Van lambiekfanaten tot wandelaars en duivenmelkers: heel divers publiek komt overnachten in Halle

Halle is de winkelstad voor de Zennevallei en het Pajottenland. Halle heeft ook een aantal toeristische troeven. En toch is het verblijfstoerisme er pas de laatste 10 jaar echt aan een opmars bezig. Halle telt twee hotels, Hotel-Restaurant Les Eleveurs in het stadscentrum en Hotel-Restaurant-Taverne Alsput, op de grens van Halle en Sint-Pieters-Leeuw. Na corona vinden de verblijfstoeristen stilaan opnieuw de weg naar Halle. Zo vertelden Mieke De Baerdemaeker van Alsput en Amanda De Brouwer van Les Eleveurs ons tijdens een babbel op het Alsputterras. Hoe beide hoteluitbaters het toerisme bekijken, lees je in onze weekbijdrage rond toerisme, recreatie, vrije tijd en streekidentiteit in het Pajottenland, de Zennevallei en de Denderstreek.

 

Mieke en Amanda hebben beiden een hart voor Halle en hebben een band met de Zennevallei en het Pajottenland. Dankzij de inzet van Horeca Vlaanderen hebben ze, net als vele collega’s, de coronacrisis overleefd. De lente bracht al wat toeristen naar de boshyacinten en de Toer de Geuze was een voltreffer in de Halse hotels. Tijd voor het mooie weer, voor de wandelaars en de fietsers.

Dag Mieke en Amanda, jullie zijn de enige hoteliers in Halle. Komen de klanten stilaan terug sedert de versoepeling van de coronamaatregelen?

Amanda De Brouwer: “De zaken beginnen stilaan te hernemen. De toeristen, die komen stilaan terug. Vroeger kregen we vele Nederlanders over de vloer, nu is dat aantal nog wat gestegen. Zakenmensen zien we minder dan vroeger. Ik vermoed dat het digitaal vergaderen goed is ingeburgerd, en dat ze daardoor minder reizen. Maar ons seizoen is goed begonnen met de Toer de Geuze.”

Vorige week sprak ik met Luc Lippens, de voorzitter van de streekgidsen. Hij was tevreden dat de bezoeken aan de brouwerijen weer plaats vinden. Is dat ook positief voor jullie sector?

Mieke de Baerdemaeker: “Net als bij Amanda hebben we in Alsput een goed bezet weekend gehad met de Toer de Geuze. Er hebben veel Vlamingen bij ons overnacht. Een aantal trouwe bezoekers van de Toer de Geuze zijn niet geweest. Vermoedelijk zijn er mensen die het door corona nog wat veilig willen houden.”

Amanda: “In Les Eleveurs waren de Nederlanders in de meerderheid, we hadden een aantal Duitsers en minder Britten dan vroeger. De meesten blijven twee nachten, sommigen drie. Mensen genieten echt van hun weekend en blijven tot maandag. Op maandag kon de horecasector terecht bij Boon. Daarvoor hadden we ook een aantal boekingen uit Vlaanderen en enkele buitenlanders.”

Amanda De Brouwer:
“Bezoekers voor de geuzebrouwerijen zien we het hele jaar. En dat zal blijven. Wandelaars en fietsers vinden ook goed de weg naar de Halse hotels.”

Het toeristisch seizoen in Halle start met het hyacintenfestival in het Hallerbos. Zorgt dat voor overnachtingen bij jullie?  

Amanda: “De bezetting tijdens het hyacintenfestival was zoals in de précorona-tijd. Het festival was altijd een minder drukke periode dan het weekend van de Toer de Geuze. Er waren nog Chinezen dit jaar, maar minder dan vroeger. We kregen zelfs bezoekers uit Nieuw-Zeeland. Veel toeristen komen vanuit Brussel met de trein. Ze nemen de pendelbus aan het station en na het bezoek aan het bos vertrekken ze terug. De opbrengst voor de Halse middenstand is zeer beperkt.”

Mieke: “Indien de pendelbus in de andere richting zou rijden, dan kunnen de toeristen nog eens afstappen in het centrum en kan vooral de horeca nog wat volk aantrekken. De stad zou ons ook kunnen helpen met het uitwerken van een hyacintenarrangement, dat bestaat nu nog niet.”

Amanda: “Enkele jaren geleden waren de winkels tijdens het hyacintenfestival open op zondag. Dat heeft maar een jaar geduurd. Er waren geen extra bezoekers in de winkels.”

Buiten die evenementen, welk soort reiziger komt het meest bij jullie langs?

Amanda: “Bezoekers voor de geuzebrouwerijen zien we het hele jaar. En dat zal blijven. Zeker nu Oud Beersel en Boon een bezoekersruimte hebben die een of meerdere dagen per week open is voor individueel bezoek. Wandelaars en fietsers vinden ook goed de weg naar de Halse hotels. Je hebt de ‘trekkers’ die een nacht blijven logeren. De meeste sportievelingen en andere toeristen komen meestal voor twee nachten.”

