Het Belgische kampioenschap Bellemannen stond in het thema van “Paardenkracht” omdat in september 25 jaar Prins wordt gevierd met een grootse optocht met meer dan 100 Brabanders. Maar het kampioenschap stond even zeer in het teken van “10 jaar Gronckelman”.
Emiel Walravens vierde net op de dag van het kampioenschap ook zijn 71e verjaardag. Die verjaardagen konden de organisatoren niet laten voorbijgaan. Maar hoe zet je zo een monument in de bloemetjes? Met bloemen? Nee toch!!
Een buurman brak er zijn hoofd over. Hij wilde alle bellemannen in een advocatentoga laten optreden, als imitators van de Gronckelman, maar het huren van 15 toga’s oversteeg het budget. Dan maar op zoek naar een goede toneelspeler om de Gronckelman en zijn fratsen op te voeren. Blijkt dan er op 25 juni al heel wat mogelijke toneelspelers of regisseurs op vakantie vertrokken waren.
“Mille Groenkel”
De partner van de buurman stelde dan voor om even hulp in te roepen van de Pamelse volkszanger Walter Evenepoel. Walter was collega leraar en is vriend van Emiel. Aan Walter werd voorgesteld om enkele liedjes over Lennik te zingen maar vooral om het lied “Mile Moldjer” van Arjaun te herschrijven tot “Mille Groenkel”. Walter zag dat onmiddellijk zitten. Hij kon het melodietje niet uit zijn hoofd zetten en een dag later stond de liedjestekst al grotendeels op papier. Walter vond zelfs een echte Lennikse die de juiste dialectklanken kon aanbrengen.
Dan nog op zoek naar een advocatentoga om Walter in de gepaste kledij te laten optreden. Geert De Cuyper was onmiddellijk bereid om zijn toga een dagje af te staan. Hij deed de Gronckelman ook een nieuwe bef cadeau want de oude, die al 10 jaar mee ging, zag er niet meer uit. Om alle misverstanden uit te sluiten, een bef (van het Frans bavette = morsslab) is een ornament van de beroepskledij, dat tegenwoordig gedragen wordt door de magistratuur, de advocatuur en de clerus. (cfr Wikipedia)
Roepen
Het mocht nog iets meer zijn. Wat zou het geven als alle deelnemende bellemannen een roep van de Lennikse Gronckelman zouden voordragen? Maar hoe geraak je aan die roepen? Gewoon door Miels partner Trees in het grootste geheim in te schakelen en in zijn computer op zoek te gaan naar de teksten.
Alle bellemannen kregen de teksten van de roepen en het lied en de melodie doorgemaild zodat ze zich konden voorbereiden. En dat deden ze als de beste, zoals te zien is in het bijhorende filmpje. Het leek alsof alles een hele maand gerepeteerd was.
Schilderij
De gemeente bedacht de Gronckelman ook met een cadeautje voor zijn inzet gedurende 10 jaren. Het werd een schilderij van een Lennikse kunstenares.
Tranen
Miel was door zo veel eerbetoon gewoon van de plank. Hij die altijd, zonder verpinken, een woordenvloed kan produceren, stond er met zijn mond vol tanden en zijn zakdoek nat van de gelukstranen, die hij moest opdrogen.
Maar even later stond de Gronckelman er weer om zijn modelroep rond het thema “Paardenkracht” te roepen.