“Hobbelig parcours tijdens opbouw dossier Landschapspark deed landbouwsector afhaken”

Onder de titel ‘Voor u uitgespit’ gaan we bij Persinfo een aantal kwesties uit de regio van naderbij bekijken. We starten met het Boerenlandschap Pajottenland. U kon het inleidend artikel en een aantal andere bijdragen rond dit thema eerder deze week lezen. We vroegen reacties aan de burgemeesters van de zeven gemeenten, aan de betrokken streek- en middenveldorganisaties en een aantal Pajotten die de regio al jaren een warm hart toedragen. In deze bijdrage vertellen de Pajotse landbouwers waarom zij een landschapspark niet zien zitten. “Van bij de eerste vergaderingen liep het fout en niemand heeft het dossier nog kunnen rechttrekken. Decreet en uitvoeringsbesluit over de Vlaamse Parken kwamen te laat en er was dus geen gefundeerde regelgeving om ons op te baseren. En de vrees bestaat dat er bijkomende maatregelen zullen worden opgelegd eens het Landschapspark operationeel zal zijn”, vertelt Axel Devoghel van POL.

Dag Axel, je bent een Gooikse landbouwer en lid van POL. Vertel ons eens voor wie en wat ‘POL’ staat.

Axel Devoghel: “POL staat voor ‘Pajotse overleggroep landbouw’. Een twintigtal landbouwers maakt er deel van uit. Ze komen uit elke gemeente die betrokken is bij het grondgebied van het Landschapspark. De meeste van deze bedrijfsvoerders staan open voor verbreding. Het zijn Pajotten die buiten komen en ook in andere organisaties zitten. Zij weten dat je met je omgeving en met de plaatselijke gemeenschap afspraken moet maken. We hebben intussen al een aantal vergaderingen achter de rug en de groep is naar mekaar toegegroeid. Het is een goede basis om als collega’s toekomstige uitdagingen samen te bespreken en aan te pakken.”

Waarom zien jullie het Boerenlandschap Pajottenland niet zitten?

“Daar zijn meerdere redenen voor. Laat me beginnen met twee grote pijnpunten die we kunnen opnoemen. Ten eerste is er het juridische kader, dat te laat is uitgewerkt. En ten tweede: de begeleiding van het studiebureau dat het traject voor Boerenlandschap Pajottenland moest uitwerken, was naar ons gevoel ondermaats. Er blijven zoveel onduidelijkheden. Je moet ook weten dat voor onze sector al veel regelgeving is uitgewerkt en dat de overheden blijven spreken over nieuwe regels.”  

lees verder onder de foto.

Dat het moeilijk is om een plan op te stellen als je geen juridisch kader hebt, die redenering kan iedereen volgen. Dan weet je dus ook niet wat er op je afkomt?

“Dit is het net. Eind maart 2023 werd het decreet op de Vlaamse Parken goedgekeurd en op 28 april 2023 het besluit tot uitvoering. En op 31 mei moet het finale dossier worden ingediend bij de Vlaamse Overheid. Die korte tijdspanne laat niet toe om met alle betrokkenen nog enkele overlegrondes te houden. Je kan wel zeggen dat de opbouw van het master- en actieplan al een jaar aan de gang is. Maar… Het studiebureau dat werd aangesteld, is een jaar geleden begonnen met een leeg blad. Er lag geen basisvoorstel op tafel. Het was een lege doos. Hun eerste vraag was: ‘Wat wensen jullie in het landschapspark?’ Die medewerkers van de eerste maanden zijn vertrokken en pas nadien kwam er bij het studiebureau een nieuwe medewerker die de spreekwoordelijke koe bij de horens vatte. Toen werd alles concreter. Ook de provincie is bijgesprongen. Maar het parcours was zo hobbelig, dat het vertrouwen zoek was. Dat vertrouwen is niet meer hersteld geraakt en in feite blijft de landbouwsector met een lege doos achter.”

Er is meer met jullie sector overlegd dan met de andere economische plattelandssectoren. En jullie hadden een 24-puntenplan. Die eisen zijn dus niet of maar deels ingewilligd. Want anders hadden jullie ‘ja’ gezegd ?

