Dilbeek en tuinbouwcentrum Kempeneer, samen gegroeid

DILBEEK / ITTERBEEK - Zijn grootouders langs vaders kant waren tuinbouwers, langs zijn moeders kant teelden ze granen en plantaardappelen. Dat Willy Kempeneer vandaag een eigen tuinbouwcentrum heeft, is dus eigenlijk niet zo verbazend. Opmerkelijk is wel dat de geschiedenis van zijn familie en de  ontwikkeling van Dilbeek een gezamenlijke weg op gingen..

“Vroeger werden de mensen uit onze sector ‘boerkozen’ genoemd. Boerkozen waren tuinbouwers die een oppervlakte van 60 are of een hectare hadden. Ze kweekten allerlei groenten op verschillende stukken grond. Ze kweekten volgens de seizoenen, het weer en de vraag op de markten. Elke dag gingen ze dan naar de markt. In 1923 was dat nog met paard en kar”, legt Willy uit. Zijn grootvader besloot op een bepaald ogenblik een grondbewerker te kopen. Willy’s vader, Jean Kempeneer, kon er snel mee overweg. “Mijn vader kon het zo goed uitleggen dat een van de invoerders van de grondbewerkers hem voorstelde om zijn machines voor hem te verkopen.” Zo is zijn vader begonnen met machines te verkopen. Voor Willy begon het allemaal als kind, toen hij in de vrachtwagen van zijn nonkel mocht meerijden. “Als kind ging hij in de vakantie mee met zijn nonkel. Die ging zijn mest halen in de boerderijen van Wallonië en in de kippenkwekerijen van Kruishoutem. Dat bracht hij vervolgens allemaal naar Brussel. Hij heeft bijvoorbeeld al het mest geleverd voor de planten van de Expo 58.”

Van landelijk naar residentieel

Hoe het komt dat Willy zowel klein tuingerief als grotere tuinbouwmachines verkoopt ligt aan de ontwikkeling van Dilbeek. “In de jaren 50 begon de automatisatie van de tuinbouw. Er kwamen groendiensten voor de aanleg en onderhoud van parken en op dat moment evolueerden wij mee tot grotere machines om ook grote groenoppervlaktes te kunnen bewerken en onderhouden.” Eind jaren 80 wilden particulieren rondom Brussel  hun eigen groenten kweken. “Vroeger waren veel particulieren zonen of dochters van boeren. Die begonnen dan net als hun ouders bijvoorbeeld hun eigen aardappelen te telen en kochten daarvoor tuinbouwmachines om hun grond te bewerken.” Maar volgens Willy hadden ze daar vrij snel genoeg van. “In 1989 is dat fel verminderd en ze hebben allemaal gazon aangelegd. Mensen begonnen hier villa’s te bouwen en we kregen hier een residentieel karakter. Al die mensen moesten materiaal hebben om hun tuin te onderhouden en dat is het moment waarop we met de verkoop van klein tuingerief en grasmaaiers voor particulieren zijn begonnen. Tegenwoordig zoeken mensen meer en meer naar een tuin waar ze simpelweg kunnen ontspannen. Ze willen paadjes aanleggen in de tuin en tuinmeubelen installeren.”

Evolutie van Dilbeek

“En zo zie je de evolutie door die tijden heen. De link met Dilbeek is duidelijk. Dilbeek ging van landelijke tuinbouwgemeente naar een residentiele gemeente en tegenwoordig een gemeente die meer en meer onder druk staat van de stad”, concludeert Willy. Die hele geschiedenis zal hij tentoonstellen op de opendeurdag van zijn bedrijf. Er zullen 80 kleurrijke borden met de geschiedenis van de tuinbouwmachines aanwezig zijn, over de familie Kempeneer en de andere boerkozen van Dilbeek, over de machines maar ook over hoe het leven was in bepaalde periodes in Dilbeek. Anderzijds zullen oude machines (vanaf 1954) en oude foto’s tentoongesteld worden.

Zie ook:

http://www.persinfo.org/2014/02/28/tuincentrum-kempeneer-blaast-60-kaarsjes-uit


Nieuws melden Adverteren op Persinfo?