De Dilbeekse jaarmarkt, een traditie van jaren

DILBEEK -  De jaarmarkt is aan haar 67e editie toe. Dat zijn vele jaren met vele anekdotes. Toen de jaarmarkt 60 kaarsjes uit blies staken enkele journalisten de koppen bij elkaar om even in de geschiedenis van de jaarmarkt te duiken. We geven deze terugblik graag mee.

 

HET PIONIERSTIJDPERK

van de

JAARMARKT

 

ANNO 1948 – 2007

 

ONZE JAARMARKT 4 OKTOBER 1948

 

 

De stichters van het eerste uren waren:

 

Uitvoerend comité:

Herman Vergels, Voorzitter-Burgemeester

J. Van Eetvelde, Schepen

G. Mot, Schepen

E. Koklenberg, Gemeenteraadslid

A. Van Everbroeck, Gemeentesecretaris

P. De Meuter

N. Limbourg

Th. Luyckx

Fr. Mertens

R. Van Hellemont

 

De Leden:

J. Banck, Fr. Calloens, J.B. Daumerie, H. De Haen, P. De Koninck, G. De Marie, O. Langhendries, P. Leemans, Th. Leemans, A. Mertens, J. Puttaert, E. Valentin, J.B. Van den Driesch, Fr. Vanden Eede, J. Vandensteen, H. Vandermaeten, J.B. Van Lier, J. Van Malder, Fr. Wilikens.

 

Enkele leuzen van het Jaarmarktcomité waren:

 

“ONZE JAARMARKT” (1948)

“STEEDS VOORUIT” (1949)

“EEN WERK VAN SOLIDARITEIT” (1950)

“JAAR VAN TEGENSPOED” (1951)

“ONS EERSTE LUSTRUM” (1952)

                    enz…

 

Dilbeek houdt zijn eerste jaarmarkt!  Zonder twijfel gaat zij een groot succes tegemoet.  Het initiatief door de gemeenteoverheid daartoe genomen, werd zo geestdriftig gesteund en door talrijke burgers zo warm onthaald, dat de eerste jaarmarkt de “reputatie” van de andere die zullen volgen, voorgoed zal vestigen.

Er is niets overdreven in de bewering dat de landbouw de bijzonderste nijverheid is van ’t land.  Inderdaad, in geen enkele nijverheid speelt de economie van ons land zo een grote rol als de landbouw.  Het idee, met een jaarmarkt te starten, kwam uit de ervaringen van de pas voorbije wereldoorlog; de mensen hadden ervaren wat de landbouw tijdens de oorlogsjaren betekende.  Om de landbouwers in hun werk aan te moedigen, werd ook in Dilbeek met een jaarmarkt gestart.”

 

Dit zijn de eerste zinnen van het inleidend woord van de heer Herman Vergels, Voorzitter-Burgemeester, geschreven in de “Jaarmarkt Kataloge” van 4 oktober 1948.

 

Het eerste groot vuurwerk aan de vijver werd afgeschoten op maandag 2 oktober 1950 om 19.30u.  Dit nummer van het programma, dat in de sprookjesachtige omgeving van het kasteel plaatsvond, viel echt in de smaak van vele toeschouwers die er in verwondering bij stonden.

 

Een beetje geschiedenis van een prachtige omgeving.

 

Gelegen op 6 kilometer van de hoofdstad is Dilbeek één van de schilderachtigste gemeenten van Brabant.  Men vermeldt de gemeente reeds vanaf het jaar 650.

Op het eiland, midden de vijver van het kasteel, ziet men nog één der vijf torens van het leenroerig slot.  Deze toren, waarin zich een zaal in gotische stijl bevindt, diende tot afzonderings- en bidplaats voor de Heilige Alena, dochter van een machtige hoofdman met name Levold, die in de 4e eeuw Dilbeek in zijn bezit had.

De Heilige Alena wordt op onze dagen nog vereerd te Dilbeek en omstreken.  De oorsprong van het oud kasteel is niet nauwkeurig gekend.  Men weet alleen dat één der aanvoerders van de Brusselse Milities bij de belegering van Gavere, in 1386, Dirk van Heetveld was, zoon van de Heer van Dilbeek.

Het kasteel met zijn aanhorigheden bleven bezit van deze familie tot het einder der 15de eeuw.

 

Dilbeek was een leen van Gaasbeek.  Met de dorpen Itterbeek en Sint-Martens-Bodegem vormde het wat men noemde: “Het Nieuwe Land van Gaasbeek”.  In 1690 werden die drie dorpen verheven tot het Graafschap Thirimont, ten gunste van Lodewijk, Alexander Schockaer.

In 1694 werd het kasteel door brand geteisterd.  Het werd hersteld in 1714.  In 1863 werd de burcht geheel beslecht, behalve één der dikke torens waarover wij reeds spraken.

 

Het gemeentehuis van Dilbeek, dat eens het kasteel was van de heer Baron de Viron, is gelegen in de mooie en rijkbeplante omgeving, die thans “Gemeentepark” wordt genoemd. De weerspiegeling van het prachtige gebouw in het stille water van de vijver geeft het geheel iets sprookjesachtig. Onder de hoge bomen van het ruime park kunnen de inwoners rust en ontspanning genieten naar verlangen.

Het kasteel werd gebouwd in 1862 door de familie de Viron.  Zijn ronde torens beheersen de ganse streek op tamelijk grote afstand.  Bij avondschemering tekent zijn omvangrijk schaduwbeeld zich duidelijk af. De ingangsdeur is versierd met de wapens der familie de Viron. Het kasteel is door de gemeente aangekocht in 1923.  Alle gemeentelijke diensten werden er onmiddellijk in ondergebracht.

 

In 1957 vierden we het tienjarige bestaan van de jaarmarkt.

 

“Wanneer voor 10 jaar enkele personen zich verenigden om de mogelijkheid te onderzoeken op de maandag onzer oktoberkermis een jaarmarkt te organiseren, had niemand onder hen durven vermoeden dat deze zo een succes tegemoet zou gaan.  Na enkele jaren was onze jaarmarkt gekend als een der beste van de ganse omgeving.  Van jaar tot jaar groeide de belangstelling zowel van onze handelaars en neringdoeners als van onze kwekers en landbouwers. Onze jaarmarkt behoort tot één der grote verwezenlijkingen van het jaar in de gemeente.”

 

“Onze jaarmarkt is een topmanifestatie geworden in onze gemeente.  Een manifestatie die telkenjare een massa volk lokt, een gebeuren dat niet meer weg te denken is uit het kader van de menigvuldige activiteiten die onze gemeente kent.”

 

Inderdaad de organisatoren van de Dilbeekse jaarmarkt zijn aan hun 50ste editie toe, naar traditie gehouden op de maandag na de eerste zondag van oktober.

 

Boerenjeugdbond stond aan de wieg

LVD

 

DILBEEK – In 1947 hadden de jongeren de benauwende periode van WO II achter de rug. Vijf lange jaren hadden ze hun dynamisme en energie moeten intomen. Nu moesten ze vooruit, iets van hun leven maken. Ze waren jong en ze wilden wat.

 

En zo gebeurde het dat de gebroeders De Marie op een zwoele augustusavond onder de dakpannen van de boerderij op hun bed lagen en over hun toekomst nadachten. De oudste, Roger, was voorzitter van de Boerenjeugdbond (BJB). De boerderij was een bloeiend bedrijf en de jongeman vond dat het tijd was om met de opbrengst van de grond naar buiten te komen. En de twee broers smeedden hun plannen en betrokken de andere BJB-leden erbij.

Roger stapte naar de burgemeester, Herman Vergels, en legde hun plannen voor. De BJB-jongens wilden een tentoonstelling houden van groenten en fruit in de Verheydenstraat. Enige financiële steun van de gemeente was natuurlijk noodzakelijk.  Vergels voelde wel iets voor de idee van het jongeren en om hun ondernemingszin nog wat aan te wakkeren kregen ze 5.000 frank om hun plannen, te realiseren. Een smak geld destijds.

De stand puilde uit van de groenten en vruchten en trok grote dromende kijklustigen. De tentoonstelling was een succes. Niet alleen de BJB’ers maar ook Herman Vergels waren enorm tevreden met het resultaat en de burgervader besloot dat het experiment voor herhaling vatbaar was. Het jaar daarop werd het initiatief van de BJB’ers herhaald. Maar dit keer met dieren erbij, en wedstrijden, en kramers. De Dilbeekse jaarmarkt was geboren.

 

Onze jaarmarkt: een terugblik

 

In den beginne …

 

In 1948 zag onze eerste jaarmarkt het licht, maar eigenlijk had ze het jaar daarvoor al een aanloopje gekregen.  In de zomer van ’47 kregen enkele jongeren van de Boerenjeugdbond (BJB) het idee om een tentoonstelling te organiseren van groenten en fruit.  Ze hadden hun energie en creativiteit te lang in toom moeten houden tijdens de oorlog.  Ze wilden iets van hun leven maken.  Ze kregen toestemming en een financiële bijdrage van burgemeester Herman Vergels en creëerden die nazomer in de Verheydenstraat een stand waar heel wat volk kwam naar kijken.

 

De burgervader was aangenaam verrast door het succes van de tentoonstelling en zag wel iets in een herhaling.  Bovendien had hij het voorbeeld van enkele gemeenten uit de buurt die reeds een jaarmarkt hadden.  Dus kwamen bij die herhaling dieren en kramen erbij.  De eerste Dilbeekse jaarmarkt was geboren.  Ze viel op de maandag na de eerste zondag van oktober, tweede kermisdag, een dag waarop in die jaren flink gevierd werd.  Ze valt nog altijd op diezelfde maandag en er wordt ook nog altijd flink gevierd.

 

De eerste Dilbeekse jaarmarkt verwelkomde de paarden op het Gemeenteplein, waar ze sindsdien gebleven zijn, en de koeien in de Sint-Alenalaan.  Het kleinvee stond vooral op de marktplaats en in de Verheydenstraat.  Daar prijkte ook de groentenstand van de BJB-ers, die een streling voor het oog mocht heten.  Naast al die dieren en tuinbouwproducten stonden een veertigtal kleine kraampjes. Klein en gemoedelijk, met vooral boeren uit de onmiddellijke omgeving, was de eerste jaarmarkt een schot in de roos.  Burgemeester Vergels keek ernaar en zag dat het goed was.

