Veerle Maebe geeft tiende boek uit

Veerle Maebe rolde 23 jaar geleden in het beroep van schrijfster en heeft nu haar tiende boek Het dorp, ik weet nog hoe het was uitgegeven. Met een vijftigtal getuigen verspreid in heel Vlaanderen probeert ze het dorpsleven van vroeger bloot te leggen. Zelf ziet ze haar boek als een tijdsdocument waarmee de oude generatie zich kan identificeren en de jongeren, als ze dat willen, iets van kunnen leren.

Vanwaar kwam de inspiratie voor het boek Het dorp, ik weet nog hoe het was?

 Veerle Maebe: “Als er een boek klaar is ben ik altijd op zoek naar een nieuw onderwerp. Het idee om dit boek te schrijven kwam van een artikel met als kop: We zijn onze dorpen in een ijltempo aan het verknoeien. Wanneer ik naar prentkaarten kijk van 50 jaar geleden dan vind ik dat ook. Zo veel woonhuizen, prachtige boerderijen, kloosters en schooltjes verdwijnen. Ik ben dan gaan babbelen met mensen in de 80 of zelf 90 jaar en die konden mij vertellen over de jaren 40, 50 en 60. Met dit concept ben ik naar mijn uitgeverij, Houtekiet, gegaan en zij waren meteen enthousiast.”

Uw boek start met het hoofdstuk Geloof en Devotie. Vanwaar kwam de keuze om met dit onderdeel te beginnen?

 “Ik merkte telkens op dat Vlaanderen toen heel Katholiek was. Het leven speelde zich letterlijk en figuurlijk af onder de kerktoren. In elk gesprek kwam het geloof aanbod. Het ging dan vaak over hoeveel ze moesten bidden, hoeveel ze naar de kerk gingen en dat de dorpspastoors zich moeide met alles. Elke gezin had toen een priester of een kloosterzuster. Wie treedt er nu nog binnen? In sommige gezinnen werd bijvoorbeeld de oudste dochter verplicht om in te treden en dat vaak tegen hun zin.”

Een vijftigtal getuigen nemen uw lezers mee terug in de tijd. Wat is u het meeste bijgebleven van die getuigenissen?

 “Wat mij in veel verhalen is bijgebleven was hoeveel kinderen er stierven in die tijd door besmettelijke ziektes of ongevallen. Het was zelf zo dat er naast het gewone kerkhof een speciale kinderbegraafplaats was en dat kerkhof lag vol. Er was zelfs een getuige die tien kinderen had en daarvan zeven moest begraven. Het viel mij op dat dit het geval was bij meerdere gezinnen.”

Wat is het grootste verschil tussen het dorpsleven van vroeger en nu?

 “Op het einde van het boek stel ik de slotvraag of het vroeger nu beter was. Daarop antwoordde ze allemaal dat er vroeger een totaal gebrek aan comfort was maar dat ze wel de gemoedelijkheid van toen missen. In een dorp kende iedereen elkaar en was er een zekere burenplicht. Als een huismoeder ziek was, kwamen andere vrouwen uit zichzelf helpen. In die tijd bestonden er nog geen begrafenisondernemingen en daarom hielpen de buren met het klaarzetten en het dragen van de kist naar het kerkhof. Er was toen sprake van een hechtere gemeenschap”

Mocht u kunnen terugkeren in de tijd naar welke periode in uw boek zou u willen reizen? De jaren 40, 50 of 60?

 “Zo laat mogelijk om meer comfort te hebben. Zo'n tijd zonder de minste luxe moet niet makkelijke zijn geweest. Vele mensen hadden toen geen ijskast, geen bad en ze moesten door weer en wind gaan om naar het toilet te kunnen gaan. Nee, dan heb ik liever luxe.”


Nieuws melden Adverteren op Persinfo?