“We hebben met de POL enkele keren overleg gehad met de dossiermakers, maar moesten ook terugkoppelen naar de gemeentelijke landbouwraden en naar de andere boeren. Tijdens die overlegmomenten voelden we aan dat we zelf met input moesten komen zodat het voor de dossiermakers duidelijk was welke punten voor de landbouwers belangrijk zijn. Zo realiseerden we het 24-puntenplan en bezorgden we dit aan het studiebureau. Tot op vandaag is er onvoldoende tegemoet gekomen aan deze werkpunten. En daarom kunnen we niet akkoord gaan met het verdere verloop van het dossier. Eén van onze punten was dat er bij de oprichting van het parkbureau twee derde vertegenwoordigers uit de landbouwsector zetelen in het parkbureau, vermits we 80% van het landschap vertegenwoordigen. Landbouwers die er in zetelen, zouden ook recht moeten hebben op een vergoeding. De landbouwsector is de belangrijkste sector die uit het Pajotse landschap haar inkomsten haalt. Als je rekening houdt met het feit dat in onze sector veel bedrijven het financieel niet makkelijk hebben, en dat er de voorbije jaren veel nieuwe regelgeving op ons is afgekomen, dan snap ik ook dat boeren zeer attent zijn op wat er wordt verteld. En dat ze snel gaan denken aan minder positieve scenario’s voor hun bedrijf. De timing voor Boerenlandschap Pajottenland valt ook slecht. Het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid vanuit Europa komt op ons af. Het nieuwe Mestactieplan 7 en bijkomende aanpak van stikstof (PAS) staan op het programma. Waar onze sector steeds meer mee worstelt, dat is de administratie. Die wordt steeds meer tijdrovend. Onze sector innoveert veel meer dan andere sectoren, omdat er steeds nieuwe regels bijkomen en omdat de levenszekerheid van vele bedrijven niet evident is. Voor boeren voelt dit steeds meer aan alsof ze in een hoekje worden gezet. Enkele van onze landbouwers hebben die vermeld omdat ze voelen dat ze stilaan in dat spreekwoordelijke hoekje terecht komen. Het is een stuk frustratie door gebrek aan respect voor de landbouw.”

Een van die punten was de vraag naar versoepeling van de mestwetgeving en bemestingsnormen in het Landschapspark Boerenlandschap Pajottenland.

“Hiervoor moeten we de stand van zaken in het Pajottenland meegeven. De kwaliteit van het grondwater is hier goed. Er is geen stikstofprobleem. En eigenlijk is de vraag dat de boeren hier kunnen verder werken zoals ze momenteel bezig zijn. En dat het Landschapspark, als nieuw gegeven, geen bijkomende verplichtingen gaat opleggen. Boeren vragen ook meer rechtszekerheid in een zone rond het landbouwbedrijf. De boer wenst dat zijn koeien rond de boerderij in de wei kunnen blijven, en dat er geen regels komen vanuit het parkenbeleid die dit aanpassen. Dat heeft ook met ecologie te maken. De boer die rond zijn hoeve werkt, legt minder afstanden af, stoot minder vervuiling uit en heeft meer tijd om andere zaken te doen. Hij is ten slotte een economische speler. Eigenlijk is de vraag dat het Landschapspark het vigerende vergunningenbeleid niet verstrengt. Vooral veehouders zijn daarover ongerust” .  

Jullie vragen dat nieuwe inwoners die in het buitengebied komen wonen respect hebben voor de landbouwer. Iedereen moet respect tonen voor anderen. Er bestaan ook wetten. We weten dat bezoekers wel eens afval durven achterlaten. Is dat geen groter knelpunt?

