Een boosterprik voor de Pajottenlandse identiteit – ‘De VIDEO’

Het gevoel dat de Pajottenlandse identiteit onder druk staat, klinkt almaar luider. Dat blijkt onder meer uit vraaggesprekken met Pajotten die door de digitale nieuwsstek Persinfo werden gepubliceerd. Ook uit andere bronnen kan opgemaakt worden dat er wat aan de hand is. Vanuit die bezorgdheid ging Maurits van Liedekerke op zoek naar mogelijke oorzaken en verklaringen. "Bevindingen die ons inspireerden om voor het Pajottenland –  door zovelen geprezen en bewonderd – een weldoende boosterprik te formuleren."

We brachten 7 dagen na elkaar een video waarin Maurits Van Liedekerke zijn bevindingen en oplossingen naar voor brengt. Hieronder vindt u het overzicht van alle

Lees verder na ‘De VIDEO’

 

 VADERLAND

In de inleiding van de heruitgave van Boerenspalm, een roman van Felix Timmermans uit 1935, schrijft Bart Van Loo (auteur van succesboek De Bourgondiërs):

‘Wat is er mis met die ondefinieerbare verknochtheid aan een echt, fictief of half verzonnen land? Die kun je wel degelijk ervaren zonder je te verliezen in de gevaarlijke psychologie van het zuivere vaderland. (…) Dat heb ik met het Parijs van Honoré Balzac, de Rue monsieur-Le-Prince van Charles Aznavour, het Vlakke Land van Brel, het Louvre van Alexandre Dumas, de kanalen en cafés van Georges Simenon, het Brugge en de Monts des Flandres van Marguerite Yourcenar en dus ook met de Kempen van Timmermans.’

Eenzelfde vaderlandgevoel bekruipt ons wanneer we aan ons eigenste Pajottenland denken. Vandaar onze zorg omtrent  een – in ons aanvoelen – niet zo positieve evolutie.

Ook in Studio Pajot op Radio Rand werd uitgebreid aandacht geschonken aan het onderwerp: (lees verder onder het klankfragment)

OVERVLOED

Er bestaan in het Pajottenland tal van organisaties die zich voor regionale promotie inzetten. Een onvolledige opsomming: ZenDer (cultureel erfgoed, bovenlokale cultuur, onroerend erfgoed), Regionaal landschap Pajottenland & Zennevallei, Pajottenland+, Toerisme Pajottenland & Zennevallei, vzw Ambassadeurs van het Pajottenland, enz…

Deze streekverenigingen hebben in eerste instantie de promotie voor de regio als uitvloeisel van hun basiswerking.  Ze hebben een samenwerkingsovereenkomst en overleggen regelmatig. Sedert 2013 brengen ze samen PenZine uit, gelanceerd vanuit het regional brandingproject van Pajottenland+.

Deze verenigingen leveren nuttig werk, al weet de goegemeente op den duur niet meer wie wat doet en voor wie al deze inspanningen bedoeld zijn. Bovendien is de financiële  inbreng die deze organsaties overeind houdt niet gering en de herkomst nogal vaag,  wat meteen de vraag doet rijzen wat die financiering daadwerkelijk oplevert. Maar dit terzijde.

IN STUKKEN EN BROKKEN

Ooit bestond er een Pajots Genootschap, een vzw die in het najaar van 1999 het levenslicht zag en gestalte kreeg in het Charter van het Pajottenland. De ondertekening ervan, in aanwezigheid van de Vlaams-Brabantse gouverneur en tal van burgemeesters, vondplaats in het kasteel van Gaasbeek. Een parade die voor de nodige allure zorgde. Het charter vermeldde 5 doelstellingen die stuk voor stuk met imago, streekgebondenheid, promotie, bescherming en levenskunst te maken hadden. Het zwakke punt van het opzet was echter het onwezenlijk werkgebied dat het Genootschap had uitgestippeld. Zo werden aan de gemeenten, door Pajottenland-bedenker Twyfelloos-De Gronckel als Pajottengemeenten verklaard, Asse  en Ninove toegevoegd. Enigszins begrijpelijk want de Assese deelgemeenten Bekkerzeel en Zellik behoren tot het Pajottenland. Zo ook voor Ninove waartoe – sinds de samenvoeging van gemeenten – Lieferinge, Meerbeke en Neigem behoren. Dat de initiatiefnemers in eenzelfde zwaai Edingen, Geraardsbergen en Halle inlijfden, was een brug te ver. Terwijl over Anderlecht  en Bierk/Bierges  niet eens gerept werd. Het Genootschap verzandde meteen in discussie met het gemeentebestuur van Gooik omtrent het patent op de Gooikse hamertjes, een koekje dat bij feestelijkheden uitgegooid wordt.  