 

Als voorzitter van het jaarmarktcomité had hij in het voorwoord van het eerste jaarmarktboekje geschreven: “Dilbeek houdt zijn eerste jaarmarkt!  Zonder twijfel gaat zij een groot succes tegemoet.”  Hij hoopte bovendien: “dat de eerste jaarmarkt de “reputatie” van de anderen die zullen volgen, voorgoed zal vestigen.”  Profetische woorden bij het begin van een successtory.

 

Negen jaar na de eerste jaarmarkt stierf Herman Vergels.  Georges Mot volgde hem op als burgemeester en als voorzitter van het jaarmarktcomité.  Het leek er op dat deze twee functies traditioneel verbonden zouden blijven.  Maar toen Philip Vergels in 1967 burgemeester werd, vroeg hij Georges Mot voorzitter te blijven.  De man had de zware taak bijzonder goed vervuld en zou dat blijven dien tot in 1991.  Hij was een doortastende figuur waar iedereen naar opkeek en die zijn stempel op het jaarmarktgebeuren drukte.

Georges Mot werd opgevolgd door Jean Kempeneer.  Nog twee jaar later werd de huidige voorzitter, Albert de Kimpe, die al sinds 1951 meewerkt aan de jaarmarkt, verkozen.  Op dat moment had het jaarmarktcomité wat vers jong (het gaat over enkele frisse veertigers) bloed aangetrokken en het zette onverminderd de schouders onder de zware taak.

 

Dit jaar werd ter ere van de zestigste jaarmarkt een “comité 60” opgericht.  Dat houdt zich bezig met de speciale activiteiten rond de jubileumuitgave.

 

Uit de oude doos.

In de loop der jaren heeft onze jaarmarkt heel wat tradities verzameld.  Sommigen gaan al mee van heel in het begin, andere zijn later bijgekomen.

 

De meest gekende traditie dook voor het eerst op bij de viering van het eerste lustrum.  Het vuurwerk dat de jaarmarktavond oplicht boven de vijver aan het gemeentehuis is niet meer weg te denken.  Zonder dit lichtspel is onze jaarmarkt niet af.

 

Een minder gekende gewoonte, die bij het prille begin is ontstaan, is het ontbijt met cognac en een dikke sigaar.  Wanneer om 9 uur ’s morgens de comitéleden en de juryleden op het gemeentehuis bij elkaar komen, zijn velen van hen al een tijdje op en hebben ze al hard moeten werken in de ochtendkou.  Honger en dorst dus.

 

He spreekt dan ook vanzelf dat de heren wat te eten krijgen en een cognacje om warm te krijgen kan geen kwaad.  Een verklaring vinden voor de dikke sigaar die na het ontbijt steevast wordt opgestoken, ligt minder voor de hand, maar feit is dat je de juryleden kan herkennen aan de half opgerookte sigaar die ’s voormiddags tussen hun lippen hangt.

 

Gaandeweg kwamen er ook heel wat traditionele stands bij.  Zo weet iedereen dat je in de Sint-Alenalaan bij de scouts van die naam pannekoeken kan eten en vlierbessensiroop tegen de winterhoestjes kan kopen.  Een eindje verder in dezelfde laan vind je ook de scouts van Paloke.  Sinds jaren verkopen zij zelfgemaakte truffels.  Omwille van het vele werk dat ze hiermee elk jaar hadden, zullen er dit jaar geen truffels meer bij zijn.  De scouts zijn wel nog op post met speciale pitta’s en scoutsbier “Domein”.  Of hoe sommige tradities verdwijnen om plaats te maken voor nieuwe.

 

Een andere klassieker voor de jeugd en al wie zich nog jeugdig voelt, is de tent van jeugdclub Oosthoek, die elk jaar op het grasveld voor het bos staat.  Wat begon met een optreden na het vuurwerk en een dranktent overdag, is uitgegroeid tot een weekendhappening en dat al voor de negende keer.

 

En dan zijn er nog de gueuze- en kriekstands van enkele brouwerijen uit de streek die hun vaste plaats hebben en waar familieleden en vrienden elkaar tegen het lijf lopen en een klapke doen.  De brandweer die al enkele jaren een demonstratie geeft over hoe je een frietpot moet doven.  En de grootste en belangrijkste traditie van allemaal: de gezellige en onnavolgbare ambiance.

 

Wie adverteerde als eerste in de jaarmarktcatalogus

    bv    "De Gueuzen"

                                GUEUZE  Nestor, Jan, Edg., Maurice, Paul Limbourg

                                GUEUZE-KRIEK-LAMBIC Em. Eylenbosch

                                Gueuze en Krieken-Lambic De Neve

                                Gueuze en Kriekenlambic Timmermans Walravens

                                GUEUZE - KRIEK Goossens

 

 

Vort met de geit!

Een jaarmarkt zou geen jaarmarkt zijn zonder dieren.  Tijdens de eerste jaarmarkten vormden ze natuurlijk het belangrijkste aandeel.  De bedoeling van de jaarmarkt was de landbouw in het zonnetje te zetten.  De BJB-ers trokken de aandacht naar de tuinbouwproducten, maar de jaarmarkt werd pas compleet met de dampende lijven en het gesnuif van dieren.

 

In 1948 waren er al acht dierenwedstrijden en de boeren kwamen te voet of met karren naar de jaarmarkt om mee te dingen naar de beker en medailles.

 

De jaarmarkt werd groter en groter en er kwamen steeds meer dieren.  De koeien verhuisden naar de Baron De Vironlaan en het kleinvee naar de marktplaats.  Dit jaar moet je voor het kleinvee echter in de Dr. Jan Appelmanslaan zijn.

 

Het aandeel van de dieren verminderde weliswaar toen de landbouwmaatschappij evolueerde naar een geïndustrialiseerde maatschappij, maar toch kan je op de Dilbeekse jaarmarkt nog steeds volop genieten van de gezonde geur van “den boerenbuiten”.  Toch is één dier volledig uit het jaarmarktgebeuren verdwenen: het varken.

 

De prijskampen voor varkens verdwenen uit de circulatie omwille van de vele problemen met varkenspest die de laatste jaren opdoken. Een jaarmarkt waar vele dieren bij elkaar zijn, is een ideale plaats om besmetting voort te zetten en dat wil het jaarmarktcomité uiteraard vermijden.  Vandaar dat bijvoorbeeld ook de runderen vooraf een sanitaire keuring moeten ondergaan.

 

Behalve de prijskampen voor varkens, was er nog een varken.  Vroeger moest je de jaarmarktcatalogus kopen en kreeg je er een tombolanummer bovenop.  Hoofdprijs: een varken geschonken door het huis De Gieter.  Maar de dagen van dit varkentje waren geteld.

 

Voor landbouwers is een varken een mooie prijs, maar de meeste mensen weten eigenlijk niet goed wat ze er moeten mee aanvangen.  Op de koop toe letten heel wat mensen niet op hun nummertje, zodat het jaarmarktcomité regelmatig met de hoofdvogel bleef zitten.  Het varken werd uiteindelijk een hesp (wat het lot is van elk varken natuurlijk) en raakte daarna helemaal in onbruik.  Geen tombola meer.

 

Last but not least.

Dit jaar vieren we met Pajotse uitbundigheid onze diamanten jaarmarkt.  …….

 

Als de week nadien alles is opgeruimd, de rekeningen zijn opgemaakt en betaald en de katers zijn uitgezweet, haalt het jaarmarktcomité eens diep adem … en begint aan de volgende zestig!

 

Straffe koffie, fijne cognac, ...

Linda Vanden Driessche

 

DILBEEK – Op de ochtend van de jaarmarkt, zo rond een uur of negen, komen de juryleden en de leden van het jaarmarktcomité samen in de raadzaal van het gemeentehuis. Velen onder hen zijn al enkele uren in het getouw en de – in die tijd van het jaar nogal frisse – buitenlucht geweest. Ze hebben honger en dorst en een beetje kou gekregen.

 

De tafel in de raadzaal staat gedekt voor een laat ontbijt. Op elke plaats staan een bord, een kop, bestek en ... een cognacglas. Het mansvolk doet zich tegoed aan broodjes met hesp, kaas en americain en na de maaltijd komt iemand rond met een fles fijne Franse Cognac. Als dat geen goeie manier is om de dag te beginnen.

Afkeurende gezichten kunnen nu beter terug in de plooi vallen. Een vijftig jaar oude traditie breek je zomaar niet, dat zou oneerbiedig zijn. Bovendien, het beschermt je een beetje tegen de koude (alle wetenschappelijke bewijzen van het tegendeel niet in aanmerking genomen). De verwarmende eigenschappen van het goudkleurige drankje, zijn trouwens de reden waarom de pioniers van de jaarmarkt zich de gewoonte eigen hebben gemaakt.

De broodjes zijn op en de glaasjes leeg, maar de juryleden kijken verwachtingsvol rond. Als kroon op het werkstuk volgt er immers nog een dikke sigaar, om helemaal opgewassen te zijn tegen de zware dag die nog volgt. Als de sigaren half opgerookt zijn, stroomt iedereen naar buiten. De juryleden zijn nog een hele tijd te herkennen aan de half opgerookte sigaar, die tussen hun lippen geklemd zit.

 

Eerste affiches waren kunstwerkjes

FKD

 

DILBEEK – De Dilbeekse drukkerij Tiebout zorgde gedurende vijftig jaren voor de jaarmarktaffiche. De eerste affiche was 1,60 meter hoog. Dilbeekse kunstenaars maakten de ontwerpen voor de illustratie van de affiches. Vooral de eerste affiches vielen op door hun kunstzinnigheid.

 

De eerste jaarmarktaffiches bestonden uit drie vellen papier die mevrouw Tiebout zorgvuldig aan elkaar kleefde. Op het bovenste vel prijkte er een prachtige tekening van de hand van Victor Vlogaert. Op de twee onderste vellen stonden de lijst van de prijskampen, het wedstrijdreglement en het jaarmarktprogramma. De tekening werd door de drukkerij Lees in Anderlecht afgedrukt met de steendruktechniek. Levez werkt nog lang op die ambachtelijke wijze. “De affiches waren kunstwerkjes en werden een verzamelobject. In een Dilbeeks café hangt er nog een origineel affiche”, weet Emiel Tiebout. In vele Dilbeekse woningen prijken er nog ingekaderde jaarmarktaffiches.

