Philip Demanet: "Het was nooit mijn doel om handelaar te worden"

Hij is de derde generatie die de winkel uitbaat en weet als geen ander dat een handelszaak regelmatig moet evolueren. Philip Demanet van Lederwaren Demanet is een echte Halse handelaar die niet enkel gepassioneerd is door zijn eigen zaak. Hij organiseert namelijk regelmatig evenementen in het handelscentrum die heel wat bekijks hebben. Een centrum vol oldtimers, een modeshow of zelfs een overdekte Basiliekstraat. Het zijn allemaal ideeën die door zijn hoofd spoken. 

Dag Philip, samen met een paar collega-handelaren organiseerde je vorige week vrijdag een straatmodeshow. Hoe is dat evenement bevallen?

“We gaan binnenkort een evaluatie doen. Natuurlijk loopt alles op de dag zelf niet altijd zoals je het hebt gepland. Maar ik denk toch dat iedereen wel redelijk positief was over het evenement. Er komt zeker en vast een vervolg, ik loop al met wat ideeën rond voor een wintermodeshow. Toen het verhaal in het nieuws kwam en op sociale media verscheen, kreeg ik vanzelfsprekend zowel positieve als negatieve commentaren op het initiatief.”

Je werkt ook mee aan de Happy Days die op 20 mei doorgaan, ook al stapte je op bij de Verenigde Handelaren Halle.

“Ja, we zitten nu nog wat in een overgangsperiode. Toen ik opstapte bij de Verenigde Handelaars Halle heb ik gezegd dat ik Happy Days nog mee wilde organiseren. Het is namelijk mijn favoriete evenement en ik vind het fantastisch om in het centrum de tijd een dag terug te draaien naar de jaren vijftig en zestig door middel van oldtimers. Ik hoop dat Happy Days een succes wordt maar dat zal grotendeels afhankelijk zijn van het weer. Misschien organiseer ik dit evenement in de toekomst nog eens, al dan niet alleen, dat zullen we nog wel zien.”

Naast al die evenementen ben je nog steeds uitbater van een winkel die al lang bestaat. Hoe is het verhaal van lederwaren Demanet begonnen?

“Mijn grootvader was fabrikant van ‘kitbags’, je kan dat vergelijken met een soort van sporttassen. Hij maakte die destijds voor het Belgische leger tijdens de tweede wereldoorlog. Na het einde van de oorlog startte hij vervolgens met het maken van boekentassen. Mijn grootmoeder kwam destijds op het idee om na de oorlog te starten met een klein winkeltje in Sint-Rochus. Zij verkocht dan de zaken die mijn grootvader maakte. Niet veel later begonnen ze dan met het aankopen van spullen om die dan vervolgens te verkopen.”

“In 1963 stapte mijn vader in de zaak en toen is Lederwaren Demanet verhuisd naar het centrum van Halle. Ik ben 27 jaar geleden een beetje in de zaak gerold. Het was nooit echt mijn doel om handelaar te worden en mee te draaien in de winkel. Ik hielp aanvankelijk gewoon hier en daar wat omdat mijn informaticakennis goed van pas kwam in de zaak. Ik heb ook boekhouden gestudeerd dus kon ik me ook wel meteen nuttig maken in de administratieve kant van het verhaal. Toen vond ik het een goed idee om mee in de zaak te stappen maar de tijden zijn een beetje veranderd, de gouden periode is voorbij. Als er een handelaar durft te stellen dat het hier goed gaat dan is dat een leugenaar, al moet ik wel stellen dat onze zaak wel nog degelijk draait.”

Jullie kozen er door de jaren heen voor om over te schakelen van rugzakken naar handtassen. Was dat destijds de beste keuze?

“Ik denk dat, dat een natuurlijke evolutie van de markt was. We hebben altijd geprobeerd om nieuw en trendy te zijn. Vroeger was er een stormloop naar rugzakken van Kipling en Eastpak. Maar nu interesseert een rugzak de jeugd niet meer, zolang er maar boeken in passen is het voor hen in orde. Meisjes dragen sowieso al geen rugzakken meer en aan jongens kan het niets meer schelen. Vroeger was dat anders, toen moesten jongeren boekentassen van Kipling hebben om mee te zijn, dat is nu anders.”

