Een groot park, een soort van groene long dat zich uitstrekt van aan het station van Buizingen tot aan de E429 Halle-Doornik. Dat is het plan van Omgeving en Topos in een notendop. De landschapsarchitecten van het bedrijf werkten de voorbije maanden een stadsvernieuwingsproject uit dat een mogelijk beeld toont van de toekomst van de stad. Gisteren stelden Omgeving en Topos het plan voor in de raadzaal van het stadhuis aan de burgers en aan de gemeenteraad.
“Dit project zal Halle mooier maken”, zegt burgemeester Dirk Pieters. “We gaven het studiebureau de opdracht voor dit plan omdat we een rode draad zochten. We zijn namelijk al met een heleboel projecten op en rond het gebied van de Zenne bezig. Dit plan doet dienst als referentie voor de toekomst. Het is een soort van globale visie waaraan we ons zullen houden bij de volgende werken. De ideeën van Omgeving en Topos buigen zich specifiek over de Zenne. Die is vandaag namelijk niet echt zichtbaar en toegankelijk in ons landschap.”
Waar?
Het project Landschapspark moet eigenlijk een langgerekt park doen ontstaan in Halle. Het studiebureau verdeelde de stad daarvoor in vier gebieden. Het eerste deel ontfermt zich over de Noordelijke landelijke Zenne, meer specifiek in de omgeving van het station van Buizingen. “Voor dit gebied stellen we een verbetering van het huidige wandelpad langs de Zenne voor”, zegt Steven Petit van Omgeving. “Aangezien er op dit moment nog wat industrie in dat gebied is, kozen we hier ook voor het gebruik van groenschermen die fabrieksloodsen visueel afschermen voor wandelaars”
Het volgende gebied focust zich op de nieuwe stedelijke Zenne. Dit is onder andere de regio waar het zwembad en sportcomplex De Bres zijn gevestigd. “In dit gebied speelt toegankelijkheid en veiligheid een belangrijke rol”, verklaart Steven Petit. “Ook hier willen we meer wandelcomfort creëren. In deze zone is het duidelijk dat we de kans hebben om een nieuwe stedelijke parkzone te maken.”
Het voorlaatste gebied werd omgedoopt tot de stedelijke Zenne. In deze omgeving waren vooral het Albertpark, het Elisabethpark en de Sint-Martinusbasiliek belangrijke aandachtspunten. “De stad is in deze omgeving goed bezig. De Parklaan wordt ondertussen al heringericht, wat goed is. Het zou fijn zijn om het Albertpark in de toekomst te veranderen waardoor de Zenne duidelijker zichtbaar wordt voor de bezoekers van het park”, verklaart Steven Petit.
In het zuidelijke gedeelte van Halle, de buurt rond het stadsmagazijn, de Delhaize en de Louis-Thevenetstraat was het niet zo evident om een leidraad te vinden: “Dit was voor ons het moeilijkste gebied. Enerzijds is er de spoorlijn waarmee we rekening moeten houden. Je zit daar ook met veel bruggen. Dit gebied is gelukkig nog heel erg groen maar om het Zennepad door te trekken, zullen we dit gebied toegankelijker moeten maken. We gaan hier ook in de buurt van het stadsmagazijn het park laten eindigen”, vertelt Steven Petit.
Hoe?
Maar hoe zullen deze gebieden er dan uitzien als het van het studiebureau afhangt? “Groen speelt eerst en vooral een belangrijke rol. Verder gaan we kijken waar water meer plaats kan krijgen. In dit park is de Zenne namelijk de centrale lijn. Een ander focuspunt blijven de trage wegen. Daarom willen we in het centrum een fiets- en wandelnetwerk maken. Op die manier maken we het park toegankelijk. Ten laatste gaan we ook focussen op de verblijfsplekken waar toeristen en bezoekers kunnen uitrusten en genieten van de natuur. Op die locaties zal steeds iets te beleven vallen", zegt Steven Petit.
Wanneer?
De vraag blijft wanneer we de eerste tekenen van dit plan gaan zien. “We kunnen de studie van Omgeving nog jarenlang blijven onderzoeken”, zegt burgemeester Dirk Pieters. “Maar dat gaan we niet doen. In september gaan we met dit plan naar de gemeenteraad stappen. Daar zullen we beslissen of dit document het waard is om tijdens de toekomstige werken als leidraad te gebruiken voor de inrichting van de stad. Het is een basis waarmee we in de toekomst zullen verdergaan.”