Een tekening ging vier jaar mee. Dan maakte de kunstenaar een nieuw ontwerp. Later tekende Bert Vonck illustraties voor de affiche. Vonck zette speelse jaarmarkttaferelen op papier. Hij werd bekend voor zijn glasramen en de generieken voor het BRT-programma.

“Voor Boer en Tuinder”. Voncks tekeningen prijkten ook op enkele jaarmarktboeken.

Het formaat van de affiches nam met de jaren af tot een derde van de grootte van de eerste want in de cafés was er steeds minder plaats.
De tekst werd steeds korter. Er is ooit eenmaal een kleine affiche gedrukt maar die kende geen bijval. Emiel en zoon Edmond gebruikten de eerste affiche om de jubilieumaffiche te ontwerpen. Edmond haalde zelfs de houten letter van onder het stof waarmee de eerste affiche is gedrukt.

 

Kramers lusten bokken niet

LVD

 

DILBEEK – Als bediende van Openbare Werken moest Albert de Kimpe ’s morgens vroeg alle wedstrijddeelnemers hun juiste plaats aanwijzen. Net zoals nu trappelden de paarden op het Gemeenteplein, maar de koeien herkauwden in de Sint-Alenalaan. De varkens, schapen, geiten en ander kleinvee stonden helemaal aan de andere kant op de marktplaats. Niet handig als je op z’n drukke dag toch al overal tegelijk moet zijn.

 

Het gemeentebestuur begreep het probleem en besloot er iets aan te doen. Op een mooie oktobermaandag in 1971 stond het kleinvee niet meer op de marktplaats maar in de de Heetveldelaan. Langs de kant van het park, als het ware met hun rug naar de vijver, prezen de kramers hun waren aan. Langs de overkant, de kant van het bos en het politiekantoor, stonden de lieve beestjes lustig te blaten, knorren, kakelen, ieder volgens geaardheid.

Waar geiten zijn, zijn uiteraard ook bokken, en die hebben de reputatie – niet onterecht – een kwalijke geur te verspreiden, zeer tot ongenoegen van de uitbater van het pensenkraam die uitzicht op de sikjes had. Het onvermijdelijke bleef niet uit. Na verloop van tijd pakten verscheidenen marktkramers, de pensenventer op kop, hun boeltje bij elkaar, omdat ze het niet meer uithielden van de stank en hun waren niet aan de man kregen.

Heel wat ontevreden stemmen dreigden het volgende jaar niet meer terug te komen als ze nog de hele dag tegen die stinkende beesten moesten aankijken. Het jaar daarop stond het kleinvee opnieuw op de marktplaats.

 

Tombolavarken verkoold

 

DILBEEK – Jarenlang verlootte het jaarmarktcomité onder de kopers van het jaarmarktboek een zwijn. Dat zwijn kwam meestal van het Neerhof. Twee prijsvarkens eindigden hun bestaan op een ongewone wijze. Drukkerszoon Edmond Tiebout won als kind eens het varken. Hij verkocht het vetgemeste varken. Met de opbrengst kocht Edmond een fietsje. Het zwijn kwam aan zijn einde toen het een elektrische kabel doorbeet.

Paul Meukens trok ook eens het winnende lot. Grootvader slachtte het zwijn. De ochtend nadien was het varken verkoold. Vermoedelijk poogde iemand het zwijn te stelen en liep dat mis. Paul Meukens vond in de tuin een tas die moest dienen om het vlees te vervoeren. Hoe het zwijn verkoold geraakte is niet geweten.

 

 

Jaarmarkt had eenmaal plaats op zaterdag

FKD

 

DILBEEK – Een staking van de middenstand dwong het jaarmarkt comité in 1973 eenmaal af te wijken van de traditionele jaarmarktdag op de maandag na de eerste zondag van oktober. Dat gebeurde in 1973 met de 25ste jaarmarkt. De jaarmarkt verhuisde noodgedwongen naar zaterdag. Het werd een veelbesproken experiment.

 

Een staking van de “onafhankelijken” dreigde roet in het eten te gooien in de organistatie van de vijfentwintigste Dilbeekse jaarmarkt. Het jaarmarktcomité besliste daarom de jaarmarkt naar de zaterdag voor de eerste zondag van oktober te verplaatsen. De beslissing stuitte op gemengde gevoelens. Sommigen waren bang dat vele marktkramers niet zouden opdagen omdat de stakingsaanzegging laat was bekendgemaakt. Anderen vreesden voor een overrompeling. Pessimisten zagen de markt op een zaterdag niet zitten.

De jaarmarkt leed niet onder het “stakingsexperiment”. In “De Postiljon” lezen we dat het op de jaarmarkt om 11 uur “volle bak” was. Er was geen speld tussen de massa te krijgen. Wie voor een kraam wilde blijven staan werd meegetrokken door de stroom bezoekers.

Na de jaarmarkt ontstond een discussie tussen voor- en tegenstanders van de jaarmarkt op zaterdag. Tegenstanders wilden terug naar de traditionele datum en vreesden dat de markt op zaterdag uit haar voegen zou barsten. Voorstanders meenden dat velen de extra vakantiedag liever opspaarden voor onvoorziene omstandigheden. Een jaarmarkt op zaterdag gaf iedereen de gelegenheid tot vermaak, boodschappen doen en genieten van de jaarmarktsfeer. Wie wat te diep in het glas gerstenat keek kon zondag bekomen.

De voorstanders van de jaarmarkt op zaterdag haalden het niet. Het jaarmarktcomité besloot om terug te keren naar de traditionele maandag na de oktoberkermis. En zo bleef het.

 

Enkele anekdotes

 

Commissaris De Croo streng met verfborstel.

 

Jarenlang duidde politiecommissaris De Croo de plaatsen aan waar de marktkramers mochten staan.  De commissaris maakte er een punt van eer van om de plaatsen minutieus te markeren.  Hij gebruikte een meter en duidde de plaatsen aan met verfstrepen en met een nummer.  Sommige marktkramers beweerden al eens dat ze te weinig plaats kregen toebedeeld.  Dat was buiten de commissaris gerekend want die werkte op de millimeter juist.  De ordehandhaving leverde haast nooit problemen op voor de politiemannen.  Ooit wilde een marktkramer zijn kraam opstallen in de Verheydenstraat aan het begin van de Schoolstraat.  Eerst wilde hij van geen wijken weten.  Enkele agenten vatten post voor het kraam zodat de klanten het kraam niet zagen.  En de kramer, die droop af.

 

De ruin tussen de merries.

 

De keurders deden hun best om tijdens de wedstrijden misbruik te vermijden.  Ze keken streng toe dat er geen verkeerde dieren in de wedstrijden belanden.  Een grapjas sloop na de wedstrijden met een ruin tussen de merries.  Hij wilde de keurders laten geloven dat ze zich vergisten.  De grapjas riep de paardenkeurders die van een frisse pint genoten uit een café rechtover het gemeentehuis.  De keurders waren echter zeker van hun stuk en verklaarden de keuringen geldig.

 

Tombolavarkens geëlektrocuteerd en verkoold.

 

Jarenlang verlootte het jaarmarktcomité onder de kopers van het jaarmarktboek een zwijn.  Dat zwijn kwam meestal van het neerhof.  Twee prijsvarkens eindigden hun bestaan op een ongewone wijze.  Drukkerszoon Edmond Tiebout won als kind het varken.  Edmond Tiebout verkocht het zwijn dat bij een boer vetgemest werd.  Met de opbrengst kocht Edmond een fietsje.  Het zwijn kwam aan zijn einde toen het een elektrische kabel doorbeet.

 

Paul Meukens trok eens het winnend lot.  Grootvader slachtte het zwijn.  De ochtend nadien was het varken verkoold.  Vermoedelijk poogde iemand het zwijn te stelen en liep dat mis.  Paul Meukens vond in de tuin een tas die moest dienen om het vlees te vervoeren.  Hoe het zwijn verkoold geraakte is niet geweten.

 

Dilbeekse boer en tuinder hebben het uiterst moeilijk.

 

Dilbeekse landbouwers ondervinden meer dan welke landbouwer ook de Europese druk.  De toekomst van de landbouw oogt niet rooskleurig want van de huidige 119 bedrijfsleiders zijn er slechts zes zeker van opvolging. In Dilbeek kunnen de bedrijven hun landbouwareaal niet vergroten.  Specialisatie vergt ontzettend veel investeringen.  Bovendien lokken hogere lonen buiten de landbouwsector de eventuele opvolgers.

 

Sinds de fusie van gemeenten daalde het aantal bedrijfsleiders van 423 naar 119 en het aantal tewerkstellingen van 600 naar 152.  De bewerkte oppervlakte daalde echter niet in verhouding met de afname van de tewerkstelling.  Voor de Dilbeekse boer en tuinder zit er een alternatief in de lokale markt.  Ze kunnen hun producten thuis verkopen en de biomarkten aandoen.  Ook het terrein van het hoevetoerisme ligt nog braak.

 

Thuiskrant – donderdag 2 oktober 1997

 

Grootse optocht voor halve eeuw jaarmarkt.

Ludo VAN DER CAMMEN

 

DILBEEK- De Dilbeekse jaarmarkt beleeft aanstaande maandag, 6 oktober, zijn vijftigste editie. Het wordt een heel speciale jaarmarkt. De viering krijgt een hoogtepunt met een groots opgezette stoet. Al sinds maanden is het “comité 50” bezig met de voorbereiding van een halve eeuw jaarmarkt. Zoals de kaarten liggen, mag men er donder op zeggen dat er een topevenement in de maak is dat ongetwijfeld indruk zal maken op heel het Pajottenland.

 

De eerste Dilbeekse jaarmarkt had plaats in 1948. De jaarmarkt werd toen “Onze jaarmarkt” genoemd en vijftig jaar later is dat nog altijd zo. De Dilbeekse jaarmarkt is overigens uitgegroeid tot één van de vermaardste in zijn soort. Er komen altijd vele duizenden bezoekers op af. Een happening die een heuse massale volkstoeloop op gang brengt.

Ter gelegenheid van het jubileum werd een speciale werkgroep opgericht. “Comité 50” bestaat al sinds oktober van vorig jaar. Voorzitter is Omer Langhendries en als leden maken Johan Maertens, Raf Anthierens, Robert Schiettecatte, Frans Timmermans en Elisabeth Van Laethem er deel van uit. Elke maand kwam het comité drie keer samen. En ze hebben hun tijd zeker niet verloren, want er werd een prachtig feestprogramma uitgewerkt. Het “Comité 50” stelt een map samen met als titel “Het pionierstijdperk van onze jaarmarkt 1948-1997”. In de map wil men vooral de voorvaderen in het brandpunt van de belangstelling plaatsen want zij hebben de jaarmarkt gestalte gegeven en gemaakt tot wat ze nu nog altijd is.

