Gilbert Ceuleers (56) en Josette Mosselmans (54) hebben er een zeer onaangenaam weekend opzitten. Het tweetal werd zaterdagavond in hun frituur vlak aan het provinciedomein in Huizingen bij Beersel overvallen. ‘We stonden beiden achterin de zaak toen we omstreeks half tien een getik hoorden op de toog. Plots stonden er twee overvaller voor ons. Een van hen droeg een wapen en een bivakmuts’, vertelt Gilbert. ‘Zijn kompaan, een jonge gast die ons een paar uur eerder al de weg was komen vragen, sprong over de toog en was in de kassa aan het graaien. Die gewapende dader wou dan via de zijdeur binnenkomen, maar dat wou ik koste wat het kost beletten. Met één hand heb ik zijn wapen vastgehouden, met de andere heb ik hem in het gezicht gemept. Die andere gast sprong dan op mij, en heeft me verschillende keren op het hoofd geslagen. In het tumult is ook mijn vrouw buiten op de grond geduwd. Zij heeft verwondingen aan heel haar zijkant.’
De overvallers haalden zowat de hele kassa mee, zowat 200 à 300 euro, en gingen er op hun fiets vandoor. Gilbert is er nog tevergeefs achteraan gegaan. ‘Een gezin met twee kinderen heeft vanuit de wagen het begin van de overval gezien, en heeft zich zeer bergijpelijk in een zijstraat in veiligheid. Daar hebben ze de poltiie gebeld, en nadien zijn ze teruggekomen. De vrouw en haar twee kinderen zijn uitgestapt, en ik heb samen met de man nog tevergeefs de buurt uitgekamd met de wagen op zoek naar die overvallers.’
Daags na de overval stonden Josette en Gilbert alweer in hun zaak. Vooral voor Josette is dat bijzonder moeilijk. ‘Ik heb nu wel schrik en zou liefst de frituur verkopen’, zegt Josette. Maar ja, dit is onze broodwinning en Gilbert doet het liefst verder.’
In de 17 jaar dat Gilbert en Josette de frituur openhouden, is het de eerste keer dat ze oog in oog kwamen te staan met overvallers. Gilbert raakte wel al een vijftal jaar geleden gewond bij een bizar incident in zijn frituur. ‘De zaak was gesloten, toen er vanuit een voorbijrijdende wagen zonder reden een schot werd gelost. Ik werd zelfs geraakt in mijn arm.’