De vlucht van Lena Ivanova naar Pepingen

Door Alain Vanclooster

Voor de fatale dag van 24 februari 2022 tot op het laatste moment van de eerste raketten konden Lena Ivanova en haar man Viktor niet geloven dat de Russen hun land massaal zouden durven aanvallen.  Over de nakende oorlogsdreiging werd niet gesproken, en als iemand het wel deed, lachten ze dat weg.  Ze geloofden in diplomatiek overleg, dat er een politiek akkoord zou worden bereikt.  Er zijn veel Russen in Oekraïne, maar ook veel Oekraïners in Rusland.  Tot voor de invasie leefden ze in vrede samen, als goede buren.  Intussen wonen Lena, Viktor en hun drie kinderen Rada, Roman en Katja al 5 maanden in een oude brouwerij in Pepingen.  Lena, die Engels spreekt, doet graag haar verhaal.

24 februari 2022

 “Mijn man en ik zijn muzikanten en we wonen in Tsjernihiv, een stad in het Noorden van Oekraïne.  Op donderdag 24 februari 2022 in de vroege ochtend worden we wakker geschud door een hels lawaai dat mogelijks afkomstig is van explosies.  Er is geen luchtalarm.  Een vriend van ons telefoneert: “De oorlog is begonnen!”  Ik bel onmiddellijk naar mijn mama: “Mama, kom meteen naar hier om te schuilen, wij hebben een grote kelder!”  Mijn man Viktor gaat haar ophalen.

 Dan gaat de deurbel.  Mijn vriendin Masha nodigt ons uit om bij haar te komen schuilen, want zij heeft een beveiligde kelder uit de Sovjettijd.  Samen met Viktor en onze kinderen vertrekken we naar Masha’s huis.  Mama en haar man en nog enkele buren blijven achter in het ruime atelier van Viktor dat zich in onze kelder bevindt.”

 In de kelder

 “We zitten met 12 volwassenen en 5 kinderen in de schuilkelder, samen met nog 3 honden en 3 katten.  Mijn hond heet Archie.  Twee oude grootmoeders blijven meestal boven om boodschappen te doen, te koken en te slapen.  Ze hebben een sterk geloof en bidden veel.  De kelder ligt vol matrassen en kussens, maar het is er vochtig en niet zo proper.  We klagen niet, we voelen ons veilig.  We proberen de kinderen niet bang te maken door een gevoel van “kamperen” te creëren, alsof we een spel spelen.  We hebben onze laptop bij en laten de kinderen naar tekenfilms kijken.  Als het rustig is, gaan we af en toe naar boven om met de honden te gaan wandelen.  Dan kunnen de kinderen spelen en lopen.  We maken muziek, dansen en lachen.  We moeten ook naar boven om naar het toilet te gaan en te douchen.  Gelukkig heb ik een programma op mijn smartphone waar ik kan zien wanneer er in onze buurt een luchtaanval zal zijn.”

 Zo zitten ze twaalf dagen in de kelder bij Masha.  Dan gebeurt er iets ergs: een school vlakbij hun schuilkelder wordt zwaar gebombardeerd.  Het lawaai is verschrikkelijk luid en hoogst angstaanjagend!  Ze kunnen de constante dreiging niet meer aan. 

 “Mijn jongste neef, belt me op maandag 7 maart: “Lena, het is te onveilig, je moet vluchten, we zullen je helpen.”  We gaan akkoord.  We gaan gauw terug naar ons huis om afscheid te nemen van mijn mama.  Als we in ons appartement aankomen, ben ik geschokt.  Alle ramen zijn stuk door explosies in de buurt.  Zoals onze buren proberen we de ramen met houten planken dicht te maken.  Diezelfde dag nog willen we vertrekken.  Ik weet niet of en wanneer ik mijn moeder ooit zal terugzien.”

 Op de vlucht

 Het gezin heeft geen auto.  Maar een goede vriend heeft een oude Amerikaanse minibus en ze mogen met hem meerijden.  De auto is echter in slechte staat en de voorruit is zwaar beschadigd door het recente bombardement in de buurt. 

 “Mijn neef raadt ons af om met deze auto te vluchten.  Hij zegt dat we een groot risico lopen, dat de auto stuk zal geraken of dat we zullen verongelukken.  Hij vraagt ons een paar dagen te wachten omdat hij voor ons vervoer kan regelen.  Maar ik wil niet langer hier blijven.  Ik wil weg om mijn kinderen te beschermen tegen nieuwe raketaanvallen.

 We vullen de auto met onze koffers.  Ik neem mijn gitaar mee, zij vergezelt me altijd en overal.  We willen naar het westen, maar we hebben geen duidelijke bestemming.  Onze hond Archie zal bij mijn mama blijven.  De chauffage van de oude auto functioneert niet meer en het vriest buiten.  We nemen dus dekens van de bedden om ons in te duffelen.  Net als we klaar zijn met inpakken, belt mijn oudste neef: “Je mag vandaag niet vertrekken, de Russen gaan bombarderen, je moet nog een nacht wachten!”  Die ene extra nacht in Viktors atelier is schokkend.  Er zijn zoveel buren met kinderen die schuilen onder de grond, niet alleen in onze kelder, ook in andere kelders en zelfs op de gang beneden.  Bovendien zijn dit gewone kelders, niet gebouwd als schuilplaats, niet zo veilig als bij Masha.  Als een raket het gebouw treft, dan vallen er sowieso slachtoffers.  Het is duidelijk dat de stad niet klaar was voor deze plotselinge invasie.  Daarom vluchten vele mensen weg.”

