Extreme droogte in Pajottenland?

Doordat het de voorbije weken amper geregend heeft, hebben we waarschijnlijk extreme droogte. In de maanden april en mei heeft het (heel) weinig geregend. Weeramateur Joris Dewolf gaat uitzoeken waar er regen viel en zoekt naar antwoorden waarom op de ene plaats meer regen viel dan op de andere. Hij heeft ook enkele kleurenkaarten van de neerslag gemaakt met behulp van de neerslagdata van de Pajotse weeramateurs, Waterinfo, Flowbru en Voies Hydrauliques.

De metingen zijn niet altijd correct. De digitale pluviometers bevatten meer afwijking dan de manuele regenmeters, vooral bij buien en motregen. Deze kunnen leiden tot (beperkt) onderschatte neerslagwaarden. Enkele weerstations (Buizingen (Halle), Herne, Halle en Pepingen) hebben de manuele pluviometers.

De eerste kaart geeft de maandelijkse neerslaghoeveelheid aan voor april 2020 in het Pajottenland en de Zennevallei, de tweede kaart voor mei 2020 en de derde kaart voor april en mei 2020 samen. De droogste plek van dit studiegebied bevindt zich in de Zennevallei, maar ook in Pepingen. Daar viel er nog geen 19 mm (19 liter per m²) neerslag in april, 8 mm in mei 2020 en 26 mm samen. De laagste hoeveelheid neerslag vinden we in Sint-Pieters-Leeuw met 15,0 mm in april. In mei was de hoeveelheid neerslag in Lot en Lembeek resp. 3,6 mm en 3,8 mm. De grootste hoeveelheid neerslag viel in het noordelijke deel van deze streek in april, mei en beide maanden bijeen.

Figuur 1: De maandelijkse neerslaghoeveelheid voor april 2020 in het Pajottenland en de Zennevallei.

Figuur 2: De maandelijkse neerslaghoeveelheid voor mei 2020 in het Pajottenland en de Zennevallei.

Figuur 3: De maandelijkse neerslaghoeveelheid voor april en mei 2020 in het Pajottenland en de Zennevallei.

De volgende kaarten geven het neerslagtekort voor april, mei en samen. De maandelijkse gemiddelde neerslaghoeveelheden voor april, mei en beide maanden samen in Ukkel (KMI) zijn resp. 51,3 mm, 66,5 mm en 117,8 mm. Deze waarden worden de normaalwaarden (referentiewaarden) genoemd en worden gebruikt voor dit studiegebied. Deze zijn gebaseerd op de maandelijkse hoeveelheid neerslag voor de periode 1981-2010. De locatie waar het droogst was, is opnieuw dezelfde als bij de vorige kaarten. Daar heeft het 60% of meer, minder geregend in vergelijking met de gemiddelde neerslaghoeveelheid voor april, 87% voor mei en 75% samen. Op enkele locaties in de Zennevallei liep het neerslagtekort zelfs op tot bijna 95% in mei 2020.

Figuur 4: Het neerslagtekort voor maand april 2020 in het Pajottenland en de Zennevallei. Een normaalwaarde (1981-2010) van juni is 51,3 mm in Ukkel (KMI).

Figuur 5: Het neerslagtekort voor maand mei 2020 in het Pajottenland en de Zennevallei. Een normaalwaarde (1981-2010) van juni is 66,5 mm in Ukkel (KMI).

Figuur 6: Het neerslagtekort voor maand april en mei 2020 in het Pajottenland en de Zennevallei. Een normaalwaarde (1981-2010) van juni is 117,8 mm in Ukkel (KMI).

