BRUSSEL - De rechtbank van eerste aanleg heeft vandaag de vordering van de zogenaamde ‘Softenon-kinderen’ onontvankelijk verklaard door verjaring. Volgens de rechter moest de zaak zijn ingeleid binnen de vijf jaar na de opgelopen schade. Het geneesmiddel Softenon werd in de jaren ’60 voorgeschreven aan zwangere vrouwen, maar zorgde voor misvormingen en sterfte bij kinderen.
De slachtoffers achten de Belgische staat verantwoordelijk en hadden een proces aangespannen omdat ze vonden dat ze niet voldoende waren opgevangen. Ze eisten erkenning, excuses en een schadevergoeding. De advocaten van de Belgische staat haalden aan dat de feiten verjaard zijn en kregen vandaag gelijk van de rechtbank.