Ook over andere onderwerpen ontstond gekibbel tussen het Genootschap en de burgemeester van Gooik, die bang was dat zijn troetelkind, Pajottenland+, in het gedrang zou komen. ‘Zuiver politieke propaganda’, heette het verwijt vanuit het Genootschap. (Het Nieuwsblad, 25 augustus 2005).

Terecht of niet? Zeker is dat het werkgebied van Pajottenland+ samenvalt met de zeven gemeenten van Kieskanton Lennik. Tweede vaststelling: alweer werd het historische Pajottenland opgedeeld in stukken en brokken, zoals dat heet.

WIRWAR

Het Pajots Genootschap verdween in alle stilte. Tal van organisaties namen zijn doelstellingen grotendeels over. Toch voelt het aan dat door deze veelheid aan organisaties samenhang ontbreekt, en dat het héle Pajottenland nauwelijks betrokken raakt bij de uiteenlopende werkingen.

Om de wirwar aan organisaties te begrijpen dit summiere overzicht: 

-  Pajottenland+ begon in 2002 als Leadergebied met de zes gemeenten van de politiezone Pajottenland. Om als Leadergebeid erkend te worden, moet aan een aantal criteria voldaan worden. De belangrijkste zijn het maximale aantal inwoners per km² en de bebouwde oppervlakte. Vanaf de beleidsperiode 2007-2013 sloot Roosdaal aan als zevende gemeente. Momenteel is een denkoefening bezig om te kijken of er deelgemeenten van andere Pajotse gemeenten kunnen aansluiten voor de komende beleidsperiode, die aanvangt in 2024.

Lees verder na deze foto

- Regionaal Landschap Pajottenland &Zennevallei  bestaat in 2022 30 jaar en de Erfgoedcel PZ (nu ZenDer) werd  in 2011 opgestart.

- Toerisme Pajottenland & Zennevallei stopt haar werkzaamheden in 2024. De toeristische streekwerking wordt overgenomen door Toerisme Vlaams-Brabant.

-  De vzw Ambassadeurs van het Pajottenland, het netwerk van plattelandsondernemers, werd in de herfst van 2021 opgestart.

In de besturen van deze organisaties zitten lokale overheden en andere streekorganisaties. Vanuit die hoeken komt er weinig respons naar de hierboven genoemde organisaties. Verderop geven we een overzicht van de logo’s die deze verenigingen gebruiken.

 VOORSTEL

Aan de hand van 10 voorstellen ondernamen we een poging met de bedoeling de bestaande besturen, organisaties en geïnteresseerden te inspireren. Vrijblijvend, niet te nemen of te laten en vooral voor discussie vatbaar.

 Tien ideeën voor een noodzakelijke boosterprik.

-Respecteren van de erfenis Twyfelloos-De Gronckel.

Onder meer door de lijst van Pajottengemeenten te eerbiedigen en niet (zoals wel eens meer voorvalt) te spreken over ‘het huidige Pajottenland’. Zo staat te lezen in “Van ‘Bruegel in het Pajottenland’ naar een ‘Pajotse Bruegel’” (Hilke Arijs en Bart G. Moens in Eigen Schoon en De Brabander, jg. 103, 2020, nr.2): “Het Pajottenland omvat vandaag de gemeenten Affligem, Bever, Dilbeek, Galmaarden, Gooik, Herne, Lennik, Liedekerke, Pepingen, Roosdaal en Ternat.”  