“Daarom kozen we ervoor om nu meer te focussen op handtassen en bagage. Dat komt ook door de enorme opkomst van retro-accessoires en recyclage, dat is nu een beetje de trend maar daarin kunnen wij niet meegaan. Recyclagehandtassen bestaan namelijk bijna niet. We leven tegenwoordig ook in een wegwerpmaatschappij, we gebruiken een handtas of schoenenpaar slechts zes maanden en als die kapot is, geen probleem, dan kopen we een nieuwe. Producten van leer komen ook steeds minder voor. In handtassensector merk ik dat steeds vaker, daar gebruiken ze bijna altijd de kunststof PU, je kan dat vergelijken met plastic. Met die stof zijn de kleurencombinaties eindeloos.”

Hebben handelaren het zwaarder door de vele werken die stad de voorbije jaren uitvoerde?

“Persoonlijk moet ik zeggen dat ik altijd erg goed heb kunnen samenwerken met de stad toen ik bij de Verenigde Handelaars zat. Er werd steeds veel gecommuniceerd en constructief gewerkt, ook al lagen de visies soms wat uit elkaar. Het beeld dat het stadsbestuur voor ogen heeft op middellange tot lange termijn is goed. Ik ben het volledig eens met wat de stad doet. Maar het probleem is dat, dat allemaal op lange termijn gaat gebeuren. Het heeft volgens mij wat lang geduurd vooraleer ze in actie zijn geschoten en beseften dat er iets moest veranderen.”

“Kijk nu bijvoorbeeld naar de werken op de Beestenmarkt. Als die volledig zijn afgerond dan wordt dat een erg gezellige plaats. Sommige handelaren klagen dan dat die transformatie ervoor zal zorgen dat er wat parkeerplaatsen verdwijnen. Maar dat zijn eigenlijk geen parkeerplaatsen van de klanten, maar wel van een aantal handelaren zelf. Zij nemen zelf de plaatsen van de klanten af. Je moet eens gaan kijken, het zijn altijd dezelfde auto’s die daar staan. Een schoon plein met wat groen is toch veel aantrekkelijker voor potentiële klanten dan wat parkeerplaatsen.”

Welke evenementen mogen we in de toekomst nog van jou verwachten?

“Tijdens Happy Days ga ik opnieuw een pop-up-store openen. We gaan ons leegstaand pand hiernaast dan omtoveren tot een garage, om in het thema te blijven. Ik heb een artiest uitgenodigd die veel bezig is met pinstriping. We gaan zijn hele werkomgeving hier nabouwen en we gaan zijn eigen kunstverzameling uittesten en combineren met de polyesterdieren die mij zoon in zijn vrije tijd maakt. We willen daarmee aftoetsen of dat underground-thema hier kan aanslaan. De mensen uit dat milieu zien er ruig uit maar zijn heel erg creatief.”

“Ik heb op dit moment nog veel ideeën die ik graag zou willen uitwerken maar ik weet nog niet echt hoe ik die ga uitwerken. Soms twijfel ik om bepaalde ideeën door te geven naar een grote organisatie of dergelijke, die hebben dan meer middelen om alles grootser uit te werken. Probleem is dan wel dat je zelf geen controle meer hebt en niet meer echt weet wat ze dan uiteindelijk met jouw concept gaan doen.”

“Deze zomer ga ik waarschijnlijk niets meer op poten zetten omdat je nu al veel vaste evenementen, zoals de Braderie, hebt die er zitten aan te komen. In het najaar ben ik aan het nadenken over een ‘Winterbar’ in Halle. Gisteren bedacht ik zelfs dat het misschien een idee zou zijn om een deel van de Basiliekstraat te overdekken. Ik weet niet of dat haalbaar is maar het zou wel tof zijn om in het midden van de winter dan een soort van bar op te richten.”


Nieuws melden Adverteren op Persinfo?