Het Pajottenland heeft een toekomstvisie nodig om meer te zijn dan een verzameling kerktorens

Het Pajottenland is een streek waar veel over te vertellen valt, een streek met een rijke geschiedenis en uitgebreid erfgoed, een streek die je kan vastleggen met een druk op de knop. Zet een erfgoedkenner en een fotograaf bij mekaar en er rolt iets boeiend van de persen. Tijd voor een nieuwe bijdrage in onze weekendreeks rond toerisme, recreatie, vrije tijd en streekidentiteit in het Pajottenland, de Zennevallei en de Denderstreek. We luisteren naar het verhaal van twee kenners van de Pajotse streekidentiteit, Hans Van Lierde uit Lennik en Luc Cromphout uit Galmaarden. Een verhaal waarin ze ook aandacht  vragen voor de toekomst van ons platteland. Een platteland waar meer samenwerking nodig is om de eigenheid te bewaren, maar met moderne invulling.

Het Pajottenland, zoals Luc Cromphout het schildert door de lens en zoals Hans Van Lierde het beschrijft met woorden: de historiek, anekdotes en zijn poëtische kijk, dat is het boek ‘Pajottenlandschappen, kijken naar stilte’. Tijdens het erfgoedweekend in april brengen ze het op de markt. Of hoe ‘samen op de schoolbanken zitten’ tot deze nieuwe uitgave leidde over de streek van Frans Joseph De Gronckel.

Dag Luc en Hans, wat zaten jullie samen te ontdekken op de schoolbanken?

Hans Van Lierde: “Op de schoolbanken is veel gezegd. (lacht even) We volgden samen een molenaarscursus. Daarenboven zijn we beiden ook bezig met erfgoed, en zo spreek je al eens over een aantal zaken uit de eigen regio. Op een dag vertelde Luc me over zijn plannen van een fotoboek, en de bal ging aan het rollen.”

Luc Cromphout: “Al verschillende jaren maak ik landschapsfoto’s van het Pajottenland. Niettegenstaande Hans een inwijkeling is, kan je hem bijna een wandelende encyclopedie noemen als het over deze streek gaat. Hij schreef mee aan het dikke boek dat in 2006 over het Pajottenland verscheen en werkte nadien mee aan de aanvraag voor de erfgoedconvenant, waardoor Pajottenland en Zennevallei met de Erfgoedcel konden starten. Hans is duidelijk een erfgoeddeskundige.”

Hans: “Met een uitdagende nota om te starten met die convenant  probeerde ik een aantal mensen in de streek wakker te schudden, en het is ook gelukt. Er was nood aan meer aandacht voor het streekverleden.”

Hans Van Lierde:
“Door de kleinschalige landbouw zijn er nog voldoende landschapselementen aanwezig. We moeten trachten te vermijden dat landbouw met grote kavels het hier overneemt, waardoor het landschap zijn eigenheid verliest.”

Luc, vanwaar het idee om de streek te fotograferen?

“We wonen op de flank van de Bosberg in Galmaarden en als ik op zonnige ochtenden mijn raam open dan heb ik altijd goesting om te gaan fotograferen. Het lijnenspel van onze heuvelachtige streek, dat zachte schuin invallende zonlicht in de ochtend, de rust, de stilte… Wat wil een mens nog meer? Kijk naar de wilgenrijen ingekapseld tussen de heuvelruggen. Da’s niet te vergelijken met wilgenrijen in vlakke streken zoals het Meetjesland of de polders. Dat maakt het Pajottenland toch tot een aparte regio. En telkens als je over een heuvelkam fietst of wandelt, krijg je een andere invulling van dat landschap. Als fotograaf moet je hier niet naar een ander continent, je achtertuin levert voldoende schoonheid op.”

Vind je het landschap ook apart Hans?

“Als je kijkt naar de gelaagdheid: de voorgrond, het middenstuk en de achtergrond, dat is telkens anders. Voeg daar de kleinschalige landbouw aan toe, waardoor er nog voldoende landschapselementen aanwezig zijn. Dat maakt het apart. Dat is ook de reden waarom we moeten trachten te vermijden dat landbouw met grote kavels het hier overneemt, waardoor het landschap zijn eigenheid verliest.”

Luc Cromphout:
“Het Pajottenland is voldoende groot en heeft verschillende mooie en unieke troeven om uit te spelen en te promoten. De Pajotten kennen deze en ze moeten er samen mee aan de slag gaan.”

En het boek is completer door teksten bij de foto’s te plaatsen?

Luc: “De teksten staan los van een welbepaalde foto, maar ze zorgen zeker voor een meerwaarde en vertellen ook over andere facetten van de streek dan wat je op een foto ziet.”