Alsof er een huidig en een vroeger Pajottenland zou bestaan. In bovenstaande lijst ontbreekt Sint-Pieters-Leeuw met Vlezenbeek, Sint-Laureins-Berchem en Oudenaken, deeldorpen die stuk voor stuk Pajots zijn.  

Ook in de publicatie Pajottenland. Een land om lief te hebben (uit 1980 en 2007) werd een aantal Pajottengemeenten ‘vergeten’.

De dienst Toerisme Vlaams-Brabant maakt het zo nodig nog warriger door op haar webstek aan 16 Pajotse Gemeenten zonder blozen Beersel, Drogenbos, Halle, Linkebeek, en Sint-Genesius-Rode toe te voegen. En Affligem (Essene, Hekelgem, Teralfene) niet eens te vermelden. De gemeente verhuisde 15 jaar geleden van het Pajottenland naar de Brabantse Kouters. Begrijpe wie kan!

Vandaar ook ons voorstel om dorpen die samengevoegd werden met gemeenten buiten het Pajottenland steeds te betrekken bij Pajotse initiatieven.   - Invoeren van een algemeen logo (autosticker, pin, vlag, enz…)

Omdat herkenbaarheid tot samenhorigheid leidt, dringen zich enkele noodzakelijke initiatieven op. Herhaaldelijk vroegen we de boven geciteerde organisaties om het gekende Pajottenlandlogo als sticker aan te maken en op grote schaal te verspreiden. Via facebook kreeg onze vraag ruime duimpjessteun en werd ons voorstel  meerdere malen gedeeld.

De nieuwe coördinator bij Pajottenland+ antwoordde zelfs: ‘’Ik ben ermee bezig. Ik agendeer het op mijn dagelijks bestuur en houd je op de hoogte.” (7 oktober 2021)

 Het basislogo van meerdere   Pajottenlandse organisaties, voorgesteld in 2010, is momenteel niet meer beschermd.

Het basislogo met aanvulling door Regionaal Landschap P&Z

Het basislogo met aanvulling door Toerisme P&Z

Het basislogo met de ‘+’ voor Pajottenland+

Logo door Pajottenland+ gebruikt voor de plattelandseconomie, vanaf 2014 toegepast voor de ambassadeurs.

Het algemene logo en het letterlogo van de nieuwe vzw ‘ambassadeurs van het Pajottenland’ (opgericht in 2021)

Naast de zelfklever kan een aantrekkelijke pin de samenhorigheid visueel benadrukken, eventueel verder uitgewerkt tot een vlag. Net als een eigen lied of hymne. Als mogelijk voorbeeld van hymne kan het lied van studentenclub Moeder  Pajottenland  dienen. Er bestaat een bewerking voor harmonie en fanfare door muziekleraar-componist (én Pajot) Johan Evenepoel geschreven. Aanleren in de plaatselijke muziekacademies, zingen en spelen bij plechtigheden is aangewezen.

  - Een lesuur ‘Pajotse identiteit’ voor alle klassen zesdejaars

Het uitschrijven van een lesuur Pajotse identiteit voor alle zesdejaars in alle onderwijsnetten.  Zowel tekst als beeld kunnen daarbij aangewend worden.  Onderwerpen kunnen zijn: de figuur van Franciscus-Josephus Twyfelloos, alias de Lennikse advocaat Frans-Jozef De Gronckel, zijn ‘uitvinding’, de daarbij horende landkaart, enz. Ook het studentikoze opzet van ‘de uitvinding’ komt aan bod.

Ook aandacht aan Pol de Mont (°Wambeek) van wie in 1924 (ei zo na 100 jaar geleden) het gedicht Aan mijn Payottenland verscheen. Met deze tekst geraakte onze streek ook buiten de provincie bekend.  