Mieke: “Die trekkers, dat zijn de stappers die bijvoorbeeld Compostella als doel hebben of een GR, een Grote Route-pad, volgen. En de fietsers die de Vlaanderen Fietsroute afwerken komen meestal vanuit het Leuvense en rijden via het Pajottenland richting kust. We moeten zeggen dat Vlaanderen Vakantieland goede promotie maakt voor het wandel- en fietstoerisme. En met het toerismekantoor van Halle hebben we hiervoor ook een goede samenwerking.”

Amanda: “De fietser die langer blijft fietst liefst naar Ronquières, want de heuvels in de Zennevallei en het Pajottenland vinden ze soms te lastig. Dat verandert wel, nu er meer e-bikes worden gebruikt.”

Mieke De Baerdemaeker:
“Er is zoveel te beleven in Halle, in de Zennevallei en in het Pajottenland. Je hebt uiteraard de basiliek en een aantal interessante plaatsen in Halle. Ook wie graag winkelt, kan hier terecht.”

Zoals overal, zal er ook in de Halse hotels een verscheidenheid zitten bij de logeerders?

Mieke: “Er is inderdaad veel verscheidenheid onder de toeristen. Zo zijn Fransen gewoon veel kilometers te rijden met de wagen. Een groep bleef eens vier nachten en ze bezochten behalve Brussel ook Brugge en reden een dag naar Keukenhof in Nederland.”

Amanda: “De vergaderingen van de Internationale Duivenbond vinden plaats in Halle, in de buurt van Don Bosco. Dan komen er duivenmelkers van Portugal, Mexico, Japan en zo meer. Een van die buitenlanders had eens een duif mee voor een collega en nam die mee op de kamer. Dat was een verrassing voor mij. Da’s niet alles. In Don Bosco is er een internationale kattenshow. Sommigen wensen een kat mee te nemen op de kamer. Een duif houden ze die ene nacht nog in een mand. Die kat loopt dan wel rond in de kamer. Dat vraagt extra poetswerk en ik vraag dan toch een extra vergoeding. Ik hou van dieren, maar in onze sector moet je dat toch goed afwegen.”

Mieke: “Ik moet je bijtreden Amanda.”

Lees verder onder de foto.

Waar sturen jullie toeristen naartoe die bij jullie overnachten?

Mieke: “Er is zoveel te beleven in Halle, in de Zennevallei en in het Pajottenland. Je hebt uiteraard de basiliek en een aantal interessante plaatsen in Halle. Ook wie graag winkelt, kan hier terecht. Dan zijn er de kastelen in Gaasbeek en Beersel en de rozentuin van Coloma. Het mooiste moment om naar Coloma te gaan is tijdens de rozenbloei. Ook de architectuur van de tuin vind ik de moeite waard, zelfs in de andere seizoenen.”

Amanda: “Naar de graffitimuur langs het kanaal stuur ik ook wel mensen, en naar Vollezele. Het Museum van het Belgisch Trekpaard is de moeite. Aan groepen stellen we ook huifkartochten voor. En als de Zenneterrassen in Halle afgewerkt zijn, hebben we er nog mooie rustplekken bij.”  

Wordt er voldoende promotie gemaakt voor al die beleving in de brede regio?

Mieke: “In Halle wordt er mooie promotie gevoerd voor een aantal zaken. Ik heb het gevoel dat er binnen de ruime regio van Pajottenland en Zennevallei zeker meer mogelijk is. Ik heb de reflex om steeds over Halle, over Zennevallei en over Pajottenland te praten tegen onze gasten. Ook in onze digitale communicatie pikken we dat op. De stad en de streeknamen zijn goed gekend, zeker in Vlaanderen.”

Amanda: “Ik pas dezelfde werkwijze toe in Les Eleveurs.”

Mieke: “De term Groene Gordel komt hierdoor eigenlijk niet aan bod. En voor buitenlandse bezoekers is het belangrijk dat ze weten dat Halle maar 15 kilometer van Brussel ligt.”

Amanda: “We zijn in Halle ooit samen gekomen om de ingang tot de stad te verbeteren. Dat project is verwaterd. Het extern bureau had te weinig kennis van de plaatselijke problematiek. Vanuit Halle moeten ze ook meer samenwerken met de gemeenten die links en rechts van de Zenne liggen, eigenlijk met het hele Pajottenland en de Zennevallei. Die bemerking geldt zeker ook in de omgekeerde richting. Die kruisbestuiving zal voor iedereen een win-win opleveren. Ik heb het gevoel dat Halle niet klaar is om echt in te zetten op toerisme.”