Hans: “Er zijn teksten over de geschiedenis van het Pajottenland, over het typische landschap, de geologische opbouw ervan en over landschapselementen. Zo blijft de knotwilg belangrijk. Sommige zaken heb ik met een anekdote weergegeven. Ik liet me door Luc zijn foto’s ook inspireren om gedichten te schrijven. Maar het blijft in eerste instantie een fotoboek.”

Dit boek zal het Pajottenland meer in de kijker plaatsen?

Luc: “Bij mij was het basisidee in feite een mooi boek over de streek te maken, zodat onze streekgenoten dat boek kunnen tonen aan mensen die bij hen op bezoek komen. En dan met enige fierheid zeggen: ‘Kijk eens naar de streek waar wij hier wonen’.”

Hans: “Het is een boek dat de rijkdom van het Pajotse landschap wil tonen. Hopelijk zal het mensen inspireren om hier te wandelen en te fietsen. Die trend zien we de laatste jaren gestaag toenemen. Het is ook niet verwonderlijk dat de regio veel wordt opgezocht via Route You. Mensen zoeken rustige streken op. Het Pajottenland is een uithoek naast een grootstad die velen nog willen ontdekken. Het heuvelachtige karakter vormt een uitdaging voor de geoefende fietsers.”

Luc: “Nu komen er al wandelaars en fietsers vanuit heel Vlaanderen naar hier. Als je op de Bosberg eens naar de wagens kijkt, dan komen die uit alle provincies.”

Lees verder onder de foto.

Wat moet er dan nog worden gepromoot om bezoekers aan te trekken?

Hans: “Wat mij betreft, moeten we het ook niet te toeristisch maken. Er komen meer logiesgelegenheden, daar is nog ruimte voor, maar er moeten geen hotels met tientallen kamers komen. Er is ook een gebrek aan onthaalpunten in de streek. Mensen die hier toekomen, kunnen bijna nergens terecht. Ik vind het belangrijker om in te zetten op korte keten. Er voor zorgen dat de Pajotten meer producten uit eigen regio aankopen. Promotie die gemeenten nu voeren voor korte keten is goed, maar dat gebeurt beter regionaal. Winkels die streekproducten in een rek samen zetten, verkopen ook vlotter dan ze elk afzonderlijk bij de productcategorie te plaatsen, volgens mij.”

Luc: “Korte keten volg ik ook op, maar het is voor een producent niet altijd makkelijk om de basisingrediënten in eigen streek te vinden.”

Hoe zien jullie de communicatie van het Pajottenland?

Hans: “De provincie werkt nu al jaren met de omschrijving Groene Gordel. Dat zegt mensen weinig, en wordt ook niet gebruikt door de lokale actoren en de reguliere media. Groene Gordel is een kunstmatige benaming en heeft geen identiteit. Langs de A12 van Antwerpen naar Brussel staat een bord voor de Groene Gordel, maar dat spreekt een bezoeker niet aan om het Pajottenland te komen ontdekken. Het wordt allemaal beslist in Leuven, eigenlijk toch ver van hier, dat zegt veel.”

Luc: “Het Pajottenland is voldoende groot en heeft verschillende mooie en unieke troeven om uit te spelen en te promoten. De Pajotten kennen deze en ze moeten er samen mee aan de slag gaan.”

Hans Van Lierde:
“Er komen vele uitdagingen af op het Pajottenland. Samen werken  aan een toekomstvisie om die nadien ook samen toe te passen. Kansen voor familiale landbouwbedrijven, het open landschap behouden, de dorpskernen laten overleven. De ruimtelijke planning is echt belangrijk.”

Misschien kan het landschapspark helpen, als het wordt goedgekeurd?

Hans: “De titel ‘Boerenlandschap Pajottenland’ kan positief werken. Maar hoe zit dat echt in mekaar, die formule van een landschapspark? Tot nu is er weinig bekend bij de inwoners. Hopelijk kunnen de Pajotten er via de bottom up iets aan bijdragen.”

Jullie spreken over meer samenwerken in de streek. Gebeurt dat te weinig?

Hans: “Hoe meer gemeenten en streekpartners aan het zelfde zeel trekken, hoe verder de streek geraakt. Iedereen zou een stukje gelijkvormige herkenbaarheid moeten gebruiken, zoals het streekmerk. De Erfgoedcel Pajottenland Zennevallei heeft nooit het blauwgroene hartje gebruikt, wat andere streekpartners wel deden. Ze werken nu onder de naam Zender, dat is hip. Maar wat zegt dat over de regio? En zo ga je de streek nog meer versnipperen. Al zet de Erfgoedcel wel een en ander in beweging. Zo is de inventarisatie van het religieus erfgoed in meerdere gemeenten bijvoorbeeld een schot in de roos.”

Luc: “Gemeenten werken samen in de taken die de hogere overheid hen oplegt. Wat doen ze verder samen? Ik heb nog geen gemeente gezien die een buurgemeente echt promoot. Iedereen blijft onder de eigen kerktoren zitten.”

