REGIO - Roger Kesteloot, directeur-generaal van De Lijn, stelt de bussen op het platteland in vraag. Reizigersvereniging TreinTramBus stelt in een reactie dat investeringen in de steden hard nodig zijn, maar niet ten koste van het platteland. Een betere doorstroming is het beste middel voor een betere efficiëntie bij De Lijn.
In een interview met De Standaard vraagt Kesteloot meer investeringen voor het openbaar vervoer in de steden. “Hier gaan we helemaal mee akkoord”, zegt Jan Vanseveren, woordvoerder van TreinTramBus. “Meer openbaar vervoer en minder auto is absoluut noodzakelijk voor de leefbaarheid van onze steden. Alleen mag dat niet ten koste gaan van het openbaar vervoer op het platteland. Mobiliteit is een basisbehoefte, even essentieel als onderwijs of medische zorgen. Met de besparingen van 2012 is de bodem bereikt. Als nu nog wordt gesnoeid in het aanbod, is basismobiliteit echt niet meer gegarandeerd. In regio’s waar basismobiliteit is ingevoerd, stellen we ook vast dat de bussen goed gebruikt worden. Belbussen zijn een stuk minder klantvriendelijk dan reguliere bussen: je moet ze twee uur op voorhand reserveren.”
Kan er dan nergens bespaard worden? “Toch wel. Door een betere doorstroming voor tram en bus in de grote steden, kan je hetzelfde aanbod bieden met minder trams en bussen. In Antwerpen alleen al, kan je op elke tramlijn met één voertuig minder als alle lichten voor de tram op groen staan: een enorme besparing. De middelen die daarmee vrijkomen kan je investeren in een versterking van het aanbod. Meer doorstroming voor tram en bus is dan ook de eerste taak voor de volgende Vlaamse regering.”
65-plussers
Kesteloot pleit ook voor een stopzetting van het gratis openbaar vervoer voor 65-plussers. “Dit is een visie waar we achter staan. Goedkoper openbaar vervoer voor mensen met een laag inkomen, is beter dan gratis louter op basis van de leeftijdgrens. Wat heb je overigens aan een gratis bus, als die bus afgeschaft is”, vraagt Vanseveren zich af.