 Op dinsdag 8 maart is het dan zover.  Ze volgen een kolonne van acht vluchtauto’s.  De oudste neef kent de weg en rijdt vooraan, het gezin van Lena zit ergens in het midden van de groep.  Op hun auto staat in grote letters geschilderd: “DETI”, het Russisch voor “kinderen”.  Onderweg langs Ivanivka en andere dorpen rond Tsjernihiv krijgen ze weer een schok: alle huizen zijn kapot, het land en de bomen zijn zwart geblakerd, het is hier veel erger dan in het centrum van de stad.  Hier waren duidelijk heel zware gevechten.  Lena vraagt haar kinderen om niet naar buiten te kijken.  Ze sluit haar ogen en begint te bidden, iets wat ze vroeger zelden deed.

 “Net voor Kyiv kunnen we niet verder.  Er zijn te veel auto’s, te veel vluchtelingen naar het westen.  Blijkbaar zijn er zeer hevige gevechten in Brovary en de politie laat ons niet verder rijden.  We moeten verschillende uren in de auto blijven, deel uitmakend van een onwaarschijnlijk lange kolonne.  Na verloop van tijd beginnen vele auto’s rechtsomkeer te maken, terug naar Tsjernihiv, omdat het hier veel te gevaarlijk blijkt.  Ook onze groep maakt aanstalten om terug te keren.  Ik ben alweer geschokt, ik ben wanhopig want wil niet terug naar Tsjernihiv, ik wil naar het westen en begin heel hard te wenen.  Gelukkig krijgt mijn neef via kennissen informatie over een alternatieve vluchtroute langs heel kleine dorpen.  Er zijn vele “block posts” van de Oekraïense verdedigers.  Soms moeten we tussen omgehakte bomen slalommen.  Ik dring de chauffeur aan om sneller te rijden, maar dat kan die oude wagen niet.”

 Kyiv

 Op dinsdagavond 8 maart om 19 uur bereikt de uitgedunde kolonne eindelijk Kyiv.  Het is donker.  Maar ze zijn zeer verrast om zoveel licht te zien in de hoofdstad, alsof ze hier ver van de oorlog verwijderd zijn.  De straatverlichting brandt en er is licht aan de ramen van winkels en appartementen.  Wat een schril contrast met het extreem donkere Tsjernihiv waar ’s nachts plotseling heel veel mooie sterren aan de hemel schitterden.  De opluchting wegens het bereiken van Kyiv is van korte duur want er duikt een nieuw probleem op: om 20 uur gaat hier een nachtklok in, dan moet iedereen binnen zijn en kunnen ze niet verder rijden.  En het is onmogelijk om op minder dan een uur tijd de hele stad te doorkruisen en achter ons te laten…

 “Sommigen rijden meteen naar het treinstation waar ze zullen proberen een trein naar het westen te nemen.  Desnoods slapen ze in het station.  Ik wil echter de trein niet nemen en wij mogen in de winkel van een tankstation overnachten.  Maar ik voel me niet veilig: er is hier zoveel licht en we slapen boven een enorme benzinetank.  Volgens mij zijn we hier een doelwit en een gemakkelijke prooi voor de Russische agressor.  De eigenaar verzekert ons dat er geen gevaar is, omdat er tot nu toe weinig bombardementen op Kyiv zijn.  We hebben geen keuze en blijven er slapen op de grond.

 Het is woensdag 9 maart.  ’s Ochtends zijn we zeer verrast zoveel mensen en auto’s te zien op straat.  En de winkels zijn open.  We weten niet goed wat te doen, waarheen verder te reizen.  Na wat discussie veranderen wij onze strategie en besluiten uiteindelijk toch de trein naar Lviv te nemen.  Mijn neef regelt vijf tickets en zitplaatsen voor de kinderen.  We nemen zo weinig mogelijk bagage mee: elk een rugzak en ik mijn gitaar.  Op de trein praten we met andere mensen: “Ga naar Polen, daar worden we goed ontvangen!”  Ik herinner me dat een vriendin van mij uit Tsjernihiv al een tijdje in Polen woont.  Ik bel haar op en zij bevestigt dat we welkom zijn, dat er voldoende plaats is voor ons.  Viktor is weinig spraakzaam.  Hij piekert, is niet zeker of hij het land uit mag.  Gelukkig blijkt er een wet te zijn die voorziet dat vaders met drie kinderen het land mogen verlaten, oef!  We reizen bij dag.  Onderweg moet de trein tweemaal halt houden wegens luchtalarm.”

