Juridisch fonds staat leerkrachten bij tegen ouders

Scholen kunnen voortaan via een online formulier tot € 10.000 tussenkomst bekomen voor gerechtskosten die ze hebben moeten maken omdat ouders procederen tegen beslissingen van de klassenraad. Het nieuwe juridisch fonds springt ook bij als leerkrachten slachtoffer worden van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag. Onderwijsminister Ben Weyts wil zo meer waardering tonen voor leerkrachten. De schrik voor juridische procedures zit er immers diep in: leerkrachten voelen zich vaak verplicht om veel documentatie te verzamelen over leerlingen, zodat ze een eventueel B- of C-attest uitgebreid kunnen verantwoorden.

Dit zorgt voor een gigantische planlast, en scholen moesten tot nu ook opdraaien voor de gerechtskosten als een beslissing toch aangevochten werd. Dat verandert nu. Weyts heeft de bewijslast al omgedraaid: voortaan moet de klassenraad in een beroepsprocedure niet bewijzen dat bijvoorbeeld een Bof een C-attest terecht is, ouders moeten bewijzen dat het onterecht was. En als er toch een rechtszaak van komt, dan kunnen scholen beroep doen op het nieuw juridisch fonds. “Wij staan aan de kant van de leerkrachten, in woord en in daad”, zegt Weyts. “Het is tijd dat we meer waardering opbrengen voor leerkrachten. Dat betekent ook dat we respect tonen voor hun oordeel. En dat we directies onnodig papierwerk en zorgen over gerechtskosten besparen”.

Elk jaar trekken gemiddeld 10 tot 20 ouders naar de Raad van State om een B- of een C-attest aan te vechten. Dat is een beperkt aantal, zeker als je weet dat leerkrachten elk jaar vele duizenden beslissingen nemen over getuigschriften. Toch werpt het kleine aantal juridische betwistingen een grote schaduw over het onderwijs: veel directies en leerkrachten voelen zich verplicht om elke beslissing te verantwoorden met dikke pakken papier, voor het geval er een B- of een C-attest van komt en deze beslissing juridisch aangevochten zou worden. Dit neemt veel waardevolle tijd van leerkrachten in beslag. Veel papierwerk maakt een beroep minder aantrekkelijk en dit alles heeft ook een impact op de onderwijskwaliteit. Hoe meer tijd leerkrachten moeten steken in onnodig papierwerk, hoe minder tijd er overblijft voor de echte kerntaak: lesgeven. Bovendien waren scholen vaak bezorgd over de kosten die juridische procedures met zich meebrengen. Scholen kunnen nu via een online formulier tot € 10.000 tussenkomst bekomen voor gerechtskosten die ze hebben moeten maken omdat ouders procederen tegen beslissingen van de klassenraad of wanneer de school tussenkomt in juridische procedures wanneer een leerkracht slachtoffer werd van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag. Concreet kan het gaan om de advocatenkosten, de procedurekosten (zoals de griffie- en de registratierechten) en de rechtsplegingsvergoeding.

Scholen kunnen vanaf nu juridische kosten aanbrengen die teruggaan tot september 2023. Dat betekent in de praktijk dat ook de meeste kosten die nog voortvloeien uit beslissingen van vorig schooljaar (2022-2023) nu terugbetaald kunnen worden. De aanvraag gebeurt eenvoudig via een formulier in een webportaal waar alle scholen mee verbonden zijn.

Het nieuwe juridisch fonds is één van de dammen die Weyts opwerpt om leerkrachten te beschermen tegen betwistingen en geweld. Naast het fonds introduceerde Weyts ook het ‘vermoeden van deskundigheid’: een juridisch begrip dat betekent dat beslissingen betwist kunnen worden, maar dat de bewijslast dan ligt bij diegene die de beslissing betwist. Politieagenten, treinconducteurs, beëdigde ambtenaren en bijvoorbeeld boswachters genoten dat ‘vermoeden van deskundigheid’ al, maar Weyts heeft het decretaal uitgebreid naar alle evaluatiebeslissingen die een klassenraad neemt. Als er nu een geschil is over bv. een B- of een Cattest, dan ligt de bewijslast bij de ouders: zij zullen in een beroepsprocedure moeten bewijzen dat de klassenraad een foute beslissing genomen heeft. De wetgever gaat er van uit dat de klassenraad deskundig is en in eer en geweten een beslissing genomen heeft.

De bedoeling is om de waardering voor leerkrachten te verhogen, planlast terug te dringen en het aantal procedures tegen leerkrachten te verminderen. “Ik wil dat we tonen aan leerkrachten dat we hen waarderen. We waarderen hun werk én de oordelen die ze vellen bij evaluaties”, zegt Weyts. “Het is dan ook logisch dat we aan hun kant staan. En dat we hen verdedigen als hun oordeel, of zijzelf, worden aangevallen. Er moet een absolute nultolerantie zijn voor geweld tegen leerkrachten, net zoals we geweld tegen agenten ook niet kunnen tolereren”.


Nieuws melden Adverteren op Persinfo?