Is een Ruimtelijke Scan Dilbeek-Lennik nog nuttig?

Het ontwerpbureau Creosum werkt, in opdracht van het Provinciebestuur Vlaams-Brabant, aan een ruimtelijke scan voor de open en bebouwde ruimte van de gemeenten Dilbeek en Lennik. Daarvan is de eerste stap, de opmaak van een betekenisvol ruimtelijk kader, afgerond. Omdat we hierover nergens duidelijke informatie vonden, staken we ons licht op. Er doen geregeld  geruchten de ronde over bouwpromotoren die koortsig op zoek zijn naar plaatsen waar ze nieuwe bouwprojecten kunnen realiseren maar ook over mogelijke fusieplannen tussen beide gemeenten, naar aanleiding van politieke uitspraken in het verleden.

We lezen op de facebookpagina van Creosum dat stap één van hun onderzoek is afgerond, namelijk de opmaak van een betekenisvol ruimtelijk kader. “Een hypothetisch en theoretisch kader waarbij er vooral gestreefd wordt naar een contramal voor een robuuste nederzettingsstructuur, klaar voor toekomstige uitdagingen allerlei! In een volgende stap zal dit kader verder verfijnd en uitgepuurd worden door middel van gedetailleerd ontwerpend onderzoek.”

Omdat beide gemeenten in het verleden al beleidskaders vast legden om om te gaan met de hoge bouwdruk roept een dergelijke studie vragen op. We schreven daarover de Lennikse en Dilbeekse burgemeesters en schepenen van ruimtelijke ordening aan.

Vaststellingen

Dilbeek en nadien Lennik kenden een sterke verharding in hun kernen, met de ontwikkeling van meergezinswoningen en appartementsgebouwen. De voorbije jaren zijn er honderden woongelegenheden bijgekomen, met een hele resem nieuwe appartementsgebouwen in Sint-Kwintens- en St-Martens-Lennik. Daar staan er nog (grotere) projecten op stapel in 2024, met onder meer terrein gronckelhuis, oude stoomtramremise, die zou verkocht worden, gebouwen Rode Kruis Kroonstraat, Krommestraat (51 woongelegenheden en ruimtes voor vrije beroepen), sociale wijk Sint-Elooi, Markt Lennik, Fithuis Kroonstraat, Schoolstraat, enz. Tegelijkertijd kent Lennik de voorbije jaren een negatieve autonome bevolkingsgroei. Het is ook een vaststelling dat de meeste appartementen die gebouwd worden, onmiddellijk na de oplevering/verkoop als huurappartement op de markt komen.

En dat maakt dat Lennik bij de top 4 gemeenten hoort in Vlaams-Brabant die de grootste instroom van nieuwe bewoners kent. Lennik doet z'n bestuurskrachtmeting los van de andere gemeenten in het Pajottenland.

Creosum, een ontwerpbureau met een doorgedreven expertise in ontwerpend onderzoek voor masterplannen, stedenbouwkundige studies, RUP's, voert momenteel een studie uit, gelijktijdig voor Lennik en Dilbeek, nl een ruimtelijke scan voor de open en bebouwde ruimte van de gemeenten Dilbeek en Lennik. In een eerste ruimtelijke kaart van Creosum lijken Woonuitbreidingsbieden en woonreserveuitbreidingsgebieden in Lennik al ingedeeld in de gebieden met juridisch harde bestemming, met blijkbaar een verdere verharding als gevolg.

Waarom gebeurt die ruimtelijke scan door Creosum van het gebied Lennik en Dilbeek samen? Wat is hier de opportuniteit? Wat is de meerwaarde voor Lennik en voor Dilbeek?

De ruimtelijke scan door Creosum: analyseert die ook de mogelijke verdeling van de woonbehoefte tussen Lennik en Dilbeek? In welke mate is Lennik bereid woonbehoefte van Dilbeek in te vullen? En waar ziet ze de woonbehoefte concreet ingevuld? Is dit een eerste aanzet tot latere fusie? In welke mate is het bestuur daar nu al bij betrokken? Wat is de meerwaarde van een groeiend inwoneraantal voor de Lennikenaar zelf?

Dilbeek

De Dilbeekse schepen Openbare Ruimte en Woonbeleid Stijn Quabegeur stelt dat Dilbeek sinds een aantal jaren een duidelijk beleidskader heeft om om te gaan met de hoge bouwdruk in Dilbeek, met name het Dilbeeks bouwkompas (www.dilbeek.be/bouwkompas).  Dit kompas bestaat uit 4 componenten waarvan de belangrijkste de verordening woonkwaliteit en het woonomgevingsplan zijn. Zij geven respectievelijk antwoord op de vragen aan welke normen nieuwbouwwoningen (en in het bijzonder meergezinswoningen) moeten voldoen en anderzijds het woonomgevingsplan die bepaalt waar welke type woning kan gebouwd worden (in woongebied) (éénsgezinswoningen versus meergezinswoningen).

