BRUSSEL - Elf leden van de Spoorwegpolitie zijn door de correctionele rechtbank van Brussel schuldig bevonden aan de mishandeling van arrestanten. De aanstokers werden veroordeeld tot 40 maanden cel met uitstel. De rechtbank beval de onmiddellijke aanhouding van een politie-inspecteur die verstek liet gaan.
In 2006 werden een vijftiental arrestanten, veelal daklozen, zwaar mishandeld door de Spoorwegpolitie die gevestigd was in het Brusselse Zuidstation. Zo werden de slachtoffers getrapt, gestampt, beledigd en vernederd. Een van de slachtoffers werd bijvoorbeeld met het hoofd in een metalen kast gelegd, waarna de politie-ambtenaars de schuifdeuren meermaals open- en dichtsmeten. Een inspecteur die meedeed aan de mishandeling, verklaarde achteraf dat hij ‘er gewoon wilde bijhoren’.
In totaal stonden dertien politiemensen, waaronder zeven vrouwen, terecht voor diefstal met geweld, willekeurige vrijheidsberoving, onmenselijke behandeling, opzettelijke slagen en verwondingen, het gebruik van onwettig geweld en het opstellen van valse processen-verbaal en administratieve rapporten. Twee personen werden vrijgesproken en twee beklaagden kregen opschorting van straf. Eén politie-inspecteur komt er vanaf met een werkstraf. Zeven leden van de Spoorwegpolitie kreeg celstraffen met uitstel gaande van 12 maanden tot 40 maanden. Eén beklaagde die verstek liet gaan, kreeg 40 maanden effectief.