Info-avond over archeologische opgravingen ‘OUTER STUYPENBERG’

Archeologen van het intergemeentelijke samenwerkingsverband SOLVA geven een uiteenzetting over de opgravingen die ze uitvoerden als voorbereiding op de aanleg van een hokeyterrein en clubhuis in Outer. De lezing vindt plaats in de cafetaria van Hockeyclub Denderhockey en padel2020 op donderdag 9 juni om 19u30. Er zullen ook originele vondsten van de opgraving tentoongesteld worden.  De toegang tot de lezing en de brochure zijn gratis.

Als voorbereiding op het indienen van de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag voor de aanleg van het recreatieterrein voerde SOLVA een bureaustudie aanvullend met controleboringen uit. De stad Ninove wenste een nieuw hockeyveld met clubhuis en een gebied voor dagrecreatie met landschappelijke waarde aan te leggen in Outer (Ninove). Het projectgebied was een perceel langs de Stuypenberg ten zuiden van de Kerkstraat en de Vogelzangbeek.

In de loop van de prehistorie vonden op het terrein of in de onmiddellijke nabijheid enkele kortstondige occupaties plaats, wat blijkt uit de talrijke silexartefacten en een neolithische haardkuil.

Graf

 Uit de Karolingische periode zijn onder meer twee gebouwplattegronden, enkele grafstructuren en een poel aangetroffen. Er is een meervoudig inhumatiegraf blootgelegd van twee volwassenen met aan het hoofdeinde een baby. Wellicht is een van de volwassene de moeder die kort na de geboorte tesamen met haar kind is overleden. In dezelfde kuil, maar wellicht op een later tijdstip, is een jongvolwassene bijgezet.

Omgrachting

In de 10de eeuw wordt een grote, rechthoekige omgrachting aangelegd, met aan de binnenzijde meerdere gebouwen. Er kunnen tenminste vier fases gedefinieerd worden, allen in de ruime 10de eeuw. Ook buiten het enclosure zijn er sporen uit de 10de eeuw opgegraven. De chronologische spreiding van de vondsten laat echter niet toe om de relatie tussen deze plattegronden af te zetten tegen de sporen binnenin het enclosure. De omgrachting zal nadien meer dan twee eeuwen de basis blijven voor de organisatie van de bewoning.

Na een periode van intensieve bewoning tijdens de 10de eeuw wordt de bewoning archeologisch gezien een stuk minder zichtbaar. De sporen uit de late middeleeuwen zijn opgesplitst in twee fases: een 12de-eeuwse fase, en een fase die in de 12de - 13de eeuw te situeren is.

 In de 12de eeuw wordt het enclosure twee keer heruitgegraven, een aanwijzing dat het in deze periode nog steeds zijn afbakende functie had. Opvallend aan de 12de-eeuwse fase van het enclosure is het ontbreken van een woongebouw op het erf. Nochtans wijzen de greppels en kuilen er op dat het erf met zekerheid bewoond was in deze periode. Binnenin het enclosure zijn talrijke sporen uit de 12de eeuw aangetroffen: grote kuilen, vaak met verbrande leem en houtskool.

 De laatste fase die gebruik maakte van het enclosure als afbakenende entiteit, is te situeren in de 12de – 13de, mogelijk tot het begin van de 14de eeuw. Maar in deze periode lijken de bewoners een heel andere ruimte te gebruiken dan men tot dan toe had gedaan. Tijdens of na deze fase dooft de idee uit van het enclosure als afbakenende entiteit zoals het in de eeuwen ervoor is geconcipieerd.

 Info en foto: © Solva

 

Nieuws melden Adverteren op Persinfo?