Verbonden aan het lesuur een schoolreis(-je) doorheen het Pajottenland.  Met bezoek aan iconische plekken: kasteel Gaasbeek, abdij Affligem, Plattelandscentrum Paddenbroek, kasteeldomein Terrijst,  Bosberg en omgeving, Volksinstrumentenmuseum, Museum Belgisch Trekpaard, Kesterheide, Domein Groenenberg, Zandtapijtmuseum,  e.a.

Maar ook industriële instellingen als een zuivelfabriek, brouwerij, sappenproducent,  wind- en watermolens, enz…

’s Middags een typische Pajotten-maaltijd met de hele klas. Achteraf uitreiking van pin en zelfklever.

Noot: 10 jaar geleden werd bij Pajottenland+ een lessenbundel over het Pajottenland ontwikkeld, samen met een educatief kaartspel. Het ding is echter nooit van de grond gekomen. Het pakket was trouwens beperkt tot de zeven Leader-gemeenten.

 - Gastronomie

Restaurants en andere eetgelegenheden vragen om een typisch Pajots menu aan te bieden. Met de nadruk op streekgebonden producten:  vleessoorten, groenten, fruit, bieren, sappen, honing, hoeve-ijs, wijnen, brood, gebak…  Zie het boek Konijn met geuze. Eetcultuur in het Pajottenland, 2007.

Menu’s kunnen in samenspraak en/of in samenwerking met COOVI Anderlecht worden samengesteld en aangeleerd. Promotie kan in coördinatie met vzw ‘ambassadeurs van het Pajottenland’. 

 - Eén Politiezone Pajottenland

Gemeenten van het Pajottenland zijn ingedeeld in vier Politiezones: PZ Pajottenland, PZ TARL, PZ Dilbeek, PZ Zennevallei.  Dat zijn er heel wat in verhouding tot het aantal inwoners, de interventieruimte en de door de overheid ter beschikking gestelde middelen.

Dat een politiezone van een beperkt aantal gemeenten naar het Pajottenland werd  genoemd is een aanfluiting van de erfenis Twyfelloos-De Gronckel. Bovendien werkt de benaming  van PZ TARL (Ternat-Affligem-Roosdaal-Liedekerke) op de lachspieren. Beter ware geweest om de zones te herbenoemen tot Zuid-, West- of Noord- Pajottenland.

Of misschien is de oprichting van één PZ Pajottenland dé oplossing. Want een schaalvergroting zou geen kwaad kunnen als we commissaris-generaal Marc De Mesmaeker mogen geloven. Zie het vraaggesprek: ‘Het aantal  politiezones moet van 180 naar 50. Voor een land als België is dat meer dan voldoende.’ (De Standaard, 11 april 2022).

Uit een parlementaire vraag  (13 februari 2020) van Peter Van Rompuy (CD&V) blijkt bovendien dat ‘bepaalde fusies voor oplossingen kunnen zorgen inzake permanentie, dispatching, efficiëntie’.  Eén PZ Pajottenland ligt dus voor de hand.

 Gelijktijdig met deze eenmaking dient ook over de samenvoeging van gemeenten gesproken te worden. Een voorbeeld: in het Hageland denken 5 gemeenten na om één grote gemeente Hageland te gaan vormen. Ook bij ons zijn gesprekken tussen gemeenten aan de gang, al wordt daarover nauwelijks gecommuniceerd.

 - Relatie met provincie Vlaams-Brabant

Alle provincieraadsleden van het Pajottenland in de Vlaams-Brabantse provincieraad dringen bij de provinciale overheid aan om het Pajottenland zichtbaarder te maken in haar communicatieblad MAG. Vlaams-Brabant. Meer aandacht moet de emotionele leegte die thans tussen het Pajottenland en het Provinciehuis in Leuven bestaat, gevoelig opvullen.

 - Bruegel

Een (kunst-)historicus de opdracht geven om een nuchtere studie te schrijven over de ware verhouding tussen Bruegel en het Pajottenland. Liefst geen verzinsels en/of vrijblijvende  veronderstellingen meer zoals tijdens Bruegeljaar 2019 verspreid, onder meer in de begeleidende programmabrochure. Want wat is waar van uitspraken als:

‘Bruegel kneedde de geest van onze streek.’