De feestelijkheden beginnen al op zaterdag 4 oktober. Jeugdclub Oosthoek zorgt voor een programma met optredens in een tent naast het gemeentepark. Het comité zelf wil uitpakken met animatie, een tentoonstelling van streek- en ambachtelijke producten, gildeactiviteiten en de promotie van de landbouw en het platteland.

Nog op zaterdag zal er een grandioze muzikale stoet door de Dilbeekse straten trekken. Dat wordt volgens het comité een stoet die het Pajottenland nog nooit gezien zal hebben. De lijst van wie mee doet aan de stoet indrukwekkend. The Lowland Pipers, een doedelzak- en drummersband met een internationale reputatie, zullen ondermeer van de partij zijn. Maar ook de vendeliersgroep Alferi uit Kaulille, de Dilbeekse volkskunstgroep Pypezijpe en de fanfare De Vrije Belgen zullen er zijn. En een huifkar getrokken door Friese paarden, evenals open koetsen, een boerentram en verschillende koetsen met verrassingen. Ook de Landelijke Gilde doet enthousiast mee. En het Dilbeekse gemeentebestuur verleent alle mogelijke logistieke en financiële steun.

 

Een nooit gezien stoet

VDCL

 

DILBEEK – De jubileumstoet van de Dilbeekse jaarmarkt vertrekt op zaterdag 4 oktober om 13u30 aan het gemeentehuis na een openingsceremonie die gepaard gaat met het lossen van duiven. De nooit eerder geziene stoet trekt doorheen volgende straten in Dilbeek-centrum: Gemeenteplein, de Heetveldelaan, Kasteelstraat, Verheydenstraat, Oudesmidsestraat, Spanjebergstraat, Berchemstraat, Baron de Vironlaan en verder nog langs het Gemeenteplein om te eindigen rond 16 uur aan de tent van Oosthoek waar er optredens op en rond een kiosk verzorgd worden door de groeperingen die deelnemen aan de stoet.

 

 

Tentoonstelling in Sint-Alenatoren

VDCL

 

DILBEEK – Het Willemsfonds pakt ter gelegenheid van de vijftigste jaarmarkt volgend weekeinde uit met een groepstentoonstelling in de Sint-Alenatoren. De opening heeft plaats op zondag 5 oktober om 11 uur. De harmonie Crescendo en de vzw De Dilbeekse Cahiers verlenen hun medewerking. Burgemeester en dichter Stefaan Platteau huldigt het literaire werk van Willem Roggeman. Nemen aan de tentoonstelling met schilderijen, etsen, keramiek, creaties met juwelen en ikonen deel: Bernard Lamotte, Katrien Orie, Jean Thiebout, Elise Van Craen, Jan Van Den Berghe en Charly Van Laethem. Op de jaarmarkt op maandag 6 oktober zelf is de expo open van 10 tot 16 uur.

 

Dilbeekse cafébazen waren poëten

FKD

 

DILBEEK – Uit de eerste jaarmarktboeken leren we dat Dilbeek talrijke cafés telde. Enkele Dilbeekse cafébazen kwamen als volleerde poëten uit de hoek. Edgard Bruyninckx van het Kasteelzicht op het Gemeenteplein voerde in het jaarmarktboek van 1948 publiciteit met dit versje:        

“Voor een Geusken of Lambik

En zelfs een glaasje kriek

Gaat gerust maar bij Edgard

Hij heeft ook een biljart,

Bakspel, teerling en vogelprik,

En een pick-up met schoon muziek,

Vergeet vooral niet dat Margriet,

Ook al haar klanten geren ziet.

Die daarmee niet kontent zijn,

Blijft beter thuis, en drinkt ... azijn.”

J.B. Waterplas die café hield op de Ninoofsesteenweg 339 lokte zijn klanten als volgt:

“...en de speurders vonden de pist.

Recht naar de kelder van TIST.

Uiterst voldaan zegden ze: hier

Vinden we uiteindelijk ’t BESTE BIER.”

Frans Hannaert, Ninoofsesteenweg 320, beloofde zijn klanten naar huis te brengen in zijn taxi.

Zoals ge toch ziet

Staan de schoonste prijzen nog op de jaarmarkt niet!

Liefhebbers van ’t fijn glas bier uit fles of vat,

Of om het even welk ander geestrijk nat;

Gaat bij Frans Hannaert en drink u n’ stuk in uw buis!

Zo gij het verlangt brengt hij u met taxi thuis.

 

In 1953 klonk de lokroep van Edgard Bruyninckx al anders:

In Dilbeek-Park staat een café,

Men schenkt er bier, koffie en thé;

Ook water als het moet

Voor wie het bier geen deugd en doet

De mannen spelen er biljart en kaart

De fijnproever slurpt een geuze of kriek,

En op het terras smult vrouwlief een stuk taart.

En gaat heen met een stuk in zijn wiek

De verliefden kunnen er zalig genieten

De kleuters spelen in ’t park op het gras

En in ’t zand, alsof het aan zee was.

’T Is er een hemel op aarde, zoals ge ziet

Al la Vue du Chateau bij Edgard en Margriet.

 

Fietsen- en kinderkoetsenverkoper Van Nevele zegde het als volgt:

En men vergete niet dat kinderen opgevoed in kinderwagens Van Nevele kampioen worden.

 

Kriek en pensen gaan er vlot in

Jean-Pierre Schoukens

Voor DAC is jaarmark ideale promotie voor de club

 

DILBEEK – De Dilbeek Atletiek Club, kortweg den DAC, is veruit de grootste sportclub in Dilbeek en maakt van haar stand op de jaarmarkt gebruik om de kas te vullen en de club nog beter bekend te maken. Dat gebeurt op 6 oktober voor de zeventiende maal bij Dicky West, een oud-lid. Op het menu de beroemde hamburgers en pensen van Mariette. Oertraditioneel, zegt voorzitter Dirk Janssens, maar het publiek vraagt dat nog het meest, hoe eigenaardig het ook klinkt.

De atletiekclub met 700 leden, waarvan de helft nog actief met een “borstnummer”, heeft veel geld nodig. De begroting draait rond de vier miljoen. Daarvan wordt amper een vijfde gedekt door lidgeld. De rest schraapt de club samen met allerlei organisaties elk weekend van augustus tot oktober, zoals onder meer met een stand op de jaarmarkt.

Dit jaar is de stand van DAC in de Kasteelstraat anders opgebouwd door de nieuwbouw. Voor de rest blijft alles bij het oude. Dirk Janssens: “Na zoveel jaren draaien we grotendeels op routine. We verkopen nog altijd de kriek De Neve. Op pieken bedienen wij met 12 tot 15 man minimum 150 jaarmarktbezoekers”.

DAC begint op de jaarmarktdag om 5.30 uur met het innemen van de stand want de club weet uit ervaring dat marktkramers altijd één metertje te kort komen.

POPULAIR

De stand is zeer populair bij de jaarmarktbezoekers. De twaalf (lege) vaten kriek (en vele andere dranken), 300 hamburgers en 200 pensen van vorig jaar zijn daar de stille bewijzen van. De uitstraling van DAC in Dilbeek is zeer groot, want geen enkele professionele verkoper van pensen en hamburger zet zijn vuurtje open rechtover DAC.

Stille momenten kent de stand van DAC nauwelijks, “behalve”, zegt voorzitter Dirk Janssens, “tussen 2.45 uur en 3.15 uur in de namiddag. Een verklaring darvoor heb ik niet. En is er nog eens een stil moment, dan vangen wij dat op met een oud trucje. We gaan zelf voor onze stand staan, want volk lokt volk.”

 

 

Het toetje voor de Wolsem Reuzengilde

Jean-Pierre Schoukens

 

DILBEEK – Evenals voor de atletiekclub is de jaarmarkt voor de Wolsem Reuzengilde het uitgelezen moment om fondsen te verwerven voor de gilde. Alles begon twaalf jaar geleden toen een lid een stand op de jaarmarkt suggereerde om de aanmaak van reus Jef Pajot af te betalen. Het was meteen een schot in de roos en sindsdien kreeg Jef nog een echtgenote Rineke en een dochter Fientje bij.

 

Een reus maken kost geld. De Reuzengilde steekt zelf veel de handen uit de mouwen, maar voor bepaalde onderdelen is de gilde toch op vaklui aangewezen. De grondstoffen zoals textiel kosten ook veel geld. De reuzen zijn intussen wel afbetaald, maar het onderhoud en herstellen van reuzen en materiaal en de deelname aan stoeten overal in het land kosten geld. Er zijn de vervoerskosten, maar ook onverwachte kosten zoals dit jaar de herstelling van het wiel van de kar die de Reuzengilde in elke stoet meeneemt om de vaten kriek op te plaatsen om het publiek van deze Pajottenlandse biersoort te laten proeven. De herstelling van één wiel kost vlug 15.000 frank, zegt Jef Vanden Bremt.

Rendez-vous

De opbrengst van de stand met de jaarmarkt in de Sint-Alenalaan is dus meer dan een welgekomen financiële steun, want de Gilde heeft geen andere inkomsten. “Maar er is meer”, zegt Vanden Bremt. “In de loop van de jaren is de stand uitgegroeid tot een kolossale ontmoetingsplaats waar families afspreken. We zijn begonnen onder een parapluke en nu stellen we twee zelfgemaakte tenten op.”

Behalve kriek – het wordt elk jaar moeilijker een geschikte kriek te vinden – serveert de Reuzengilde sinds twee jaar ook zelf gemaakte soep. Dat was meteen bingo. De Reuzengilde verzet daarnaast gemiddeld op een jaarmarktdag 1.200 glazen kriek.

Anekdotes over de stand borrelen bij Jef Vanden Bremt spontaan op. Hij herinnert zich nog levendig twee Schaarbeekse dames die hij leerde kriek drinken. De dames vonden het zo lekker dat ze in amper in twee uren vijf krieken binnenkapten en geestelijk verheugd terugkeerden naar Brussel.

