ITTERBEEK - Het gemeentebestuur stelt twee keer per maand een speciaal busje met een lift ter beschikking om er voor te zorgen dat de negenjarige Lundya met haar klasgenootjes meekan naar de bibliotheek en andere buitenschoolse activiteiten. Totnogtoe zorgde haar mama voor het vervoer. Als ze een dagje vrij kreeg op het werk, tenminste. Kon dat niet, dan moest Lundya alleen op school achterblijven.
Lundya lijdt aan een variant van de spierziekte van Wernick-Hoffman, waardoor ze niet kan lopen, maar zich verplaatst met een automatische rolstoel. De zoektocht naar een geshcikte school was dan ook geen sinecure. “Samen met een GOK-begeleider hebben we verschillende scholen bezocht”, zegt Hinda Haik. “Onder andere De Klimop, vlakbij waar we wonen, maar daar waren te veel trappen. ’t Keperke was de enige met een lift en er werden ook hellingen geplaatst aan alle drempeltjes. Voor Lundya is het de perfecte school, ze wordt er goed verzorgd.” De rolstoel zorgde echter voor een bijkomend probleem bij uitstapjes. Lundya kan er immers niet zomaar de schoolbus mee op. Er is een speciaal busje nodig met een lift.
“We krijgen nu van de gemeente twee keer per maand zo’n busje ter beschikking”, zegt meester Jan van basisschool ’t Keperke. “Daardoor kan Lundya mee naar de bibliotheek en bijvoorbeeld een theaterbezoek. Mocht het uitzonderlijk voorkomen dat we drie keer per maand op uitstap gaan, zullen we toch nog een beroep moeten doen op haar mama.”
Dat vind Hinda geen drama. “Ik ben het nu al zo gewoon”, lacht ze. “De afgelopen vier jaar moest ik telkens vrijaf nemen op het werk om ervoor te zorgen dat Lundya mee kon met haar vriendjes. Die last valt nu van mijn schouders, dus heel af en toe nog eens opdraven doe ik met plezier. Mijn werkgever reageerde altijd begripvol, maar je kan dat niet blijven doen, natuurlijk.” Lundya zelf vond die regeling eigenlijk niet zo heel erg. “Daardoor zag ik mijn mama overdag ook nog eens”, glimlacht het pientere meisje. “Vermits ik mijn mama graag zie, was dat best leuk.”
Hoewel het busje inschakelen de gemeente per jaar 2.000 euro kost, vindt schepen van onderwijs Georges De Vliegher (CD&V) het niet meer dan normaal dat die inspanning gedaan wordt. “Ieder kind is gelijk”, zegt hij. “Het enige alternatief is haar niet meenemen, maar we kunnen binnen één klas toch geen onderscheid maken tussen de kinderen?” Toch zal Lundya niet zomaar overal mee naartoe kunnen. “Boswandelingen en zwemlessen zijn voor haar helaas uitgesloten”, zegt meester Jan. “Maar dan zorgen we er altijd voor dat er opvang is of dat Lundya een dagje thuis mag blijven.”