 Via Lviv naar Polen

 In het station van Lviv is het erg druk.  Toch vindt het gezin relatief snel een trein naar Polen.  De trein brengt hen naar een stadje net over de grens.  Ze zijn veilig, hier is geen oorlog.  Het krioelt er van de Oekraïense vluchtelingen.  Maar de Polen zijn zeer gastvrij en vriendelijk.  Aan lange tafels geven vrijwilligers hen eten.  Het lijkt zeer goed georganiseerd. 

 “Aan een van de tafels ontmoet ik een vrouw met een camera die Engels spreekt.  Ze heet Layla en is een persfotografe uit België.  Ze raadt me aan om niet in Polen te blijven maar om naar haar land te komen.  Ze heeft vrienden die voor onderdak kunnen zorgen.  Ik mag haar altijd contacteren.  In eerste instantie blijven we toch van plan om dicht bij de grens te blijven.  Ik hoop dat de oorlog niet lang duurt en dat we snel naar huis terug kunnen.

 Ik bel naar mijn vriendin uit Tsjernihiv.  Zij nodigt ons uit naar Warschau te komen, ze heeft een huis beschikbaar voor ons in de buurt van de hoofdstad.  Het is een groot huis van de zuster van de burgemeester.  We hebben hier ruimte, veiligheid en alle luxe.  Vrijwilligers blijven ons voedsel en kleren brengen, ongelooflijk!  Ze zijn hier allemaal zo vriendelijk!  Ik vraag advies aan mijn vriendin.  We zullen werk en een ander huis moeten zoeken, maar er zijn hier zo enorm veel vluchtelingen en de prijzen van voedsel en huurwoningen stijgen bijna dagelijks…  Het is beter om verder te trekken.

 Na anderhalve week in dat Poolse stadje gaat er plotseling een alarm af.  We schrikken enorm en raken in paniek.  We denken dat er een bombardement gaat komen, dat we hier nog niet veilig zijn.  Het blijkt slechts een periodieke brandoefening te zijn.  Maar de schrik zit er in, we voelen ons hier nog altijd te dicht bij Poetin en dan denk ik aan de Belgische journaliste Layla.  Ik stuur haar een bericht.  Layla stuurt me foto’s van vrienden en van een woning in Vlaanderen, niet al te ver van Brussel.  Het is een oude brouwerij op het platteland met een rustig binnenplein.  De Belgische man van dat huis komt met een busje speciaal naar Polen om ons op te pikken en naar België te brengen, ongelooflijk!  Twee chauffeurs wisselen elkaar af en zo rijden we zonder onderbreking, dag en nacht…”

 Pepingen, waar dromen uitkomen

 Eind maart komen Lena, Viktor en de kinderen eindelijk aan in het oude brouwerijhuis in de zeer landelijke wijk Bogaarden in Pepingen.  Ze krijgen er twee kamers en een eigen keuken.  Ze genieten er rust, ruimte en privacy. 

 “Het landschap is heel mooi, maar de mogelijkheden met het openbaar vervoer zijn hier zeer beperkt.  Er is wel een bushalte vlakbij, maar er zijn weinig bussen naar het nabije stadje Halle.  Daarom krijgen we fietsen van het gastgezin.  Op vrijdag 1 april worden we allen als Oekraïense vluchtelingen geregistreerd in een groot centrum op de Heizel in Brussel.  De kinderen gaan met de schoolbus naar school in Pepingen.  Ik ga regelmatig zwemmen in Halle.  Ik krijg een paar uur werk in de schoolkeuken.  Het is zes kilometer met de fiets. 

 Ik ben blij, ik heb altijd gedroomd van te kunnen fietsen, maar in Tsjernihiv heb ik nooit een fiets gehad.  Hier kan ik eindelijk fietsen en dat is zalig.  België is het land waar mijn dromen uitkomen!  Ik heb nu ook wel een busabonnement voor de volgende winter.  Er is nog een andere droom gerealiseerd: ik droomde er altijd van om in een echt huis te wonen, niet langer in een appartement.  En nu woon ik in een mooi ruim huis op het platteland!  Ik ben heel blij dat ik hier kan optreden met mijn man.  Zo mag ik op dinsdagavond 26 juli zingen op het Zomercafé in Dilbeek voor een gemengd publiek van Belgen en Oekraïners.  En op donderdagavond 4 augustus sta ik op de affiche van een dorpsfestivalletje in Bellingen hier vlakbij.  De mensen zijn zeer geïnteresseerd en vriendelijk, ze zeggen dat ze van mijn stem houden.  Maar mijn grote droom, als de oorlog eenmaal gedaan is, is om met al mijn muzikanten uit Oekraïne hier op grote podia te kunnen optreden.  Ik ben benieuwd of België ook die ambitieuze droom zal waarmaken…”

Lena Ivanova en haar man Kyril tijdens hun optreden op het Zomercafé in Dilbeek op dinsdagavond 26 juli 2022: “België is het land waar mijn dromen uitkomen!”.

 

 

Nieuws melden Adverteren op Persinfo?