Dit is en blijft onze leidraad. Beiden werden ook goedgekeurd door de provincie. Een studie van en betaald door de provincie zal daar dus geen verandering in brengen. Dilbeek keurde bovendien enkele jaren geleden het RUP Open Ruimte  goed waardoor oa 50 hectare woonreservegebied definitief werd herbestemd naar een groene of landbouwbestemming. In Dilbeek zijn er bijgevolg geen woonreservegebieden meer.

Het gegeven dat er een studie is voor de grondgebieden Lennik en Dilbeek heeft niets te maken met fusie-intenties. Ik denk dat beide gemeenten hiervoor niet naar elkaar kijken.”

Op de vraag waarom de provincie een studie financiert waar de gemeente toch geen rekening mee zal houden, antwoordt de schepen: “Dat is een goede vraag.”

Lennik

Schepen van Ruimtelijke Ordening Hendrik Schoukens: “Ik kan u meedelen dat deze 'ruimtelijke scan', die wordt begeleid door de Provincie Vlaams-Brabant, in géén geval enig uitstaans heeft met een fusieoperatie. Dat zullen de Dilbeekse collega's ook kunnen bevestigen. De start hiervan gaat immers terug tot eind 2020, toen we op de gemeenteraad het RUP 'Bouw- en woonlagen' voor centrum Lennik goedkeurden.

Lennik is nog altijd de enige Pajotse gemeente met duidelijke en bindende kaders voor bebouwing in de dorpskern, de aangrenzende woonreservegebieden bevroren (wat ondertussen door decreet Vlaams Parlement uit mei 2023 is bekrachtigd) en een studie-opdracht aanvatten om na te gaan hoe we op langere termijn met de druk op onze open ruimte konden omspringen. Daarbij wordt gekeken naar klimaatverandering, biodiversiteit en demografische evoluties. Dat is wat men mag verwachten van een vooruitziend bestuur: kijken welke de uitdagingen de toekomstige generaties te wachten staan, ook op ruimtelijk vlak. Die beslissing is in volle transparantie genomen op de gemeenteraad, eind december 2020.

De studie loopt nog, is in de GECORO herhaaldelijk toegelicht (er zitten overigens twee leden van GECORO Lennik en Dilbeek in de stuurgroep) en zal in de herfst landen. Het is een studie, géén bindende ruimtelijke visie of plan.

Nu ook in Dilbeek destijds een gelijkaardige vraag destijds speelde en de gemeenten aan mekaar grenzen, werd vanuit de provincie besloten om deze studie voor de beide gemeenten te bundelen.”

Waarom steekt de provincie dan geld in een studie die geen zin heeft want alles is toch al vast gelegd door de gemeenten?

Schoukens: “Omdat ze de provincie de mogelijkheid biedt de vinger aan de pols te houden bij de gemeenten. De studie zal overigens ook aanbevelingen bevatten voor de Vlaamse en provinciale overheid. Want er blijkt dat landelijke gemeenten niet steeds de nodige instrumenten bezitten om de open ruimte op een betaalbare (!) wijze te beschermen. Hoe om te springen met overstromingsrisico's? Adaptatie? Mitigatie? Grondenruil? Er heerst nog heel wat onduidelijkheid.”

 “De kaart van Creosum - uit 2022 - was een kaart die abstractie maakte van gewestplan en goedgekeurde rup's, maar enkel focuste op enkele neerslagscenario’s in functie van klimaatprognoses. Het is soms waardevol zo'n theoretische oefeningen te maken, nu ze tot denken aanzetten. Het vermijdt dat we blijven hangen in een vicieuze cirkel, al zijn de oplossingen uiteraard niet altijd even eenvoudig, uiteraard. We hebben ondertussen wel de bestaande rup's en GR-besluiten omtrent woonreservegebieden aan het bureau meegedeeld. Het zou interessant zijn indien ze zich ook hierover buigen. Maar de studie is nog niet afgerond.”

“Verder proberen we de komende jaren bindende ruimtelijke kaders voor Eizeringen en omgeving Sint-Martens (Moensveld en vallei) vast te stellen via de geëigende RUP-procedures, met de nodige inspraakmomenten (Eizeringen: reeds voorbij , Moensveld: nog één info-moment, dat nu loopt, en in de toekomst nog 1). Ook de overige 2 RUP's bevatten duidelijke regels voor de kern van Lennik en zonevreemde woningen in natuurgebied”, aldus de schepen.


Nieuws melden Adverteren op Persinfo?