Bloemenhulde voor de slachtoffers van de bevrijding van Hondzocht

Op 3 september 1944 werden Hondzocht en vervolgens Halle en Brussel bevrijd. Dat werd herdacht aan de "Vrede van Hondzocht". De plechtigheid stond volledig in het teken van de kinderslachtoffers van de oorlog : de Belgische Francine Leroux, de kinderen Kirchhausen en alle kinderen die lijden onder het oorlogsgeweld in het verleden en vandaag.

Deze herdenking had plaats in aanwezigheid van de kinderen van Rudolf Kirchhausen, hospitaal soldaat die sneuvelde op 3 september 1944. Ze werden  ontvangen door Christian Rhein, in naam van de Bondsrepubliek Duitsland. Hij legde een bloemenkrans neer aan de gedenkplaat "De Vrede van Hondzocht". Dat deed ook Marcel Debast in naam van de Belgisch eerste minister Charles-Michel voor Belgische regering. Euro-parlementslid Mark Demesmaeker bracht een bloemenkrans vanwege de Vlaamse regering. De vertegenwoordiger van de Waalse oudstrijdersvereniging uit Saintes vertegenwoordigde de Waalse regering

De toehoorders werden toegesproken door de voorzitter van NSB Lembeek Jos Ramakers,  de vertegenwoordiger van de Duitse Bondsrepubliek Christian Rhein en euro-parlementslid Mark Demesmaeker.

Welsh Guards

Op de eerste zondag van september is het kermis in Halle. Op zondag 3 september in 1944 verschenen rond 17 uur op de Edingensesteenweg de eerste Engelse troepen (Welsh Guards) die Halle als eerste Vlaamse stad zouden bevrijden. Aan de gedenkplaat ‘De vrede van Hondzocht’ en de gedenkstenen in de Beertsestraat en Essenbeek werd de bevrijding van Halle herdacht.

Bij de bevrijding door het 30ste Britse legerkorps op 3 september 1944 kwamen 4 Halse verzetsstrijders om het leven. Louis Thibaut, Joseph Michel en Victore Demesmaeker lieten het leven in de Beertsestrat en Isidore Deville in Essenbeek.

In de omgeving van de Beertsestraat stond een bunker bemand door Duitse soldaten. Twaalf leden van de Witte brigade wilden de bunker aanvallen. Hierbij werden Thibaut, Michel en Demesmaeker gedood. Devillé werd in Essenbeek gedood in een graanveld toen hij er met zijn fiets door reed. Op zijn bagagedrager stond een kistje met een revolver in. De Duitse soldaten hebben het kistje geschud en zo is de revolver tevoorschijn gekomen en werd Devillé gedood. 

HONDZOCHT

Vroeg in de morgen, vertrokken de Welsh Guards vanuit Douai in Noord-Frankrijk. Luitenant-Generaal Brian Horrocks  sloot zijn briefing af met de woorden : “See you tonight in Brussels”.

De Welsh Guards kwamen met hun tanks vanuit Doornik, Leuze, Ath, Edingen, Saintes het Halse gehucht Hondzocht binnen. De  tanks waren reeds ter hoogte van de hoeve Cuisenaire toen de Britse achterhoede een colonne Duitse vrachtwagens uit Bellingen  zag aanrijden. De commandant vooraan, draaide zijn tank richting Bellingenstraat en schoot de eerste vrachtwagen aan. Twee doden vielen bij het eerste schot. Er kwam een kort gevecht waarbij een andere Duitse soldaat dodelijk werd getroffen.

 

Tussen de Britten en de Duitsers bevonden er zich burgers, waaronder Francine Leroux en haar vader. Beiden werden geraakt door de kogelregen. Francine was op slag dood. Haar papa gewond in de keel.

Van de drie gesneuvelde Duitse soldaten is alleen de naam van Rudolf Kirchhausen gekend. Hij was waarschijnlijk gekazerneerd in kasteel "Ter Rijst" in Pepingen. Kirchhausen was een hospitaal-soldaat die aan gewrichtsreuma leed. Hij kon dus geen geweer vasthouden. Heel de oorlog lag hij achter het front en werkte in de lazaretten. De familie van deze soldaat was ook aanwezig in Hondzocht en legde ook bloemen neer.

De officiële plechtigheid van de stad werd had plaats aan het monument van de Weerstand op de hoek van de Beertsestraat en de Bergensesteenweg. Ook daar werden bloemen neergelegd.


Nieuws melden Adverteren op Persinfo?