Te weinig bijen geteld in Gooik?

De werkgroep Bij-EEN liet,  met de financiële ondersteuning van de gemeente Gooik en de provincie Vlaams-Brabant, een bijeninventarisatie opmaken door een studiebureau. De werkgroep wilde weten of er in Gooik voldoende wordt gedaan om de bijenpopulaties te ondersteunen en welke bijenpopulaties er bestaan. Met deze info in de hand kunnen de werkgroep BIJ-EEN en de gemeente Gooik verdere acties uitwerken voor 2018 en later.

De resultaten moesten betrouwbaar zijn om latere vergelijkingen toe te laten. Tussen midden-april en september werden bijen gevangen met vlindernetten. Acht specifiek uitgezochte locaties werden 5 keer bezocht.

 De locaties zijn:

1.De Woestijn,

2. Kindekensstraat nabij insectenhotel met fruitbome

3. Holle weg – geploegd tot aan de rand

4.Padenbroek -Lombergbos – beschermd habitat en VEN-gebied

  1. Winnepenninckxstraat
  2. Oetingen – Frankrijk-/Warandestraat. Klein insectenhotel, ingezaaide bloemenstroken en bio-fruitteelt
  3. Oetingen – Bergstraat – ruige vegetatie
  4. Langestraat – Ruigte

 De onderzoekers troffen over alle locaties 25 soorten bijen aan.  Er werden enkele minder algemene soorten zoals de Asbij, Kleine harsbij, Gewone franjegroefbij en Gewone dwergbloedbij gevangen.

 De meeste bijen werden aangetroffen in de gebieden 6 (13) en 7 (15). Dat zijn echte voorbeeldlocaties met fruitbomen, bloemenweides, wisselend maaibeheer op de biologische boomaard (6)  en een permanente voedingsbron in de ruige vegetatie (7).

Het kleinste aantal in de locaties 3 en 8 waar er telkens 8 bijtjes werden gevangen.

Een beschermd gebied is niet noodzakelijk een plaats waar er zich veel bijen ophouden als er geen geleidelijke overgang van bos naar akkers bestaat.

 Aanbevelingen

 Het studiebureau stelde vast dat de bijenhotels goede resultaten geven maar ze zouden ook aantrekkelijker kunnen gemaakt worden voor citroenvlinders en dagpauwoog. Even belangrijk als nestplaats is een voldoende voedselvoorraad.

 Een beheer gericht op voldoende structuurvariatie zal tevens zorgen voor een gevarieerd aanbod. Hiervoor kan aandacht besteed worden aan het gevoerde bermbeheer en het beheer van kleine landschapselementen (landschap-en natuurbeheer.

 Bij specifieke aanplanten/inrichtingen kan gekeken worden dat er gewerkt wordt met nectar/stuifmeel dragende planten (drachtplanten). Vooral in de periode juli - september is er meestal in de natuur wat minder ter beschikking. Een soortenkeuze daar op afgestemd zal dan ook een goede aanvulling hierop kunnen vormen.

 Zoomvegetaties in de bosranden vormen een belangrijke aanwinst. Daarnaast is het creëren van bloemrijke akkerranden eveneens een belangrijke aanwinst. Landbouwers ploegen frequent tot in de berm of zelfs tot aan de straatkant. De berm vrijwaren en eveneens nog een extra onbemeste grazige zone (eventueel met heg) zal daarbij nog een groter voordeel opleveren. Dit betekent niet alleen een grotere oppervlakte van bloemrijke habitats, maar eveneens zal dit zorgen voor een vermindering van uitspoeling van nutriënten in de aangrenzende habitats.

Gooikse bijeninventaris

 De ene methode is de andere niet

 Enkele leden van Natuurpunt reageerden teleurgesteld op de aantallen die door het aangeduide studiebureau waren geteld. “In Gooik troffen vrijwilligers wel 64 bijensoorten aan. We maken ons de bedenking dat met gewoon van rondlopen met een vlindernet de indruk gegeven wordt dat er hier weinig bijen voorkomen.”

Jens D'Haeseleer van Natuurpunt Studie: “Als later iemand bij een opvolging deze studie beter uitvoert en er enkele soorten meer worden geteld, kan de conclusie getrokken worden dat het beter gaat met de bijen terwijl dat helemaal niet zo is.  Natuurpunt heeft al jaren ervaring met het volgen van bijen en wij kunnen bijvoorbeeld tips geven om het zelfs beter te maken voor specifieke soorten. Er zou zo veel meer kunnen gedaan zijn. “

Natuurpunt Studie mailde een uitgebreid verslag naar de Bijenwerkgroep, over wat er volgens hen verkeerd liep. “We hopen dat de werkgroep er iets mee kan doen naar de gemeente toe want deze vrijwilligers leveren heel goed werk. Natuurpunt wil hen ook verder helpen door bijvoorbeeld een wandeling te leiden met enkele experten, zoals we er al honderden deden”, aldus Jens D'Haeseleer.

 Het studiebureau hanteerde blijkbaar een wetenschappelijke methode voor haar tellingen en wijst er in haar verslag op dat er bij een grondiger en langere studie er wel meer soorten zullen aangetroffen worden.


Nieuws melden Adverteren op Persinfo?