Erfgoeddag bracht ons tussen beestige koetjes en kalfjes

De Erfgoeddag in Herne met dit jaar als thema ‘Beestig’ vond plaats in de polyvalente feestzaal in  Sint-Pieters-Kapelle. Er viel dan ook veel te vertellen over deze bijzondere ‘inwoners’ en hun geschiedenis in de lokale gemeenschap.

Zo kwam menig bezoeker te weten welke rassen er waren, over hoe ze gehuisvest en verzorgd werden, welke ziekten hen bedreigden, over hoe ze gekeurd werden op de jaarmarkt, over hoe ze altijd deel hebben uitgemaakt van het typische Pajotse landschap.

Er werden diverse historische documenten en nostalgische prentjes tentoongesteld waar elkéén een post-it kon kleven bij een herkende figuur uit het vroegere boerenleven.

Wist je dat al onze oude veerassen tot het dubbeldoeltype behoorden?

Geschiedenis van het wit blauw dubbeldoel ras (type mixte):

Op het einde van de 19de eeuw vond men in de Condroz en het gebied tussen Samber en Maas witblauw gekleurd vee dat voornamelijk voortkwam uit de kruising van een melkras met Durhamvee dat voornamelijk instond voor de vleesproductie. Doordat de invloed van dit Durhamvee duidelijk tot uiting kwam in de uitwendige bouw probeerden de meeste fokkers om een tweeledig ras te kweken met goede melkeigenschappen overgeërfd van het plaatselijk ras. Tot omstreeks 1890 bestonden nog geen richtlijnen voor deze fokkerij. Aangezien België gelegen is op een kruispunt van commerciële uitwisselingen tussen de Europese landen, ontsnapte ook de veeteelt hier niet aan.

De kruising ging verder en de melkproductie, de ontwikkeling, de vroegrijpheid en de uiterlijke bouw verbeterden aanzienlijk.

De haarkleur was zeer verscheidenen was zowel wit, blauw, zwart en soms zelfs rood.

Na de eerste Wereldoorlog werd de tot dan toe massale selectie vervangen door een meer wetenschappelijke werkwijze van selecteren.

Een Koninklijk Besluit van 16 augustus 1919 voorzag in de oprichting van veekweeksyndicaten, het bijhouden van stamboeken, het inrichten van de geboorte- en melkcontroleregistratie, studie van de bloedlijnen en andere selectiemethodes.

Hier ontstond het begin van de selectie die heden ten dage nog steeds verbeterd wordt.

Vanaf 1945 kwam er in het zuiden van ons land een tendens op gang om meer gevleesde dieren te fokken als gevolg van de stijgende levenstandaard na de tweede Wereldoorlog. Het vleesverbruik steeg in die periode immers aanzienlijk.

Na 1960 kwam er een prijsstilstand van de melk en een gebrek aan kwaliteitsvlees op de markt.

Midden jaren’80 kwam als gevolg van het melkquotasysteem het dubbeldoeltype terug op de helling te staan en werden op nieuw initiatieven genomen om het Witblauw dubbeldoelras in stand te houden.

Het Witblauw dubbeldoelras wordt op vandaag hoofdzakelijk gefokt in het Pajottenland en de streek rond de suikerstad Tienen.

Het Witblauw dubbeldoelras bezit naast melkeigenschappen ook goede vleeseigenschappen gekoppeld aan een goede vruchtbaarheid.

Volgende ziekten troffen het vee: de horzelvliegplaag, mond- en klauwzeer (poot-en muildieren)

Wist je dat een dikbil ook ‘ ne plesjer ‘ wordt genoemd in Herne?

Van alle soorten rassen blijven er maar 4 over :

  • de Westvlaamse Rode koe ( nog maar 100 koeien van over)
  • de Oostvlaamse Wit-Rood koe
  • de Witblauw dubbeldoel koe
  • de Kempisch Rood-bont koe ( nog maar een 100-tal koeien van over)

Er lopen van de Westvlaamse rode of Kempisch Rood-bont nog minder exemplaren rond dan van de Siberische tijger.

Wist je dat vanaf de nieuwe steentijd zo’n 5300 jaar voor onze jaartelling hier in onze streken de eerste tamme schapen, geiten, varkens en jawel, koeien werden gehouden?

Dat tamme runderen eerst en vooral werden gehouden voor het vlees maar dat men al snel de kwaliteit van de melk ontdekte?

Vanaf 4000 tot 3000 jaar voor onze tijdrekening werden runderen ook gebruikt bij het bewerken van de akkers of om de kar te trekken.

Dit alles en nog veel meer kwam je te weten op de Erfgoeddag “Koetjes en kalfjes”.

Veediertjes

Voor de allerkleinsten werd er ook via tekenprentjes verhaaltjes rondom deze veediertjes verteld door Emma Pletinckx uit Sint-Pieters-Kapelle.

Kato De Coster van hoeveijs Wilgendam in Sint-Pieters-Kapelle stond er met ijsjes want ieder kind kreeg gratis een ijsje van de gemeente Herne.

Het was een prachtig en leerrijke Erfgoed-namiddag. De tentoonstelling werd mogelijk gemaakt door Frank Nevens en Eva Wijnant, samen met Paulette De Bock en kleindochter, Koen Rosier, Kato De Coster, Sandra Dero en Catherine Michielssen.


Nieuws melden Adverteren op Persinfo?