“Tijdens corona werd er veel gewandeld. Recreanten houden niet altijd rekening met de regels. Akkoord dat het buitengebied aan elke sector kansen moet bieden. Maar met corona zagen we vooral mensen uit de stad die echt geen voeling hadden met het platteland. Een aantal boeren vindt dat het geen doel kan zijn om die mensen hier te laten recreëren. Als er een Landschapspark komt, is er de vrees aan een overvloed van toeristen. Als boer met je machines tussen mensen bewegen, die het landbouwleven niet kennen, is niet evident. Soms breekt het koud zweet je uit als je een groep wandelaars voorbij moet rijden. Omdat de machines groot zijn en die mensen niet altijd attent zijn. Onze sector is wel voor verbreding, maar met mate, zoals kansen voor hoevetoerisme en thuisverkoop. Al zijn gecentraliseerde punten voor verkoop van hoeve- en streekproducten beter dan elke boer afzonderlijk op zijn erf. Een Landschapspark zou ook kansen voor agrobeheer kunnen meebrengen. Bebossing en kleine landschapselementen die boeren kunnen onderhouden en er voor vergoed worden. Maar als we kleine landschapselementen aanplanten en tot de conclusie komen dat er geen rendement is, dan moeten we deze opnieuw kunnen verwijderen en opbrengstteelten kunnen aanbrengen. Het zijn onze percelen en jaarlijks betalen we er grondbelasting op.”

Lees verder onder de foto.

Jullie kennen de huidige regels rond stikstof en mest, en andere domeinen. Wat betreft de Vlaamse parken is er volgens de landbouwers te weinig bekend over de toekomst. Denken jullie dat landbouw in het Pajottenland kan stoppen door de streek als parkgebied te laten erkennen?

“Uiteraard kunnen we niet in een glazen bol kijken. Maar waarover kunnen we nog zeker zijn? Ten oosten van onze regio komt er wellicht het Nationale Park Brabantse Wouden. Ten Westen kan er het Landschapspark Vlaamse Ardennen komen. Wie gaat ons garanderen dat het Pajottenland over een aantal jaren niet zal dienen als corridor tussen die twee regio’s? Voor ons is het belangrijk dat het huidig aantal hectaren landbouwgrond behouden blijft. Ook weeral omdat elke landbouwer met zijn bedrijf wil overleven. Want er was nog een punt waardoor onze monden open vielen tijdens de laatste vergadering met de werkgroep. Er werd plots een heel andere regio-invulling in beeld gebracht. Een Landschapspark dient minstens 15 procent natuur te omvatten. In het begin van de overlegrondes kwamen we in het Pajottenland aan 13 procent. Volgens het studiebureau moesten we ons geen zorgen maken. Dit zou worden aangekaart bij de Vlaamse Overheid. Bij ons laatste overleg haalde het Boerenlandschap Pajottenland plots 15 procent. Daarvoor zou er een stuk grondgebied van Liedekerke en Ternat bijkomen, en ook het bos aan Park Terrijst zou worden meegenomen. Ja, als je dit op het einde van het traject plots ziet opdoemen, dan blijven er meer vragen dan antwoorden. Van die laatste inbreng hebben we nooit een verslag gezien. Waarop moeten onze boeren dan ‘ja’ zeggen? De voorliggende plannen hangen met haken en ogen aan mekaar, net zoals het Vlaamse en Europese beleid. Voeg dit samen en dan krijg je een landbouwraad die neen zegt tegen Boerenlandschap Pajottenland.”

De burger begrijpt de boer niet meer en de boer begrijpt de burger niet. Nochtans wil iedereen een positief verhaal maken van het platteland?

“Dat willen wij zeker, en de burger wil dat ook. Als landbouwers hebben we het Pajotse landschap opgebouwd. Ons hoofddoel is duurzame voedselproductie in harmonie met het landschap. Korte keten is echter niet voor iedereen weggelegd. We kunnen dus niet van de ene dag op de andere dag allemaal overstappen naar korte keten landbouw. Heel wat boeren hebben in het verleden geïnvesteerd om hun bedrijf leefbaar te houden. De burger weet niet altijd hoe die vork in de steel zit en welke opofferingen een boer allemaal doet.”

Alle bijdragen over het Landschapspark vindt u onder volgende link: Gemeente / thema | Persinfo


Nieuws melden Adverteren op Persinfo?