VLAAMS-BRABANT - Elk jaar opnieuw in de herfst hebben de treinen last van vallende bladeren op het spoor. Het sap van de bladeren zorgt ervoor dat er minder grip is op de sporen. Daardoor geraken de treinen moeilijker vooruit en wordt ook de remafstand groter. Om dat probleem zo goed mogelijk op te lossen, zet spoorbeheerder Infrabel in zijn herfstplan meer treinen in om preventief de sporen te behandelen.
Dit jaar zullen de sporen tijdens de herfst vaker gereinigd worden. Twee reinigingstreinen worden preventief ingezet om ’s nachts de belangrijkste spoorlijnen te behandelen. De treinen worden tot vijf keer per week ingezet. Ook in het weekend wordt een speciale trein ingezet om in bosrijke gebieden de spoorlijnen bladvrij te houden. Dat is niet alleen beter voor de veiligheid, een prioriteit voor Infrabel, het is ook beter voor de stiptheid van de treinen.
Infrabel en de spooroperatoren werken nog beter samen om het treinverkeer zo vlot mogelijk te laten verlopen. Daar waar mogelijk kan de samenstelling van de treinen aangepast worden in functie van de gladheid op het spoor. Concreet: de trein minder zwaar maken zodat hij makkelijker vooruit kan.
Alle locomotieven worden ook voorzien van voldoende zand. Wanneer nodig kan dat zand gebruikt worden om op de sporen te strooien waardoor er meer grip is.
Dit jaar werkt Infrabel voor het eerst samen met Meteoservices. De weerdienst stelt een zogenaamde “gladheidsindex” op voor de sporen. Door die index weet Infrabel veel beter op welke plaatsen er zich problemen kunnen voordoen waardoor de gepaste maatregelen kunnen genomen worden.
Op sommige plaatsen langs het spoor heeft Infrabel voor het eerst ook netten gespannen om de vallende bladeren op te vangen. Het gaat momenteel om een proefproject op de spoorlijn 161 tussen Namen en Rhisnes. Na een positieve evaluatie, kan dit project in de toekomst uitgebreid worden.
Het nieuwe herfstplan zal achteraf geëvalueerd worden. Indien nodig zal het plan bijgestuurd worden voor het volgende jaar.