De oorzaak, waarom het noordelijke deel van het Pajottenland de natste locatie was, waren de buien van 10 mei 2020.  Dit had een grote invloed op de resultaten. Algemeen gezien wordt de neerslaghoeveelheid beïnvloed door het reliëf. De hoger geleden gebieden krijgen gemiddeld meer neerslag dan de lager gelegen sites. De oriëntatie van de hellingen speelt ook een rol, omdat het een invloed heeft op de bepaalde windrichtingen die de regen- of buienzones brengen. Waarom het heel droog was in de Zennevallei en Pepingen? Ze liggen in valleien en er zijn heuvels, zoals die in Wallonië aan de grens van Pepingen, de Kesterberg, Ter Rijst, …. Ze zorgden ervoor dat de Zennevallei en Pepingen minder neerslag krijgen. Door deze heuvels weken enkele buien af of splitsen zich, zodat de buien op een andere plaats vielen.

Waarom blijft het zo droog? Het uitblijven van neerslag komt door een blokkade van de hogedrukgebieden (figuur 7). Deze komen zich vaker nestelen boven West-Europa waardoor neerslagzones onze regio niet kunnen bereiken. Wij krijgen vaak te maken met wind uit oostelijke of noordoostelijke richtingen, die meestal erg droog zijn. Het kan in deze periode van het jaar soms ook warm zijn (KMI, 2020). De blokkade komt door een verzwakte straalstroom. Het vertoont meer meanders en de amplitude tussen een rug en een trog wordt dan bijzonder groot. De rug strekt zich dan extra ver uit naar het noorden en de troggen naar het zuiden. Er kunnen zelfs afgesneden kernen (blokkades) ontstaan (figuur 8). Zulke situatie kan dagen- tot zelfs wekenlang aanhouden met gevolg warm en droog.

Figuur 7: Afwijking (in decameter) van het gemiddeld 500 hPa geopotentiaal (hoogte waar de luchtdruk 500 hPa bedraagt). Rode gebieden duiden op meer hogedruk dan gewoonlijk; blauwe gebieden net andersom. Links: geldend voor de natte periode februari – 15 maart. Rechts: voor de droge periode 15 maart – 20 mei. Bron data: ECMWF. (KMI, 2020)

Figuur 8: De omega blokkade (Metoffice, 2020)

De evolutie van het eventueel neerslagtekort of het -overschot wordt weergegeven in figuur 9. De rode lijn geeft weer hoe de totale neerslaghoeveelheid van de laatste 90 dagen zich verhoudt (in percent) ten opzichte van de klimatologisch normale waarde (KMI, 2020). Momenteel zitten we in de droge zone. Indien er binnen 10 dagen nog steeds geen regen valt, dan kunnen wij terechtkomen in de uiterst droge zone. Het zuiden van het Pajottenland en de Zennevallei zit tegenwoordig al in de uiterst droge regio (figuur 10).

Figuur 9: Neerslagtotaal van de laatste 90 dagen gemiddeld voor gans België, situatie op 31 mei 2020 (KMI, 2020).

Figuur 10: Droogte-index (SPI-3), situatie op 31 mei 2020 (KMI, 2020).

Enkele tips om minder water te verbruiken:

-Neem een douche van 5 á 10 minuten in plaats van een bad. Het bespaart minstens 100 liter water per keer.

-Probeer om zo weinig mogelijk water te gebruiken om gazons te besproeien. Beter een gieter gebruiken in plaats van een tuinslang.

-Vermijd de wasbeurt van een auto. Idem bij het terras.

-Gebruik regenwater voor het spoelen van het toilet. Wanneer jullie het niet hebben dan slaan jullie enkele spoelbeurten over.

-Geef water aan de planten tijdens de ochtend of avond. Liefst op een plek waar de zon op dat moment niet schijnt.

-Stel het aanvullen van water voor de zwembaden uit.

-Draai de kraan dicht tijdens het poetsen van de tanden.

-Maai het gras niet te kort, omdat het langere gras de wortels beschermen tegen de zon en daarmee uitdroging tegengaat. Vier á zes centimeters is voldoende.

-Vermijd het gevecht met waterballonnen.

Meer informatie? -> Weerstation Pajottenland


Nieuws melden Adverteren op Persinfo?