 

 

Scoutssiroop voor de hoest

LVD

 

DILBEEK – Ongeveer twintig jaar geleden, tijdens de voorbereiding van de jaarmarkt, kwamen de scouts van Sint-Alena al lachend en zwanzend op het idee om niet alleen de traditionele pannenkoeken maar ook vlierbessensiroop te verkopen.

 

Dus trok een groepje scouts een hele dag de natuur in om vlierbessen te plukken. De hele groep kookte de besjes met suiker en een of ander geheim ingrediënt tot een vloeibare en heilzame siroop. Het eerste jaar kochten ze flesjes bij een apotheker in Dilbeek en maakten etiketten op hun eigen stencilmachine. Later kochten ze hun flessen in ’t groot. De etiketten bleven ze zelf maken, elk jaar volgens een ander ontwerp.

Ook dit jaar plukten de scouts van Sint-Alena ijverig de donkere besjes. Met paarse handen en veel gelach brouwden ze samen hun geheime drankje, in de zekerheid dat hun 300 flesjes allemaal een koper vinden. De stand van de scouts is een traditie geworden, ook voor de Dilbekenaren, die de jaarmarkt afwachten om hun flesje vlierbessensiroop in te slaan en van de gelegenheid gebruik maken om van een al even traditionele scoutspannenkoek te smullen.

Verhuis

Op het houtvuur voor de stand bakken de scouts verse koeken maar de meesten werden eigenlijk vooraf gemaakt (vooral om op de dag zelf te kunnen volgen) en de kenners weten dat ze er een moeten vragen “van vanachter in tent” want die zijn lekkerder.

Dit jaar staan de scouts van Sint-Alena niet op hun vertrouwd plekje in de straat met hun naam. Ze hebben hun lokaal ’t Stam in de Kasteelstraat helemaal opgefrist en zetten wat tafeltjes buiten. Pannekoekeneters kunnen er dus ook gezellig een glaasje drinken. Maar pas na dat ze hun fles vlierbessensiroop hebben ingeslagen natuurlijk.

 

Geen truffels, wel bier en pita’s

LVD

 

DILBEEK - De truffels van de scouts van Paloke zijn al even bekend als de vlierbessensiroop van de scouts van Sint-Alena. En al even traditioneel, maar dit jaar breken de scouts met deze lekkere traditie wegens te arbeidsintensief.

De scoutsjongeren maakten met de hele groep alle truffels zelf en hadden er minstens een week werk aan.  Vorig jaar verwerkten ze z’n slordige 100 kilo ingrediënten tot heerlijke, tongstrelende truffels. Maar dit jaar zullen de zoetekauwen op hun honger moeten blijven zitten.

Er is wel goed nieuws voor de droge levers. De drankenstand waar de scouts vorig jaar mee begonnen, krijgt uitbreiding, het echte scoutsbier Domein moet je dus niet missen. Het is een soort Trappistenbier, dat zeker enige aandacht verdient.

De hongerige magen kunnen zich tegoed doen aan de pita’s die sinds enkele jaren op het scoutsmenu staan. De scouts hadden al hun eigen “special” en doen er dit jaar een tweede soort bovenop. Kiezen zal moeilijk zijn, tenzij je buik groot genoeg is voor twee natuurlijk.

 

Met medewerking van het gemeentebestuur

Jean-Pierre Schoukens

Gemeente levert behalve financiële, zeer veel logistieke steun

 

DILBEEK – Behalve de financiële injectie, verleent de gemeente zeer veel logistieke en administratieve steun aan het jaarmarktgebeuren. Voor Mimi Coppens, Roger Van Herreweghen en William De Vos zijn de maanden vooral flink gevuld met allerlei voorbereidende activiteiten, waar de massa niet bij stilstaat maar het trio soms wel eens slapeloze nachten aan overhoudt.

 

Dat geldt zeker voor William De Vos, de marktleider. Hij verzorgt de communicatie met de marktkramers vooraf en op de dag zelf leidt hij alles in goede banen. Geen gemakkelijke opdracht, wanneer in amper enkele uren meer dan 500 marktkramers het centrum van Dilbeek binnenrijden. “De eerste twee uren zijn de moeilijkste en de meest frustrerende, want sommige marktkramers nemen al eens meer plaats in dan hen toegemeten. Alle standplaatsen zijn nochtans vooraf afgemeten en afgebakend. En dan heb je nog het fenomeen van de “zwarte marktkramers”. Dat zijn marktkramers die vooraf niet inschreven en geduldig uitkijken naar een vrij plaatsje. Maar als ze denken, dat ze niet moeten betalen zoals hun vooraf ingeschreven collega’s, dan hebben ze buiten William De Vos gerekend.

Niet enkel de dag zelf, maar ook de weken vooraf heeft William De Vos het niet onder de markt met zijn “poulains”. Marktkramers vragen meestal meer ruimte en een betere standplaats. “Ik hou vast aan enkele principes”, zegt William De Vos. “Wie een vaste plaats heeft, behoudt die. En we geven die plaats na één jaar niet weg als de marktkramer niet opdaagt. Hij kan door omstandigheden buiten zijn wil misschien niet komen. Pas na het tweede jaar geven we die plaats weg. Wanneer een standplaats vrij komt, krijg ik onmiddellijk tientallen telefoontjes van gegadigden.”

De toenemende omvang van de jaarmarkt plaatst William De Vos voor vele vragen. Er is plaatsgebrek en waar zet hij wie? Vragen die hem wel eens slapeloze nachten bezorgen, want marktkramers willen steeds meer. “Maar”, besluit William De Vos, “als een marktkramer weet wat hij aan u heeft, is het de gemakkelijkste mens.”

Ploegbaas

Voor de ploegbaas van de dienst Openbare Werken zijn de twee weken voor de jaarmarkt de meest drukke. Het begint met het uitdelen van de jaarmarktaffiches in alle handelszaken. Daarna volgt de opkuis van de straten in het jaarmarktcircuit en krijgen de voetpaden een nieuw laagje rode grind. Rond de bomen brengen de ploegbaas en zijn vijf collega’s priemen aan om beschadiging door de dieren te voorkomen. De dagen voor de jaarmarkt moet Openbare Werken de bestaande putten voor het plaatsen van palen uitkuisen. De plaatsing van de palen en ongeveer 600 meter koord gebeurt de dag zelf.

Dan is de ploegbaas met zijn ploeg al van bij het ochtendkrieken in het getouw om de straten op politiebevel verkeersvrij te maken, de kooien voor het kleinvee en het gevogelte te plaatsen en de nadars uit te zetten. Een klus die ongeveer vier uur in beslag neemt.

Maar er is niet alleen het werk buiten, maar ook binnen het gemeentehuis. De broodjes en de koffie moeten klaar staan voor de ontvangst van de jury, maar gelukkig nemen Pierre Van De Gucht en zijn echtgenote Marie-Jeanne deze taak op hun schouders.

In de namiddag herbegint het werk voor Openbare Werken om 16 uur met het opkuisen van het afval van de dieren. Daarna begint de voorbereiding voor het vuurwerk. Als de laatste flits is uitgedoofd, moeten de verkeersborden nog weg. Voor de ploegbaas en zijn ploeg is zes oktober een dag van hard labeur.

Mimi

Mimi Coppens is intens betrokken bij de jaarmarkt. Zij fungeert van jaarmarkt tot jaarmarkt als tussenpersoon voor het jaarmarktcomité en de gemeente. Op elke vraag zoekt zij een antwoord, een job die veel meer vergt dan u en ik kunnen vermoeden. Mimi Coppens nam het volledige secretariaat op haar schouders na een verdienstelijke rust van Lieve de Mesmaker. Daarnaast staat zij in voor het drukwerk, allerlei verzendingen en de uitnodigingen voor de jury.

 

 

 

 

 

De hokken van Georges en Albert gaan nog altijd mee

LVD

 

DILBEEK – Tijdens de eerste jaarmarkten brachten de eigenaars van schapen, varkens, kippen, konijnen, honden en andere kleinere dieren hun eigen hokken mee. Ze stonden er bij elkaar in allerlei maten en modellen. Sommigen hadden geen hokken en moesten zich behelpen met wat voorhanden was.

 

Een onhandige situatie vond burgervader en voorzitter van het jaarmarktcomité, Georges Mot. En aangezien hij een doortastend man was, besloot hij er iets aan te doen.

Hij riep Albert De Kimpe bij zich en trok met hem naar een andere jaarmarkt. Mot had gehoord dat een deelnemer aan de wedstrijden voor kleinvee, het voor bekeken hield en bereid was zijn hokken voor een zacht prijsje van de hand te doen.

Beladen met hokken, trokken Mot en De Kimpe terug naar Dilbeek. Sommige hokken bevonden zich al in een verregaande staat van ontbinding en de werklieden van de gemeente hadden een hele klus aan de restauratiewerken. Maar het resultaat mocht gezien worden. En dat de mannen hun werk goed gedaan hadden merk je aan het feit dat diezelfde hokken ook nu nog verhuurd worden aan de tentoonstellers van klein- en pluimvee. De gemeente verdient er elk jaar nog een extraatje voor de jaarmarktpot mee.

 

Varkens kiezen het hazenpad

LVD

 

DILBEEK – In de jaren zestig was café De Witte Mol -  nu helaas verdwenen – op de hoek van de Spanjebergstraat en de Kasteelstraat een van de “zware” cafés van juryleden en andere jaarmarktbezoekers.

 

Niet ver daar vandaan hadden de varkens, met hun bijhorende baasjes, hun plekje. De vrachtwagens waarmee de knorrende krulstaarten naar de jaarmarkt kwamen, mochten natuurlijk niet daar blijven staan, en zodoende moesten de lieve beestjes, met hok en al, van de wagen op de grond gezet worden. Dat gebeurde soms nogal onzacht, zodat varkens, alweer met hok en al, af en toe flink dooreen geschud werden.

En zo gebeurde het dat op een dag de eigenaars, bezweet en dorstig van al dat gesleur met de varkens en hun hokken, bij De Witte Mol binnenstapten om een welverdiende pint te drinken.

Van al dat geschud waren de hokken niet meer in al te beste toestand. De varkens, die geen ezels zijn en ook de jaarmarkt wel eens wilden verkennen want het rook er zo lekker, zagen hun kans schoon. Ze zetten het op een lopen en renden de Sint-Alenalaan en de Verheydenstraat in.

Dat was het teken voor hun eigenaars om de Witte Mol uit te spurten en de achtervolging in te zetten, daarbij vakkundig geholpen door de gemeentewerklieden.

