Een non-fictie boek over verzetsstrijders in WOII

Freddy De Schuiteneer uit Galmaarden publiceert een kort non-fictie boek over Geraardsbergse verzetsstrijders tijdens WOII. Het authentieke verhaal gaat over de nonkel en tante van de auteur.

Enkel pure realiteit

Als tiener ging Freddy regelmatig op bezoek bij zijn nonkel Cesar De Schuiteneer en diens vrouw Zoë Foubert in Schendelbeke.

“Ik herinner mij de gelatenheid van nonkel Cesar in tegenstelling tot de heftige reacties van tante Zoë als ze het over het verraad hadden waardoor ze in het naziconcentratiekamp belandden”, vertelt Freddy. “Er werd vaak verteld over de oorlog en ook in contacten met mijn nichten later was dit regelmatig het gespreksonderwerp”.

Het werd geen zeemzoet familieverhaal, maar harde werkelijkheid. Zowel Cesar als zijn vrouw waren verzetsstrijders. Het café ‘Sportpaleis’ dat ze samen uitbaatten in Nederboelare was een ideale plek om voortvluchtigen te verstoppen, wapens en munitie te verbergen en springstof te bewaren. De dochters Eliane en Elvida waren 6 en 13 jaar oud toen hun vader en moeder op 30 mei 1943 werden gevangengenomen door de Gestapo en de Feldgendarmerie.

Dit was zeker het gevolg van verraad door mensen uit de eigen regio. Wat daarop volgde was een verschrikkelijke periode van gruwel en onmenselijkheden. Feiten waar meer bekendheid moet aan gegeven worden om mensen bewust te maken voor het gevaar van een totalitair regime en eng nationalisme.

Samen met zijn zoon Steven en later met de kleinkinderen van Cesar en Zoë ging Freddy zelf op bezoek naar de naziconcentratiekampen. De kleindochter Lutgart De Roy gehuwd met Dirk Delval, woonachtig in Sint-Genesius-Rode en de kleinzoon Edgard De Roy met echtgenote Bie De Klerck uit Mariakerke waren zo getuigen van de verschrikkingen die hun grootvader en grootmoeder hebben moeten doorstaan.

“Ik had aan mijn nicht Elvida beloofd dat het in mijn betrachting lag om deze gruwelijke gebeurtenissen verder uit te diepen en schriftelijk vast te leggen”, aldus Freddy De Schuiteneer. “Na mijn opruststelling vond ik hiervoor de nodige tijd om dit te realiseren. Wat nonkel Cesar ondergaan heeft in de naziconcentratiekampen was zo erg, dat hij na de bevrijding uit Dachau vier heelkundige ingrepen diende te ondergaan. Mijn oom overleed veertig jaar geleden in 1978, tante Zoë in 1985. Het boek is geen roman, geen familiesaga, geen bloemlezing, geen stukje proza, maar bevat authentiek bronmateriaal. Na 75 jaar hebben alle slachtoffers van de naziterreur recht op respect en waardering. Daarom is het boek ook niet te koop maar heb ik het geschonken aan de bibliotheek van Geraardsbergen en Galmaarden”.

Cesar De Schuiteneer en Zoë Foubert

Zoë en Cesar op latere leeftijd. De gevolgen van de gruwel bleef steeds aanwezig

Sinistere kille gangen in het fort van Breendonk

Cellengang in Breendonk


Nieuws melden Adverteren op Persinfo?