‘De hoeve wordt al vermeld sedert 1406, we kunnen dus wel stellen dat Pieter Bruegel hier zeker is langs geweest.’  

‘… want Bruegel woonde dan wel in de Hoogstraat te Brussel vlakbij de Hallepoort, maar in  de Zennevallei zocht hij zijn geliefde buiten op.’ 

 Bruegel kwam in 1563 in Brussel wonen en overleed er in 1569. In die luttele jaren schilderde hij  een aantal van zijn bekendste werken, waaronder de geliefde boerentaferelen. Enkel het iconische doek De Parabel van de Blinden (1568) brengt ons in de eigen buurt. Maar verder dan de opmerking “Het kerkje wordt geïdentificeerd met het nog bestaande landelijk kerkje van Sint-Anna-Pede, een dorp gelegen tussen Brussel en Ninove” kwam  kunsthistoricus Roger H. Marijnissen niet. (Bruegel. Het volledige oeuvre, 1988)   

Dat Bruegel vanuit het Marollenkwartier de landelijke omgeving van Brussel verkende, staat buiten kijf. Doch slechts uit een werk De bedevaart van de epileptici naar St.-Jans-Molenbeek  (een tekening met pen en bruine inkt uit 1564) spreekt dat de meester ‘op S. Ians-dagh, buyten Bruƒƒel, tot Meulebeeck’ is geweest. (Zie illustratie)

 - Eerbied voor streekeigenheid is eerbied voor de streektaal

Een belangrijke pijler van streekeigenheid is de volkstaal, de taal van communicatie, van onderwijs, van cultuur, van feesten en van sociale omgang. Omdat onze regio aan het talengemengde hoofdstedelijk gewest en het Waalse gewest grenst, weet iedereen hoe gevoelig deze problematiek ligt. Maar deze negeren of uit de weg gaan, mag niet.

Reeds vele jaren bieden gemeentebesturen lessen en taalstages Nederlands aan anderstaligen aan. Scholen doen schitterende dingen om anderstalige kinderen in het Nederlands te onderwijzen. Sinds vele jaren bezoek ik scholen in mijn thuisgemeente en ervaar de gunstige invloed die juffen en leraren op anderstalige kinderen uitoefenen. Velen van hen, woonachtig over de taalgrens, lopen in Vlaanderen school.  Op een accentje na spreken allen voortreffelijk Nederlands. Ook bereidwillige volwassenen volgen lessen en spreken navenant, wat hun integratie – ook inzake werkgelegenheid – sterk bevordert.

Om deze gunstige trend te bestendigen moet elke gemeentelijke overheid een verantwoordelijke voor ‘Vlaams karakter en identiteit’ in het schepencollege aanduiden. Dergelijke mandaten zoals ze in Dilbeek, Gooik, Sint-Pieters-Leeuw en Ternat bestaan, bewijzen hun nut.

Anderstalige reclameboodschappen dienen op een hoffelijke maar kordate wijze te worden aangeklaagd. Zeker deze die verspreid worden door afzenders uit eigen regio. Ze geven het foute beeld als zou het Pajottenland openstaan voor anderstaligheid terwijl eerbied voor de taaleigenheid een kenmerk van onze identiteit is.

Gaf Twyfelloos-De Gronckel ons niet de opdracht om zijn ‘boekje natedrukken op voorwaerde van hetzelve te verspreiden onder de Pajotten en de minnaers onzer dietsche tael’? ‘ (’T Payottenland, Brussel 1852)

 Wie actie onderneemt tegen anderstalige reclame laat zich best leiden door de uitspraak ooit door de auteurs Stijn Streuvels en Herman Teirlinck gedaan: “Laat iedere Belg vrij uitgaan door het land en zich vestigen waar hij wil. Hij verlieze echter nooit uit het oog dat hij een onschendbaar taalgebied is binnen getreden, waar hij, hoe dan ook, geen voorrechten voor eigen taal hoeft te doen gelden.”