Varkens en achtervolgers stoven tussen de kramen en zorgden voor heel wat hilariteit bij de omstanders. Uiteindelijk moesten de avontuurlijke beesten het onderspit delven. Ze vlogen opnieuw hun hok in.

De eigenaars en de werklieden waren na de achtervolging waarschijnlijk nog meer bezweet en dorstig, maar of ze De Witte Mol nog bezocht hebben staat niet vast. De varkens zelf waren allang tevreden. Ze hadden toch ook iets van de jaarmarkt gezien.

 

 

 

 

 

Sint-Alena Vlaamsgezind

LVD

 

DILBEEK – De eerste zondag van oktober 1976. Het is een pikdonkere nacht. Het silhouet van de bouwvallige Sint-Alenatoren is nauwelijks herkenbaar tegen de duistere hemel. Toch weerklinken zachte voetstappen op het brugje dat naar het eiland leidt.

 

Enkele Vlaamsgezinde jongelui hebben de sleutel van het poortje te pakken gekregen en sluipen de toren binnen. Voorzichtig zoeken ze hun weg naar boven langs de gevaarlijke trap. Ze maken geen licht, want niemand mag hen zien. Bovenaan gooien ze een touw, verzwaard met een steen, van de ene kant van de toren naar de andere. Geruisloos zijn ze een hele tijd aan het werk om iets vast te maken. Als hun werk erop zit, dalen ze stilletjes af en sluiten het poortje goed af. Dan verdwijnen ze, met de sleutel, in de donkere nacht.
Wanneer ’s anderendaags de zon opgaat boven de Dilbeekse jaarmarkt, zien de kramers en gemeentemedewerkers een groot spandoek aan de Sint-Alenatoren prijken. Er staat: “Welkom aan alle inwijkelingen die het Nederlandstalige karakter van onze gemeente eerbiedigen.”

Het spandoek moet eigenlijk van de toren gehaald worden, maar op een of andere onverklaarbare wijze is de sleutel onvindbaar. De zoektocht naar de sleutel duurt een hele dag en pas 's avonds na het vuurwerk wordt hij teruggevonden. Het spandoek is dus de hele jaarmarktdag, duidelijk leesbaar voor iedereen, blijven hangen. En dat anderhalf jaar voor de actie “Dilbeek, waar Vlamingen thuis zijn” van start ging.

 

Streeknieuws – Pajottenland-Zennevallei – dinsdag 7 oktober 1997

p. 14

D-Day in Dilbeek

Linda Vanden Driessche

Vijftigste jaarmarkt groot succes

 

DILBEEK – De voorzitter van het Dilbeekse jaarmarktcomité, Albert De Kimpe, verklaarde gisterenmorgen om 10 uur op de trappen van het gemeentehuis de vijftigste jaarmarkt voor geopend. Burgervader Stefaan Platteau verwelkomde de menigte en het feest en de wedstrijden konden beginnen.

De juryleden kuierden naar hun wedstrijd, onderweg een praatje makend met oude bekenden. Eerst wierpen ze een algemene blik op de dieren die stampend en snuivend, hun adem nog dampend in de kille ochtendlucht, stonden te wachten. Maar zodra de bekers, medailles en deelnemerslijsten bij de hand waren, begon het serieuze werk.

Een van de meest bekeken wedstrijden is die van de landbouwpaarden, die plaats heeft op het gemeenteplein. Het is elk jaar weer een indrukwekkend zicht, wanneer de forse paarden met hun eigenaars heen en weer over het zand lopen. De jury keurt de manier van lopen en de “lengte” van de loop, maar dat zijn niet enige beoordelingscriteria.

“Een paard moet adel hebben, “ vertellen de juryleden, “en de volwassen paarden moeten hun geslacht vertonen, tenslotte is een hengst een hengst en een merrie een merrie en je moet het verschil kunnen zien! Ook de verhoudingen van het paard zijn heel belangrijk: de grootte van hoofd en lichaam, de lengte van de benen en het gewicht moeten kloppen.”

Ook de andere wedstrijden werden druk bekeken, de koeien in de Baron de Vironlaan en pluim- , kleinvee en hondenrassen in de Appelmanslaan. En uiteraard wandelde elke jaarmarktbezoeker door de Sint-Alenalaan en bewonderde er de mooie stands van de deelnemers aan de wedstrijd voor bloemen en tuinbouw.

Tegen de middag hadden de meeste jaarmarktbezoekers hun trui of jasje op de arm. Overal zag je vrolijke gezichten, mensen ontmoetten vrienden, kennissen en familieleden en bleven staan babbelen. De eet- en vooral de drankstandjes deden gouden zaken.

Frietpot doven

Er was de bekende geus- en kriekstand van de harmonie Crescendo die al meer dan twintig jaar op het gemeenteplein staat. Of de Fire-barbecue achter het politiebureel die aan zijn vierde keer toe was. Zoals elk jaar konden de kinderen een echte brandweerspuit hanteren en kregen de kijklustigen een demonstratie “frietpot doven”.

De kramers zelf zetten ook hun beste beentje voor. Sommigen komen sinds jaren naar Dilbeek. Zo is het slaapkleding- en ondergoedkraam in de Heetveldelaan al aan de derde generatie uitbaters toe. De eerste generatie heeft waarschijnlijk de eerste jaarmarkt in 1948 meegemaakt. Het kraampje van toen is nu een grote vrachtwagen geworden en de uitbaatster kwam al mee naar onze jaarmarkt toen ze nog een kind was.

De mensen van De Lijn waren heel tevreden met het gebruik van de pendeldienst. De opkomst was zodanig groot dat i.p.v. de vier voorziene bussen, er zes moesten rijden. 1.862 mensen maakten gebruik van de service. Daarbij moet je nog 25 procent kinderen onder de tien jaar, die niet moesten betalen, bijtellen. De mensen zelf waren ook tevreden. “Een goed initiatief”, noemden ze het.

 

Stoet trekt feesteditie op gang

Linda Vanden Driessche

 

DILBEEK – Een vijftigste jaarmarkt vier je niet elk jaar. En dat zullen ze in Dilbeek en wijde omgeving hebben geweten. Niet alleen maandag 6 oktober wordt een speciale dag, de pret begint al vanaf zaterdag en duurt een heel weekend lang.

 

De jaarmarktevenementen worden zaterdag 4 oktober officieel geopend om 13.30 uur met een ceremonie op het gemeentehuis. De fanfare De Vrije Belgen zorgt met 70 man voor de muzikale omlijsting en “Sjeure” van het gelijknamig café lost 200 tot 300 duiven. Dat is meteen het startschot voor de stoet.

De huifkarren en koetsen die de stoet rijk is, worden getrokken door Friese, trek- en andere raspaarden. Er rijden een heuse paardentram, de beroemde tonnenwagen van Brouwerij Palm en een dogcart mee, die vroeger werd gebruikt voor het transport van jachthonden.

 

De volkskunstgroepen Pippezijpe en Pajottenland stappen mee op evenals de vendelzwaaiers van Kaulille en Don Bosco uit Woluwe. Deze laatsten staan ervoor bekend dat ze hun vendels heel hoog in de lucht zwieren.

Zeker niet te missen zijn de Lowland Pipers die deel uitmaken van de Royal Scottish Pipe Band Association. Ze dragen een Royal Stewart Tartan kilt, waarvoor ze toestemming kregen van de clanoverste, helemaal volgens het boekje.

Op het einde van de stoet loopt de Wolsem Reuzengilde met een reuzenfamilie en, niet te versmaden, een reuzenvat Kriek. Het vat staat op een brandweerwagen uit 1840, die speciaal voor dit doel werd aangepast. Om de stoet wat extra kleur te verlenen, stappen heel wat mensen uit het Dilbeeks cultureel verenigingsleven mee. Theatergezelschappen, muziekensembles, ze horen er allemaal bij.

Rond 16 uur eindigt de stoet aan de tent van jeugdclub Oosthoek, die traditiegetrouw voor het bos staat. Dit jaar is er ook een kiosk. Tot 18.30 uur kan je er rustig rondkuieren op de ambachtenmarkt met zelfgemaakte standjes van de Landelijke Gilde. Je kan er ook genieten van de optredens van muzikale groepen die aan de stoet deelnemen, de volksdansgroepen en de vendeliers. ’s Avonds is er een gala-avond met een speciale verrassing.

Zondag 5 oktober vanaf 10 uur is er een doorlopende tentoonstelling in het gemeentehuis. Je ziet er de historiek van de jaarmarkt met foto’s en affiches. Wie een blijvende herinnering wil, kan er een mapje verkrijgen met uitleg en foto’s.

’s Namiddags rent heel sportief  Dilbeek uiteraard mee in de achtiende editie van Jogging 80 die vertrekt aan de Oosthoektent. De kinderjogging gaat van start om 14 uur en de volwassenen verzamelen aan de startlijn om 15 uur. Achteraf trekt jong en oud naar de kermis om er de molentjes (jong) en de rups of botsautootjes (oud) uit te testen en smoutebollen te snoepen.

En dan breekt de grote dag eindelijk aan, maandag 6 oktober, de vijftigste verjaardag van onze jaarmarkt. Voor zonsopgang zijn gemeentewerklieden, organisatoren, boeren en kramers al in de weer om alles op tijd klaar te hebben. Rond 9 uur komen de juryleden samen en kunnen de inschrijvingen voor de wedstrijden beginnen. Stilletjes aan komt het centrum van Dilbeek tot leven.

Om 10 uur schiet de kurk van de champagnefles. De voorzitter van het jaarmarktcomité, Albert De Kimpe, en burgemeester Stefaan Platteau houden een openingstoespraak en het feest begint. Alle straten rond het park staan vol kramen, dieren en eettentjes. De kleurrijke mensenmassa wriemelt zich door de straten. Verleidelijke geuren vermengen zich met de heerlijke herfstlucht. De standjes met geuze en kriek doen gouden zaken. ’T is jaarmarkt

 

Nostalgisch Dilbeek van start

Linda Vanden Driessche

Koetsen, karren, volkskunst en een paardentram

 

DILBEEK – Na een ruim academisch kwartiertje zette de fanfare De Vrije Belgen de muziek in. Z’n 200 duiven schoten na enig aarzelen de lucht in en de stoet trok zich in gang. Huifkarren en koetsen waren bezet door de Dilbeekse schepenen, het jaarmarktcomité en de kinderen van de basisschool Jongslag. Voorafgegaan door de fanfare en afgewisseld met de vendeliersgroepen, de volkskunstgroepen en de Lowland Pipers, hobbelden ze door de straten.