Hans: “Dat is het hem juist. Er heerst een kerktorenmentaliteit. Het Pajottenland is een verzameling kerktorens. Er is te weinig samenhang. Pas op, dat heeft ook goeie kanten. Elk dorp heeft zijn eigenheid en dat brengt ook mensen samen. We moeten dat ook koesteren en respecteren.”

Luc: “Die samenhang in dorpen, dat is waar. Een voorbeeld: Vollezele is een klein dorp. In een kleine gemeenschap kennen meer inwoners elkaar, en zo’n dorp hangt ook meer aan mekaar dan wat ik in Galmaarden zie.”

Hans: “Ook in de streekwerking is er te weinig samenhang. De gemeente Lennik heeft de laatste jaren bijvoorbeeld niet echt interesse gehad in Pajottenland+. Een recente studie over fusies linkt Lennik zelfs met Dilbeek, eerder dan met de Pajotse gemeenten waar er nu al wordt samengewerkt, in bijvoorbeeld de politiezone.”

Luc Cromphout:
“Gemeenten werken samen in de taken die de hogere overheid hen oplegt. Wat doen ze verder samen? Ik heb nog geen gemeente gezien die een buurgemeente echt promoot. Iedereen blijft onder de eigen kerktoren zitten.”

Als je weet dat de toekomst uitdagingen meebrengt, dan is er nog werk aan de Pajotse winkel.

Hans: “Er komen inderdaad vele uitdagingen af op het Pajottenland. De streek heeft een landelijk karakter, maar mag niet blijven stilstaan. Om een voorbeeld te geven: we zien vanop de Pajotse heuvels windturbines staan, daar heb ik geen probleem mee. Er moet worden samengewerkt aan een toekomstvisie om die nadien ook samen toe te passen. Kijken naar kansen voor de familiale landbouwbedrijven, het open landschap behouden, de dorpskernen laten overleven om enkele uitdagingen op te sommen. De ruimtelijke planning is echt belangrijk.”

Luc: “Het landelijk karakter verdwijnt uit de dorpen. Eens je de dorpskern verlaat, sta je snel midden het open landschap. Dit moeten we zeker bewaren.”

Hans: “Dat klopt. De historische kern en de eigenheid zijn het waard behouden te blijven. Kijk naar Klosken in Sint-Martens-Lennik. Deze typische Pajotse dorpsherberg is gered door een privé-persoon. Hetzelfde voor de historische hoeve het Waterhof in Bossuit, ook in Sint-Martens-Lennik. De gemeenten nemen hierin zelf weinig initiatief. Ik kan begrijpen dat ze financieel niet over de middelen beschikken om zelf veel te beschermen. Ze kunnen samen een regionale visie opmaken om de streekeigenheid te bewaren en initiatieven te steunen. Het dossier voor het landschapspark, en de nieuwe ontwikkelingsstrategie die Pajottenland+ moet schrijven, zijn op dit moment al kansen om de toekomst echt vast te leggen. De Pajotten wachten er al lang op.”

Wat is jullie favoriete plekje in de streek?

Luc: “Dat is de Congoberg met de vergezichten, de rust en de trekpaarden die er dikwijls in de weide staan. Ik kan daar makkelijk een half uur blijven staan en tot rust komen.”

Hans: “Ik vind ook rust in het Pajottenland, onder meer aan de kerk in Gaasbeek. De historische graven die je er vindt, een speciaal plekje.”

Lees verder onder de foto.

Hebben jullie Pajotse producten in huis?

Hans: “Kriek en geuze komen hier wel eens op tafel.”

Luc: “De appelen uit mijn boomgaard laat ik persen bij De Fruitburght in Bever. Aardappelen en yoghurt haal ik bij de boer in de buurt. Mijn zuurdesembrood bak ik zelf.”

Staat er voor 2022 al iets in jullie agenda om te beleven in eigen streek?

Hans: “De Pedemolen in Sint-Gertrudis-Pede staat bij mij weer aangestipt nu corona bijna achter de rug is. Ik ga er voor het erfgoed, het boerenhof, de oude maaltechniek, maar ook een picknick is er plezant. En naar het Waterhof in Sint-Martens-Lennik zal ik enkele keren wandelen, om te zien hoe de werken er vorderen.”

Luc: “De molen, dat is inderdaad een microbe. Onze boekvoorstelling, op 23 april, gebeurt in de Heetveldemolen in Tollembeek. Ik heb nog geen speciale plannen voor dit jaar, maar ik zal wel regelmatig in mijn bos te vinden zijn. Dat te zien groeien is ook een belevenis.”

Lees meer over 'Toerisme en vrije tijd' op persinfo.org

 

Nieuws melden Adverteren op Persinfo?