleek dat de inbraak zich kon hebben voorgedaan op 4 april, op de 18e verjaardag van de verdachte.
De rechter vroeg daarop het geboortecertificaat op van de Chileense tiener om na te gaan wanneer hij exact geboren was. Het certificaat vermeldde geen uur van geboorte, waarna de rechter oordeelde dat hij niet met zekerheid kon zeggen of de verdachte meerderjarig was op het moment van de inbraak. Hij verklaarde zich onbevoegd en de Chileense beklaagde, die verstek had laten gaan, kwam ongestraft weg.
Het Brussels parket kon beroep aantekenen tegen het vonnis, maar zal dat niet doen. “De twijfel over de leeftijd van de verdachte speelt in zijn voordeel”, zegt parketwoordvoerder Gilles Blondeau. Het jeugdparket kan de jongen eventueel nog vervolgen als een minderjarige, maar of het zover komt is nog niet duidelijk. Het non bis in idem-principe in de rechtsleer zegt immers dat een persoon geen twee keer kan worden gestraft voor hetzelfde feit. Het jeugdparket onderzoekt nu of dat principe in deze zaak van toepassing is.