 

De harmonie speelde in de paardentram, maar stapten wel even uit toen de paarden bergop moesten in de de Heetveldelaan. De staart vormden onder meer de tonnenwagen van Palm, de reuzen Jef Pajot, Rinke en Fientje en een old-timer tractor.
Alle door paarden getrokken voertuigen werden op de voet gevolgd door jongens en meisjes van de chiro met kruiwagen, borstel en spade. Geen overbodige luxe, zoals duidelijk te merken was aan de oogst die ze tegen het einde van de stoet hadden binnengehaald.

Raf Anthierens, geen onbekende bij de iets oudere bezoekers van Het Groot Genoegen, begon met de voorbereidingen van deze indrukwekkende stoet al in januari. Als lid van de Landelijke Gilde wist hij een aantal groeperingen met een landelijke uitstraling te vinden, die de stoet konden opluisteren.

Het gemeentebestuur speelde hem de adressen door van de Groot-Dilbeekse culturele verenigingen, waarvan enkelen graag meewerkten. Tenslotte deed hij beroep op de leerlingen van Jongslag om de vrije plaatsen en de koetsen en karren te bezetten, wat ze met veel jeugdige geestdrift deden. Voor de stoet rond was kwamen er honderden telefoons, pakken brieven en heel wat vergaderingen aan te pas. Maar het loonde de moeite.

Vendeliers

Vroeger dan voorzien eindigde de stoet bij de tent van Oosthoek. Daardoor lokte ze wat minder kijklustigen dan gehoopt, maar dat werd ruimschoots goedgemaakt aan de tent. De volksdansgroepen Pippezijpe en Pajottenland en de vendeliers Alferi en Don Bosco gaven er nog een staaltje van hun kunnen weg, zodat de mensen die in het zonnetje een glaasje dronken konden nagenieten. Maar het waren vooral de Schotse liederen en dans van de Lowland Pipers die het publiek bekoorden.

In de tent stonden een paar standjes van de Landelijke Gilde (een afdeling van de Boerenbond) van Dilbeek met promotiemateriaal en neerhofdieren en een uit Zellik met de nieuwe oogst appelen en peren.

 

Sterrenregen boven het gemeentehuis

LVD

 

DILBEEK – De traditie wil dat een vuurwerk de Dilbeekse jaarmarkt afrondt. Gisteren barstte boven het gemeentelijk park een weelde van licht en kleur los, zoals Dilbeek nog niet eerder had gezien.

 

Vuurwerken Degrijse verzorgt sinds enkele jaren het vuurwerk voor de Dilbeekse jaarmarkt. Andere jaren zijn ze met zijn tweeën om alles in goede banen te leiden, gisteren waren ze met zes. Alle “bommen” en vuurpijlen worden bij de firma volledig in elkaar gestoken. Ter plaatse moeten de vuurwerkmakers nog enkel alles opstellen. Dat gebeurt in een vaste volgorde zodat ze in het donker blindelings alles terugvinden en neemt drie tot vier uren in beslag.

Voor alle lichten in het Dilbeekse centrum uitgingen, viel er nog een en ander te beleven. Door het zachte weer waren de terrasjes nog goed gevuld en op het voetpad voor de cafés op het gemeenteplein gaf een groepje stevige muziek ten beste. Achter het gemeentehuis speelde de Harmonie “Crescendo” en nadien gaf het koperensemble van Alain Roelandt het beste van zichzelf.

Terwijl de muziekliefhebbers nabij het gemeentehuis hun gading vonden, gaven de mensen van jeugdclub Oosthoek een bierreceptie voor iedereen die het Oosthoekweekend mogelijk had gemaakt: medewerkers, sponsors, het gemeentebestuur, het jaarmarktcomité en ook de mensen uit de buurt, die door al die festiviteiten toch wat overlast hebben.

Hekkensluiter

Om 20.30 uur werd het donker, de Dilbeekse verwachtingen waren hooggespannen en met enkele luide knallen werden de laatste vuurwerkliefhebbers naar buiten gelokt. Degrijse maakte zijn belofte waar. In hoog tempo schoten gouden staartsterren en een waaier van licht en kleur de lucht in. De hemel boven het kasteel schitterde en knetterde, draaide en warrelde en spatte uiteen! Het publiek was verrukt.

Na het vuurwerk stroomde het volk naar de Dilbeekse cafés en naar de Oosthoektent, waar hekkensluiter Raymond van het Groenewoud er duidelijk zin in had en de 1.500 tot 2.000 tentgangers ook. Nog meer vuurwerk dus.

Vanmorgen wordt de tent afgebroken, de straten schoongeveegd en alle materiaal opnieuw opgeborgen. Het leven gaat weer zijn gewone gangetje. Maar volgend jaar slaat de jaarmarktkoorts opnieuw toe!

 

’s Morgens in de vroegte ...

LVD

 

DILBEEK – Voor 5 uur, onder een heldere sterrenhemel, waren gisteren op het Dilbeeks gemeenteplein al tekenen van leven te bespeuren. De tuinbouwvereniging stelde haar stand op en de werklieden van de gemeente begonnen aan hun jaarlijkse taak.


Terwijl de werklieden in de Baron de Vironlaan en op het gemeenteplein paaltjes en ijzeren hekken plaatsen, laden in de Sint-Alenalaan de planten- en bloemenkwekers hun zware vrachtwagens uit.

De vier jongeren van jeugdclub Oosthoek, die het hele weekend in de tent hebben geslapen om hun installatie te bewaken, draaien zich nog eens om, en ontwaken met het geluid van twee springkastelen die opgeblazen worden.

Kasteelheren

De “kasteelheren” Pierre en Marie-Jeanne, die al veertien jaar als huisbewaarders in de toren van het kasteel wonen, zetten grote potten koffie en smeren honderden broodjes. De avond tevoren hebben ze de tafels al gedekt: in de raadzaal voor het jaarmarktcomité en de juryleden, in de trouwzaal voor het gemeentepersoneel en de politie.

Buiten wordt het alsmaar lichter. Enkele vroege vogels van het jaarmarktcomité kijken de plaatsen na in de buurt van het gemeentehuis en zijn druk in de weer aan de standplaatsen van de auto’s. De mannen van de gemeente strooien vanop een grote vrachtwagen kilo’s zand op het gemeenteplein, waar de paarden straks defileren.
Het Rode Kruis is ook present en zet zijn ziekenwagen in stand-by voor het gemeentehuis. Zes vrijwilligers staan de hele dag klaar om in te springen bij eventuele ongelukken. Mensen die bevangen worden door de drukte, een trap van een paard krijgen of wat dan ook, krijgen hier hulp.

Rond 7 uur begint de marktleider (of is het –lijder), William De Vos, aan zijn ronde. Nauwelijks is de arme man buiten, of enkele kramers stormen op hem af. De ene heeft een andere plaats dan vorig jaar, de andere vindt dat hij te weinig plaats heeft en enkelen vergaten vooraf in te schrijven.

“Het risico”

Voor deze laatste categorie, zijn de Oudesmidsestraat en de Sportlaan voorzien. De markleider verwijst hen naar “risico”. Dat is iemand van het gemeentehuis die op het politiekantoor zit om de niet-ingeschreven kramers op te vangen en toch een plaatsje te wijzen.

Het wordt steeds drukker in de straten. Vrachtwagens rijden af en aan, de politie heeft de handen vol om iedereen de juiste richting te wijzen. De marktkramers stallen hun waren uit. In de hamburgertentjes sissen de hamburgers, pensen en uien al in de pan.

Tegen halftien is het in de raadzaal van het gemeentehuis gezellig druk. Het ontbijt met cognac en sigaar is in volle gang. De zon schijnt al door de ramen en iedereen verwacht een mooie dag.

 

“Trekpaarden gaan verdwijnen”

Freddy Kempeneer

 

DILBEEK – Dieren vormen nog steeds de attractiepool van de jaarmarkt hoewel de veestapel in Dilbeek de jongste vijftig jaar sterk afnam. De 71-jarige dierenarts Alphonse André, sinds 1957 keurder op de jaarmarkt, voorspelt dat de trekpaarden het eerst zullen verdwijnen uit de jaarmarkt. Een babbel met een ervaren rot over het aanbod van dieren op de jaarmarkt en over de evolutie van de veestapel in Dilbeek.

 

Dierenarts Alphonse André uit de Appelmanslaan in Dilbeek keurt sinds 1957 dieren op de Dilbeekse jaarmarkt. Hij belandde in 1954 in Dilbeek. De gemeente had het tien jaar zonder veearts moeten stellen sinds veearts D’Hauwere overleed. In die periode riepen boeren en dierenliefhebbers de hulp in van dierenartsen uit Lennik en Ternat.

Veearts Verelst, een vriend van burgemeester Herman Vergels, vroeg Alphonse André hem voor eenmaal te vervangen als keurder op de Dilbeekse jaarmarkt. Sindsdien miste André zelden een jaarmarkt.

Dierenarts André keurde eerst runderen op de Dilbeekse jaarmarkt. Omdat hij geen moeilijkheden wilde met zijn klanten die runderen bezaten, schakelde André later over op raspaarden. De raspaarden kwamen grotendeels van buiten het toenmalige Dilbeek. Dilbeekse boeren beschikten niet meer over knechten om de dieren te begeleiden.

Dilbeekse boeren voerden vooral runderen aan. Dierenarts André zag die aanvoer geleidelijk afnemen. Meer en meer Dilbeekse boeren vonden geen opvolgers. Boer Pierre De Meuter van het Neerhof hield er mee op. De opvolgers van boer Callebout in Elegem hielden enkel nog zoogkoeien. In koeivijver hield boer Van Lulle als enige nog runderen.

Laatste generatie

In de beginjaren boden boeren vooral trek- en zadelpaarden aan op de jaarmarkt. De jongste vijftien jaar verminderde het aanbod aan trekpaarden gevoelig.

Dierenarts André vreest dat we nu de laatste generatie meemaken die nu nog met dieren naar de markt komt. De meeste diereneigenaars zijn ouderen. Als die generatie verdwijnt, is het wellicht gedaan met de dierenwedstrijden.

Toen dierenarts André in Dilbeek kwam wonen, telde Dilbeek nog 70 kleinere en grotere veeboeren. Ze bezaten van drie tot twintig koeien. Pierre de Meuter van het Neerhof was gekend om zijn hoogstaand varkensras.