 - Eerbied voor het landschap en het landelijk dorpskarakter

Alles moet ingezet worden om de erkenning als Landschapspark Pajottenland te bekomen.  

In een interview vertelde Alwin Loeckx (directeur Regionaal Landschap Pajottenland & Zennevallei): “Toen bij een artikel een foto van een boer met paard en kar werd gepubliceerd, waren de boeren niet content. Begrijpelijk. We willen er geen Pajots Bokrijk van maken. Er is plaats voor traditie, maar ook voor een duurzame toekomst met pluktuinen en ecologische landbouw. Het Landschapspark Pajottenland moet ook een economisch verhaal zijn.”  (De Tijd, 22 januari  ’22)

Het Pajottenland mag inderdaad geen louter boerenlandschap worden, daarom moet bij de erkenning het héle Pajottenland in aanmerking worden genomen, ook het zogenaamde verstedelijkte gedeelte. Want ook dit gedeelte bevat schitterende locaties die de moeite waard zijn en dus opgewaardeerd moeten worden: de jaagpadfietsroutes langs de Dender, het Liedekerke-Hertigembos, Kluizenbos Affligem, het Valleibos, e.a.

Eerbied voor het landschap vraagt ook respect voor de dorpskernen, deze van het Pajottenland zitten in zwaar weer. Op enkele uitzonderingen na is van beplanting geen sprake meer. Rustgevende elementen bestaan (haast) niet meer. Karaktervolle  gebouwen maken plaats voor zgn. wooneenheden en huizen die almaar meer op legoblokken lijken. Architecten ontwerpen te vaak bouwsels zonder rekening te houden met de omgeving. In deze levert de uitspraak van de Portugese architect Eduardo Souto de Moura stof tot nadenken: ‘Je moet je altijd afvragen of je het recht hebt om de geografie van een plek te veranderen.’ (De Tijd, 7 mei 2022). Een meer dan wijze tip!

 De erkenning tot landschapspark is echter onderworpen aan een aantal criteria waardoor maar een gedeelte van het Pajottenland in aanmerking zou komen. Wat zeer te betreuren valt.

 - Inbreng van ons allemaal – Kansen voor een toekomstgericht platteland in het Pajottenland

Het spreekt dat naast de bepalingen door de overheden opgelegd elk van ons een eigen inbreng heeft om het Pajottenlandse landschap gaaf te houden en te verfraaien.

Daarom lof aan al de Mooimakers die meerdere keren per jaar aan openbare opruimacties doen.

Er is echter meer nodig. Waarom zouden gemeentebesturen niet de moed hebben om bedrijven, landbouwers, particulieren e.a. aan te sporen om op en rond hun bedrijven, erven en gelegen de rotzooi op te ruimen? Als dat niet mogelijk is, mag ze gevraagd (niet verplicht!) worden om alle onfraaie toestanden aan het oog te onttrekken.

BESLUIT

Onze verhandeling heeft niet de bedoeling alleenzaligmakend te zijn, ze wil ideeën aanbrengen, mensen en organisaties inspireren, opbouwend debat uitlokken.  

Na twee publicaties, na tal van voordrachten met het Pajottenland als onderwerp, na vele gesprekken met liefhebbers en streekgenoten vonden we de tijd rijp om onze mening  op papier te zetten. We dragen de tekst dan ook op aan allen die het Pajottenland als een vaderland ervaren, zoals dichter Hubert van Herreweghen (°Pamel) het verwoordde:    

                                                        VADERLAND

                                                       Zacht aan de zachte zijde ,

                                                       ruig aan de harde kant,

                                                       bekrompen, bevend, wijde,

                                                       geweldig klein vaderland.

 

Maurits van Liedekerke

 Î Wie op deze tekst wil reageren, aanvullen of discussiëren kan steeds terecht via maurits.vanliedekerke@telenet.be

 

 

 

Nieuws melden Adverteren op Persinfo?