VORST/BRUSSEL - De Brusselse Procureur des Konings trekt aan de alarmbel. Tegen vanavond moet er een oplossing zijn voor het gedetineerdenprobleem. Als dat niet gebeurt, dreigen nieuwe aangehouden verdachten meteen weer vrij te komen.
Wanneer een Brusselse onderzoeksrechter een verdachte onder aanhouding plaats, wordt die al jaar en dag naar de gevangenis van Vorst overgebracht. Die instelling doet namelijk dienst als arresthuis en herbergt gedetineerden die in voorlopige hechtenis zitten. Officieel is er plaats voor 405 gevangenen, maar het gebouw barst uit haar voegen omdat er ongeveer 650 verdachten zitten opgesloten. De burgemeester van Vorst, Jean-Marc Ghyssels (PS), heeft vorige week aan de politie de opdracht gegeven om geen nieuwe gedetineerden meer te aanvaarden, totdat het aantal gevangenen zakt tot onder 600.
Om te voorkomen dat nieuwe verdachten na hun aanhouding meteen op straat belandden, dokterde het Brusselse parket gisteren een noodoplossing uit. Nieuwe gedetineerden werden opgevangen in de commissariaten van de lokale politie. “Die situatie is niet langer dan 24 uur houdbaar” zegt Brussels Procureur des Konings Bruno Bulthé. “Ik heb begrip voor de houding van de burgemeester van Vorst, maar het probleem met de gevangenis is niet het probleem van het Brussels parket. De noodoplossing van gisteren is slechts een pleister op een houten been. De commissariaten van de politie zijn voorzien om verdachten 24u op te sluiten, maar niet langer dan dat.”
Bulthé is koortsachtig op zoek naar een oplossing. “Tegen vanavond moet er een oplossing zijn”, sprak hij vanmorgen op een persconferentie. “Het parket zal niets veranderen aan het crimineel beleid. Wanneer een onderzoeksrechter iemand aanhoudt, wil dat zeggen dat die persoon een gevaar voor de maatschappij kan betekenen. We moeten die persoon dan ook kunnen onderbrengen in een gevangenis. Maar het onderbrengen van een verdachte is niet de taak van het parket.”
Als er tegen vanavond geen oplossing wordt gevonden, bestaat de kans dat nieuwe aangehouden verdachten niet meer kunnen worden opgesloten en dus meteen op de straat belanden “We hebben nog een hele dag om een oplossing te vinden”, besloot Bulthé.