Boer en niet-boer kunnen samen het Pajottenlandschap versterken

Het project ‘Boerenlandschap Pajottenland-Brussel’ wil de landbouw in het Pajottenland meer en nieuwe kansen bieden, onder andere richting Brussel. Ook in het Pajottenland zelf liggen er nog kansen. Niet alleen voor de verwerkers, ook op gebied van samenwerking met de plaatselijke bevolking. Onder de noemer ‘klimaatslim boerenlandschap Pajottenland’ wil   Boerenbondconsulente en projectcoördinator Anne-Marie Vangeenberghe de stakeholders rond de tafel verzamelen. Ze hoopt dat vele Pajotten enthousiast hun streek en hun landschap willen helpen versterken, samen met de boeren. En dat kan op meerdere manieren. Korte keten is een belangrijke, maar niet de enige.    

De landbouwsector kreunt al jaren en staat nog voor een moeilijke periode. Elk gesprek over klimaat en stikstof wordt nu door iedere boer zeer kritisch gewikt en gewogen. Vele onder hen leveren al jaren inspanningen, die niet altijd gekend zijn bij de bevolking. Vangeenberghe: “We kunnen stellen dat de Pajotse boer zijn bijdrage levert aan het klimaat. Zowel wat betreft de 17 doelstellingen die de Verenigde Naties in 2015 hebben uitgevaardigd als aan de Green Deal van Europa. De voetafdruk van de landbouw is wel degelijk verkleind, en dat geldt voor bodem, water en lucht. Het Pajottenland is een fantastische streek met familiale en gediversifieerde land- en tuinbouw, een regio waar vele andere Vlaamse streken jaloers op zijn. De milieudruk valt hier best mee en de jonge generatie staat klaar om te boeren. Wat me wel opvalt aan de regio: hier is minder verwerking dan in andere Vlaamse streken.”

Landbouwer Jean-Luc Ost uit Sint-Pieters-Kapelle is een voorbeeldboer die via moderne technieken bijdraagt aan milieu en klimaat. “De beste energie is de energie die je niet verbruikt”, steekt Ost van wal. “In de tussenseizoenen het licht ‘s morgens later opzetten en ’s avonds vroeger uitdraaien. Ledverlichting zorgt ook voor besparing, net als voorkoeling bij de melkopvang, waardoor de ventilator van de koeltank minder draait. We kunnen tot 150.000 liter regenwater opvangen, dat wordt gebruikt om de machines te reinigen en om de dieren van drank te voorzien. Onze luzerne, gras, gerst, tarwe, spelt en maïskolfschroot gebruiken we op de eigen hoeve, waardoor de voederfabriek niet meer moet langs komen bij ons. Via beheerovereenkomsten werken we ook mee aan natuurelementen in het landschap.”

De boerenstiel gaat kapot

De sector heeft de voorbije 10 tot 15 jaar vele inspanningen geleverd en vraagt om zekerheid naar de toekomst. Bij de familie Ost zit nu de vijfde generatie klaar om in het landbouwbedrijf te stappen. “Toch zijn er veel onzekerheden. Momenteel zien we dat Agentschap Natuur en Bos gronden opkoopt aan 70.000 tot 80.000 euro per hectare. En dan al de maatregelen die worden vooropgesteld. Hierdoor moet de boerenstiel kapot. We hebben in het Pajottenland van de beste landbouwgronden in Europa. Daarop moeten we kunnen blijven werken. Het wantrouwen zit tegen het plafond. Kleine natuurelementen zijn bespreekbaar. Voor grote groencorridors staan we niet open. Het Pajottenland moet landbouwgebied blijven, met natuur. Of wil men alleen nog pretparken, verpaarding, vertuining en bewoning in Vlaanderen? Ik nodig elke inwoner van het platteland uit om in hun tuin wilde bloemen in te zaaien”

Streekhouders

Volgens Anne-Marie Vangeenberghe ligt de uitdaging in het combineren van landbouw en andere landschapsinvullingen. In dit project willen we de stakeholders samen brengen, maar ik spreek liever over de ‘streekhouders’. Iedereen denkt spontaan aan openbare besturen, ook aan ondernemers, onderwijs of verenigingen. Met de term streekhouder willen we zeker ook elke inwoner betrekken. We trachten om zo het Pajottenland te versterken. Boeren in het Pajottenland werken aan hun bedrijf, maar zorgen ook voor landbouweducatie, recreatie, zorg of onderhoud van trage wegen. Landbouw in het Pajottenland is nog familiaal, er zijn geen mastodonten. Dat maakt het ook makkelijker om contacten te leggen.”

En om netwerken op te zetten, zoals het granennetwerk rond brouwerij 3 Fonteinen. Hun graan halen ze binnen een straal van 25 km rond Beersel. Vangeenberghe: “Dat is een mooi voorbeeld van samenwerking. Dit zou ook kunnen voor melk. De Pajotten die korte ketenproducten uit de eigen regio aanschaffen, dat is ook waardevol. We moeten meer mensen overtuigen om dit koopgedrag te volgen. Alle Pajotten kunnen ook meewerken aan het landschap. De Agrobeheergroep helpt mee het landschap onderhouden, voor overheden en ook bij particulieren. Deze landbouwers zorgen voor houtkanten, bermbeheer, scheren van hagen en maaien weiden. De gemeentebesturen kunnen mee acties ondersteunen en zeker communiceren hoe er al wordt gewerkt. Vele van deze zaken kunnen we ook meenemen in de opbouw naar het definitieve dossier van het Landschapspark Boerenlandschap Pajottenland.”

Wanneer zal dit project geslaagd zijn? Vangeenberghe: “ Er zijn momenteel heel wat onzekerheden op het platteland. Als we de stakeholders, samen met vele streekhouders, rond de tafel krijgen en samenwerkingsgesprekken op gang krijgen, dan kunnen we verder. We kunnen dit niet forceren. Voor de boeren ligt de situatie niet eenvoudig. Een goeie streekcoalitie zal gebaseerd zijn op veel vertrouwen. En dat gaat over meer dan het aanleggen van bloemenranden. Een mooie actie zag ik in Nijlen. Daar hangen posters op met het opschrift: “De boer en de bij, zij voeden je.”

Meer info vind je vanaf de zomer op www.boerenlandschappajottenland.be.      


Nieuws melden Adverteren op Persinfo?