"Het is in Eizeringen te stil voor windturbines" (Audio)

LENNIK – VZW Eizeringen Leeft liet metingen uitvoeren waaruit zou blijken dat het niet mogelijk is om in Eizeringen windturbines te bouwen op plaatsen die door de gemeente zijn aangeduid. Schepen van Leefmilieu Geert De Cuyper wil eerst de resultaten van de metingen bestuderen.

De Vlaamse regering heeft in juli nieuwe milieuvoorwaarden voor windturbines goedgekeurd, Vzw Eizeringen Leeft! Vroeg in dat kader aan het erkend keuringsorganisme Vinçotte gevraagd om objectieve geluidsmetingen uit te voeren om het huidige omgevingsgeluid vast te leggen. “Uit de resultaten van deze onafhankelijke metingen blijkt dat het omgevingsgeluid in Eizeringen bijzonder laag ligt. Als gevolg daarvan dient het specifiek geluid te beantwoorden aan de strengste richtwaarden en kunnen er geen hogere grenswaarden worden toegelaten”, zegt Carl Dewever, voorzitter van Eizeringen Leeft.

 “Rekening houdend met de huidige stand van de windturbinetechnologie zal er dus een minimumafstand tussen de windturbines en de dichtstbijzijnde woningen moeten zijn van minimaal 300 tot 500 meter, hetgeen het door het Lennikse gemeentebestuur voorgestelde windturbineproject quasi onmogelijk maakt”, zegt Dewever.

De voorbije jaren werden door voor- en tegenstanders van het windturbineproject in Eizeringen argumenten pro en contra op de tafel gegooid. De haalbaarheidsstudie die door de gemeente Lennik gepland was, werd bij de begrotingsbesprekingen van vorige maand echter geschrapt. In juli 2011 maakte Vlaams minister van Leefmilieu Joke Schauvlieghe de nieuwe milieuvoorwaarden voor windturbines bekend.

“Deze geluidsnormen vormen voortaan een essentieel element bij de aanvraag van stedenbouwkundige vergunningen voor de plaatsing van windturbines. Daarom heeft vzw Eizeringen Leeft! aan Vinçotte gevraagd om een objectieve meting in Eizeringen uit te voeren. De werkwijze is identiek aan de methode die ook elders in Vlaanderen wordt gevolgd om het oorspronkelijke omgevingsgeluid te meten in het raam van geplande windturbineprojecten”, zegt Dewever.

Uit het verslag van Vinçotte blijkt dat de metingen continu werden uitgevoerd van 9 tot 23 september 2011 aan woningen die gelegen zijn nabij de percelen waar het gemeentebestuur van Lennik de windturbines zou willen plaatsen. Bij de metingen werd uur na uur het omgevingsgeluid geregistreerd. Ook de windrichting en windsnelheid werden tijdens de geluidsmetingen in kaart gebracht.

“De resultaten van de metingen van Vinçotte tonen aan dat het omgevingsgeluid ter hoogte van beide meetpunten (één aan de Tuitenbergstraat en één aan de Nellekenstraat) lager ligt dan de milieukwaliteitsnorm van Vlarem II. Ter hoogte van het meetpunt aan de Tuitenbergstraat ligt het omgevingsgeluid overdag beduidend lager dan de Vlarem II-milieukwaliteitsnorm, nl. 6 tot 7 dB(A). ’s Nachts bedraagt het verschil zelfs 7 tot 8 dB(A). In zijn eindrapport stelt Vincotte dat het gemeten gemiddelde niveau van het huidige omgevingsgeluid beduidend lager ligt dan de richtwaarden voor windturbinegeluid in zowel agrarisch gebied als woongebieden”, aldus Dewever..

Carl Dewever,, zegt verder: “Rekening houdend met het gemeten omgevingsgeluid is het duidelijk dat windturbines – zelfs de modernste en stilste die momenteel op de markt beschikbaar zijn – in Eizeringen in de praktijk op minimaal 300 tot 500 meter van de bestaande woningen moeten geplaatst worden. Concreet betekent dit dat de door de gemeente voorgestelde inplantingsplaatsen te dicht bij de woningen zouden komen te staan en dat het windturbineproject om die redenen dus eigenlijk onmogelijk kan gerealiseerd worden in Eizeringen. Indien de Lennikse schepen van milieu en de promotoren van het windturbineproject het dossier er toch willen doorkrijgen, dan is het duidelijk dat dit zal gebeuren ten koste van de woon- en leefkwaliteit in Eizeringen.”

De raad van bestuur van Eizeringen Leeft vindt het trouwens jammer te moeten vaststellen dat men op bestuurlijk vlak in Lennik veel tijd heeft verloren door zich enkel en alleen te concentreren op het windturbineproject. Intussen werden in andere Pajotse gemeenten allerlei initiatieven genomen voor de opwekking van groene energie, zonder dat hierbij schade wordt berokkend aan het landschap en aan de woon- en leefkwaliteit in het Pajottenland. Sommige van deze initiatieven zijn momenteel in volle uitvoeringsfase of zijn reeds gerealiseerd.

Schepen van leefmilieu Geert De Cuyper kent de resultaten van de metingen nog niet. “Toen ik gisteren vernam dat er een persconferentie over dit project werd georganiseerd was ik er verheugd over omdat wij samen met anderen dit dossier op een goede en correcte manier trachten te behandelen. U legt mij voor de eerste keer de resultaten voor want we mochten niet aanwezig zijn op de persconferentie. We zullen de resultaten nagaan en kijken of men met alle parameters  heeft rekening gehouden en van zodra we deze studie hebben doorgenomen zullen we daarover onze visie geven”, zegt Geert De Cuyper.

De schepen is het niet eens met de bewering dat Lennik geen andere alternatieven onderzoekt. “Ik vind die opmerking zeer spijtig. Als men er het tweemaandelijks tijdschrift van de gemeente Lennik op na leest, stelt men vast dat we sinds vele maanden in samenwerking met het Kyotoproject van educatief centrum Paddenbroek wekelijks infoavonden geven rond isolatie, dubbele beglazing met mogelijkheid tot gezamenlijke aankoop. Maar oo windenergie is een belangrijk project waarvan we moeten nagaan of het in Lennik kan gerealiseerd worden. Het is wel niet zo dat er al beslist is dat er in Lennik windmolens komen. We zijn nog in de voorbereidende fase en als het niet haalbaar zou zijn, zien wij er van af. En als het wel mogelijk is, zien we het als onze plicht om verdere onderzoeken te doen”, besluit de Cuyper.

Audio : Carl Dewever, voorzitter van Eizeringen Leeft

Audio : Schepen van leefmilieu Geert De Cuyper


Nieuws melden Adverteren op Persinfo?