3,5 jaar cel voor brandstichting in Ternat

Een 55-jarige man uit Ternat is door de Brusselse correctionele rechtbank veroordeeld tot 3,5 jaar cel, waarvan twee jaar effectief, voor feiten van brandstichting. De man stichtte in juni vorig jaar brand in zijn woning, waar op dat moment zijn toenmalige vriendin aanwezig was. De beklaagde beweert al van in het begin dat niet hij, maar zijn vriendin het vuur had aangestoken. Op het proces werd hij geruggesteund door tientallen vrienden en sympathisanten die alle zittingen bijwoonden, maar volgens de rechter staat zijn schuld vast. 

Op 27 juni 2016 brak er brand uit in de woning van het koppel in de Van Cauwelaertstraat in Ternat. Niemand raakte ernstig gewond, maar de woning liep heel wat rook- en vuurschade op. De branddeskundige die de feiten onderzocht, vond meerdere brandhaarden in de slaapkamer. Uit het onderzoek bleek dat een van de twee bewoners met zekerheid de brand had gesticht. Volgens het parket was de 55-jarige man de schuldige, maar die ontkende dat ten stelligste. Volgens zijn advocaten was het zijn toenmalige vriendin die het vuur had aangestoken. De verdediging haalde tijdens het proces uit ook naar de onderzoekers, die geen DNA-sporen hadden afgenomen van de aansteker die in de slaapkamer was teruggevonden en ook de roetsporen niet hadden onderzocht.  Niet alleen zijn advocaten geloofden in de onschuld van de beklaagde, want bij elke zitting van de rechtbank namen telkens dertig tot veertig vrienden en sympathisanten een namiddag vrijaf om het proces te kunnen bijwonen en de vijftiger te steunen. De achterban was dan ook unaniem: zijn vriendin had de brand gesticht. 

Hun teleurstelling was dan ook bijzonder groot toen de rechter woensdagnamiddag de Ternattenaar veroordeelde tot 3 jaar en 6 maanden cel, waarvan twee jaar effectief. Volgens de rechtbank staat het vast dat niet zijn ex-vriendin, maar hij de brand stichtte. “Uit het onderzoek blijkt dat mevrouw onmogelijk de brand kon hebben gesticht”, sprak de rechter. “DNA-afname op de aansteker was nutteloos geweest, aangezien hij in de woning lag van de beklaagde en zijn vriendin. Roetonderzoek had ook niets uitgehaald, want toen de beklaagde na de brand in het ziekenhuis lag, zag hij er uit alsof hij twee keer door een schoorsteen was gekropen.” De rechter oordeelde wel dat de beklaagde niet zeker kon zijn geweest dat er nog iemand anders in de woning aanwezig was om het moment dat hij de brand stichtte en veroordeelde hem niet voor brandstichting in een bewoond gebouw. 

 


Nieuws melden Adverteren op Persinfo?