Mieke: “Het gebruik van beide streeknamen is ook belangrijk. Ik begrijp dat de ambassadeurs van het Pajottenland in hun logo moeilijk beide streeknamen kwijt kunnen. Maar in de geschreven communicatie zou behalve Pajottenland ook Zennevallei meer moeten vermeld worden.”

Amanda: “We horen dat het Pajottenland kandidaat is om landschapspark te worden. En dat het Hallerbos als onderdeel van de Brabantse Wouden meedingt om nationaal park te worden. Het zou het toerisme in de streek zeker helpen als deze kandidaturen leiden tot een erkenning. Als een van beiden goedkeuring krijgt, is het al een stap vooruit.”

Mieke De Baerdemaeker:
“In Halle wordt er mooie promotie gevoerd voor een aantal zaken. Ik heb de reflex om steeds over Halle, over Zennevallei en over Pajottenland te praten tegen onze gasten. Ook in onze digitale communicatie pikken we dat op. De stad en de streeknamen zijn goed gekend, zeker in Vlaanderen.”

Werken jullie als hoteliers samen met de lambiekbrouwers?

Amanda: “We hebben geen arrangementen samen, maar we zijn wel met de brouwers overeen gekomen dat wij hun aanbod promoten en dat zij hun bezoekers naar ons doorverwijzen.” 

Mieke: “Het zou mooi zijn mocht de toeristische dienst de rol opnemen om die arrangementen uit te werken.”

In onze reeks hadden we het al over het DNA van de Pajot. Wat is volgens jullie het DNA van een Hallenaar?

Amanda: “Voor mij heeft een inwoner van een stad een meer open geest dan iemand van het platteland. In een stad heb je makkelijker contacten dan op de buiten. De Hallenaar maakt graag plezier, kijk naar carnaval. Als er iets te doen is dan komt die buiten. Anders zijn de straten hier leeg. De leegstand is wel jammer, maar daar worstelt elke provinciestad mee. Het is wel tof dat we nog een aantal gezellige volkscafés hebben, zowel in Halle als in de rest van de streek.”

Mieke: “Om meer publiek naar de winkels te trekken, mag er een beter parkeerbeleid komen. De tarieven zijn al gedaald, maar om op zaterdag weer een levende stad te bekomen, zijn er bijkomende maatregelen nodig. We horen sommigen vragen of gratis parkeren op zaterdag misschien meer volk op de been brengt. Aan een aantal bedrijven, die kort bij het centrum gelegen zijn, zou de stad kunnen vragen of hun parkeergelegenheden op zaterdag kunnen worden gebruikt. 200 geparkeerde wagens extra leveren snel 400 tot 500 bezoekers op.”    

Amanda De Brouwer:
“Nu spreken we over toeristen ontvangen, het hele jaar door, week in en week uit.  In 2010 sloot mijn papa in het weekend het hotel want er waren geen toeristen. De echte verandering is er pas vier tot vijf jaar geleden gekomen.”

Wat is jullie favoriete plekje in de regio?

Mieke: Ik ben geboren in het Pajottenland en Gaasbeek met het kasteel, het park en de tuin, het dorpsplein is een plek waar ik graag naartoe ga met de kleinkinderen.”

Amanda: “Geef mij gerust de Grote Markt in Halle, om er mensen te ontmoeten en een babbeltje te slaan. Om te ontspannen ga ik regelmatig naar het Hallerbos. Ik ben hier geboren en Hallegezind. Voor het hotel moet ik ook wel in de buurt blijven, als er klanten aankomen.”

Hebben jullie een favoriet streekproduct?

Amanda: “Op z’n Hals gezegd: ‘fraisen’.

Mieke: “Voor mij ook aardbeien. Als kind leerde ik lambiek drinken, of beter gezegd: lambiek met suikerwater.”

Amanda: “Ik lust wel een MeuZenne, een combinatie van geuze met schuimwijn, ontwikkeld door mijn broer Andy.”

Lees verder onder de foto.

Wat willen jullie in 2022 beleven in Halle of in de omgeving?

Amanda: “Misschien heb ik de tofste dagen  al gehad. Ik heb uitgekeken naar carnaval. Het hotel zat vier dagen vol, maar we hebben zelf ook goed gefeest. Na carnaval lag de focus op de Toer de Geuze. Nu hopen we op veel fietsers en wandelaars.”

Mieke: “Ik hoop vooral dat het gewone leven zich kan herpakken en dat we in Alsput kunnen genieten van toeristen die na hun verblijf tevreden naar huis terugkeren.”

Amanda: “Weet je, nu spreken we over toeristen ontvangen, het hele jaar door, week in en week uit.  In 2010 sloot mijn papa in het weekend het hotel want er waren geen toeristen. De echte verandering is er pas vier tot vijf jaar geleden gekomen.”

Lees meer over 'Toerisme en vrije tijd' op persinfo.org

 

 


Nieuws melden Adverteren op Persinfo?