De Tandt had schulden bij zakenman Vergaelen, die ook als expert voor de rechtbank werkte. Samen stelden ze een document op, waarin stond dat het om een lening ging van de Tandt, haar broer en haar schoonzus. Later, toen ze zich kandidaat stelde als voorzitter van de Brusselse rechtbank van koophandel, produceerde ze een document dat stelde dat de zakenman nooit enige handelsovereenkomst gesloten had met haar. Dat was volgens het hof een vals stuk omdat de kredietovereenkomsten net het tegendeel bewezen en daarom werd ze veroordeeld voor valsheid in geschrifte en gebruik van valse stukken.

Vergaelen kreeg 3 maanden cel met uitstel en 550 euro boete voor valsheid in geschrifte. De Tandts broer en schoonzus werden vrijgesproken. De Tandt is ook schuldig aan schending van het beroepsgeheim, omdat ze aan een collega advies had gevraagd over een uitspraak in het kort geding over de verkoop van Fortis aan BNP Paribas.