L.S. werd gedwongen naar een Dexia-bankkantoor langs de De Smet De Naeyerstraat te rijden waar hij directeur is om er geld uit de kassa te halen. In het andere Dexia-kantoor langs dezelfde straat, waar de vrouw als bediende werkt, moest zijn hetzelfde doen. In beide kantoren waren op het moment van de gebeurtenissen andere personeelsleden aanwezig, maar niemand verwittigde de politie of probeerde in te grijpen, waarschijnlijk om de familie van hun collega’s te beschermen.
Wanneer ze met het geld haar bankkantoor had verlaten, stootte N.J. op een lege auto. Van haar echtgenoot, kinderen of de overvallers was geen spoor meer. Ze besloot niets te ondernemen en in de wagen te wachten en dat bleek een juiste keuze. Even later kwam een van de daders haar ophalen om samen naar een parking te rijden op de Wemmelse Steenweg, vlakbij het Boudewijnpark. Daar stonden alle anderen hen op te wachten.
Terwijl de gangsters de auto van L.S. in brand staken werden ze opgemerkt door een parkwachter, die de mannen wilde aanspreken. Dat werd echter meteen beantwoord door twee schoten om hem weg te jagen. Uiteindelijk gingen de boeven er vandoor met hun eigen wagen en lieten ze het verbouwereerde gezin achter bij de auto van de moeder.
Er werd nog een klopjacht op het getouw gezet om de daders te vinden, maar dat was zonder resultaat. De slachtoffers bleven allemaal ongedeerd, maar waren wel bijzonder onder de indruk en moesten psychologisch begeleid worden. De kantoren bleven de hele dag gesloten.