Groen stelde maandagavond de trekkers voor waarmee de partij naar de gemeenteraadsverkiezingen in 2024 trekt. Het zijn Alwin Loeckx (Gooik), Luc Luyckx (Herne), Lode Dehantschutter (Gooik) en Maarten Vanautgaerden (Galmaarden). Tijdens de bijeenkomst in de Coupee in Herne stelden er zich een aantal inwoners kandidaat.
Tijdens de vorige gemeenteraadsverkiezingen haalde Groen in het Pajottenland voor het eerst enkele gemeenteraadsleden en een schepen binnen in de vijf gemeenten van het samenwerkingsgebied van Pajottenland+. “In Gooik pakten we nipt naast een zetel. Met het toen behaalde resultaat zouden we nu in de fusiegemeente (Galmaarden-Gooik-Herne) wel een zetel in de wacht slepen. We gaan nu voor 1 tot 2 zetels”, zegt Alwin Loeckx. "We willen met een zo volledig mogelijke lijst opkomen. We doen daarom een oproep naar iedereen die onze werking wil komen versterken." En die vraag viel maandagavond niet in dovemansoren.
Nationaal covoorzitter Jeremie Vaneeckhout kwam de lancering van de nieuwe groep ondersteunen. Hij is auteur van 'Vergeten land' en had het over Groen in landelijke regio’s zoals het Pajottenland. Een opvallende tussenkomst was die van kandidaat Luc Luyckx (Herne). “Ik wil me kandidaat stellen voor Groen. Maar toen ik daarmee naar buiten kwam kreeg ik als reactie: ‘Ge zijt zot dat ge u kandidaat stelt in een gemeente waar CD&V de baas is en waar ze de boeren altijd ophemelen.’” De man blijft bij zijn besluit en staat in 2024 op de lijst.
Jeremie Vaneeckhout stelde hem gerust. “Ge zijt niet zot. Landbouwers zijn dikwijls ook onze voorouders. Het zijn de landbouwers zelf die het slachtoffer van het beleid zijn. Het is de sector met de hoogste suïcide-cijfers. De landbouw is niet de enige vervuiler maar ook het economisch systeem is onhoudbaar. Wij zijn hun bondgenoten en moeten samen zoeken naar een systeem dat economisch haalbaar is en een plan dat goed is voor de komende 30 jaar. Want de grootste schuldige voor de jongste 30 jaar is het beleid van de cd&v. Zij proberen te scoren op de kap van de landbouwers.”
“Wij willen dat de landbouwers kunnen werken op een manier die goed is voor hen en voor de wereld. Landbouwers werken wel degelijk graag met ons samen. In 2012 werd ik in Anzegem schepen. Na enkele maanden kwamen de boeren naar mij. Ze moeten de problemen niet alleen oplossen maar wij moeten hen daartoe de middelen geven.”
Een andere vraag ging over besteding van het gemeentefonds. Waarom krijgen de landelijke gemeenten zo weinig? Jeremie Vaneeckhout maakte een vergelijking tussen de budgetten die naar bepaalde grote steden gaan en het geld dat op het platteland kan besteed worden. Antwerpen telt 8 % van het aantal Vlaamse inwoners en heeft slechts 2% van de oppervlakte. Maar die stad gaat lopen met 27% van het gemeentefonds. Gent telt 4 % van het aantal Vlaamse inwoners, heeft slechts 1% van de oppervlakte en krijgt 14% van het gemeentefonds. De 11 centrumsteden ontvangen samen 18%. Voor de 272 overige gemeenten die 75% inwoners tellen en 91% van de Vlaamse oppervlakte bestrijken, blijft er slechts 42% van het budget van het gemeentefonds over. Dat doe je niet onschuldig want op het platteland komen de voorzieningen onder druk. Het is dus belangrijk dat we ook voor die 75% van de bevolking werken. Voor mensen die afgelegen wonen is er mobiliteitsarmoede, meer vereenzaming, een landbouw die gewurgd wordt door te lage prijzen, leegstaande kerken zonder herbestemming omdat er geen geld is, een mismeesterde ruimtelijke ordening (lintbebouwing), afnemende dienstverlening (banken, bakkers,…), verdwijnende ontmoetingsgelegenheden,…”.