Sommige kwekers leven van de wedstrijden. Ze doen alle jaarmarkten aan en strijken zoveel premies op dat ze hun kosten goed kunnen dekken. Er is zelfs een eigenaar van minderwaardige paarden die, gelokt door de premies, tot 16 paarden naar de markt brengt. De anderen brengen meestal wel kwaliteit.

Om die kwaliteit is het op een jaarmarkt te doen. Een paardenkeurder kijkt naar het algemeen uitzicht van het dier. Een hengst moet mannelijkheid uitstralen. Een merrie moet een goedgevormd bekken hebben. De keurders doen de paarden stappen en draven om verborgen gebreken te ontdekken. De keurders bepalen de leeftijd van de dieren. Ze speuren ook naar eventuele kunstmatige middelen die het dier een beter uitzicht geven. Vroeger kwam er meer bedrog voor. Eigenaars gebruikten producten om het dier een steviger uitzicht te geven. Sommigen schrokken er niet voor terug om een dier onderhuidse injecties te geven met paraffine om leemten op te vullen.

Toekomst

Of de jaarmarkt nog toekomst heeft? Dierenarts André merkt dat vooral oudere Dilbekenaren een volledige dag vrijhouden voor de jaarmarkt. De jongere generatie spaart liever een vakantiedag uit en komt later op de dag. De dierenkeuringen blijven bezoekers lokken. De mensen komen voor het mooie spektakel. Zolang er dieren zijn, blijft de jaarmarkt bestaan.

De volgende tien jaar zullen er zich nog geen problemen voordoen met de aanvoer van dieren zoals duiven, schapen en geiten. In de streek rond Dilbeek zijn er echter geen werkende trekpaarden meer. Zij verdwijnen het eerst uit het jaarmarktgebeuren, voorspelt de dierenarts.

 

Het rekenwerk van Jef Denijs

LVD

 

DILBEEK – Een jaarmarkt organiseren is een heel werk. Er komen heel wat vergaderingen, bergen papier en uitgerukte haren aan te pas. Maar waaraan het zeker niet ontbreekt, zijn rekeningen. En die zijn de taak van penningmeester Jef Denijs.

 

Dat een penningmeester zich bezighoudt met de boekhouding van zijn vereniging, is voor iedereen duidelijk. Maar hoeveel er komt bij kijken beseffen alleen andere penningmeesters. Eigen rekeningen betalen en zorgen dat het comité op tijd zijn centen krijgt, zijn misschien de meest voor de hand liggende taken, maar zeker niet de enige.

Op de jaarmarkt zelf houdt Jef zich bezig met het uitbetalen van alle geldprijzen en wie de jaarmarktcatalogus van dit jaar op blz 5 en 6 openslaat, ziet meteen dat dit geen klein klusje is. Het klaarmaken en berekenen van al die prijzen is dat evenmin en begint al in juni.

CIJFERS

In samenspraak met de drie andere comitéleden van het dagelijks bestuur stelt de penningmeester een begroting op. Hij moet ze ook aan het gemeentebestuur voorstellen en, indien nodig, verdedigen. Gelukkig is het gemeentebestuur van Dilbeek de jaarmarkt goedgezind en behalve de nodige logistieke steun, zoals kopieën, verzenden van brieven en dies meer, voorziet de gemeente elke jaar in een werkingstoelage voor het jaarmarktcomité.

Met een goede 500.000 frank van het gemeentebestuur en iets meer dan 900.000 frank van de advertenties, moet het jaarmarktcomité rondkomen. De prijzenpot van 330.000 frank maakt er een deel van uit, maar er zijn ook veel kosten. Uiteraard zijn er het vuurwerk, verzekering, SABAM, het Rode Kruis en het ontbijt en middagmaal voor juryleden en medewerkers. De grootste post is toch het drukken en verzenden van de jaarmarktboekjes en affiches. Samen goed voor z’n slordige 700.000 frank.

Dat brengt ons bij een andere belangrijke taak van de penningmeester: zorgen dat het budget niet overschreden wordt. Maar blijkbaar bezorgen de andere comitéleden hem daar niet teveel last mee. De vorige jaren eindigden de festiviteiten telkens met een heel kleine bonus.

 

Albert had marktkoorts vroeg te pakken

Linda Vanden Driessche

Een terugblik met Albert De Kimpe, voorzitter van het jaarmarktcomité

 

DILBEEK – Albert De Kimpe werd in 1995 voorzitter van het jaarmarktcomité. Hij maakt er sinds 1959 deel van uit en was al ondervoorzitter. Maar zijn band met de jaarmarkt begint nog vroeger, op het moment dat hij als jonge man in Dilbeek aankomt ...

 

We schrijven 1951. In Dilbeek heeft de jaarmarktkoorts al toegeslagen en is iedereen druk in de weer met de voorbereidingen van de vierde jaarmarkt. Op de dienst Openbare Werken werkt een nieuwe bediende, een jonge man uit Zele, pas getrouwd. Zijn eerste grote taak: meewerken aan de voorbereidingen van de jaarmarkt, die binnenkort plaatsheeft. Hij zal er niet meer van losraken.

Het kersverse echtpaar De Kimpe woonde op het Gemeenteplein en kon het jaarmarktgebeuren vanuit het raam gadeslaan. Tenminste, dat eerste jaar, omdat Albert ter ere van zijn wittebroodsweken een dag vakantie had. Maar de jaren die erop volgden, moest hij even vroeg uit de veren, als de kramers en de landbouwers die met hun dieren kwamen pronken.

Elke jaarmarktdag haastte hij zich ’s morgens vroeg van Gemeenteplein naar de marktplaats en terug naar de Sint-Alenalaan, om alle dieren en hun baasjes hun plekje aan te wijzen. “Waar is De Kimpe?”, klonk het door de nog duistere straten, terwijl Albert op vijf plaatsen tegelijk grote en kleine probleempjes oploste.

De jaarmarktdag was natuurlijk een zware klus, maar het eigenlijke werk begon veel eerder. Omdat Albert een wagen had, werd hij uitverkoren om reclame te maken voor het jaarmarktboekje en om sponsors te werven. Maanden voor de bewuste maandag-na-de-eerste-zondag-van-oktober, trok hij er elke maandagnamiddag op uit. Samen met Edgard Bruyninckx, cafébaas van het Kasteelzicht, ronselde hij adverteerders voor het bekende jaarmarktboekje.

“Dat was een plezante tijd”, lacht hij met twinkelende ogen. “Soms deden we niet meer dan twee mogelijke klanten, omdat we te lang bleven plakken.” Maar toch waren Albert en Edgard “de twee strafste”. Ze zaten overal en kregen wel 80.000 frank bij elkaar. Veel geld in het begin van de jaren vijftig.

VERKNOCHT

Toen Albert officieel lid werd van het jaarmarktcomité, maakte dat weinig verschil. Hij bleef adverteerders zoeken, en hij bleef op de grote dag zelf zorgen dat iedereen zijn juiste plaatsje kreeg. Hij raakte zo verknocht aan de jaarmarkt dat hij zich ook na zijn pensioen bleef inzetten en uiteindelijk voorzitter van het jaarmarktcomité werd.

Ook dit jaar tref je hem ’s morgens op het Gemeenteplein waar hij de paarden op de juiste plaats installeert. Hij begint er wel iets later aan dan vroeger en krijgt de hulp van Johan Maertens en Frans Timmermans, die de vroege “shift” vanaf 5 uur voor hun rekening nemen. Net als de andere comitéleden, wil hij van onze vijftigste jaarmarkt iets speciaals maken.

 

Van Omer tot Omer

Jean-Pierre Schoukens

Ondervoorzitter van het jaarmarktcomité gangmaker van vele vernieuwingen

“Een jaarmarkt is één dag een heel andere wereld” – Omer Langhendries

 

Uitleg foto (foto van Omer Langhendries): Voor Omer Langhendries is de jaarmarkt een passie geworden. (Foto getrokken door Yvan De Saedeleer).

 

DILBEEK – Voor zijn vader Omer in 1987 stierf, kuierde de huidige ondervoorzitter van het jaarmarktcomité, Omer Langhendries, net zoals zovele andere jaarmarktbezoekers rustig langs kramen en vee. Zijn vader, die hem behalve de familienaam ook dezelfde voornaam gaf, vertelde af en toe wel verhalen over de jaarmarkt, maar Omer junior stond er niet echt stil bij. Hij volgde zijn vader op en ontpopte zich tot gangmaker van een reeks vernieuwingen. “Nu ondervind ik pas wat dat allemaal inhoudt”.

 

Hoewel zijn vader jarenlang mee de jaarmarkt schraagde, beperkte de interesse van de jonge Omer Langhendries zich tot het gebeuren de dag zelf. “Ik liep school in Brussel en had toen geen vakantie. Wel was ik een vaste klant voor het vuurwerk. Pas op latere leeftijd maakte ik tijd vrij voor de jaarmarkt.”

Na de dood van zijn vader nam Omer de job van zijn vader, die verantwoordelijk was voor de paarden, over tot in 1990. Sindsdien nam hij steeds meer taken binnen de organisatie op zijn schouders zoals de verzorging van het vuurwerk en de vernieuwing van het advertentieboek dat jaarlijks in alle Dilbeekse bussen valt.

Samen met Johan Maertens, Johan Zanardi en Albert De Bot werkte Omer Langhendries statuten uit voor een meer aangepaste en modernere werking van het jaarmarktcomité. “In 1994 kwam er een dagelijks bestuur zodat niet langer alle leden van het jaarmarktcomité voor elke beslissing of probleem moesten worden opgetrommeld.

Al die kleine en grote veranderingen maken dat de organisatie van het jaarmarktgebeuren steeds professioneler wordt.”

PASSIE

De jaarmarkt is voor Omer een passie geworden. “De vele aangename verhalen uit het verleden en heden boeien mij enorm en bovendien heb ik al veel mensenkennis opgedaan. Het is een aangename bezigheid. Het vergt veel voorbereiding, want als je het goed wil doen, dan moet je er tijd insteken. Gelukkig kan veel voorbereidend werk thuis gebeuren. De vijftigste verjaardag brengt natuurlijk extra werk mee. De jongste maanden gaat elke vrije minuut op in de jaarmarkt. Maar zelfs met een “gewone” jaarmarkt ben je een volledig jaar bezig. Na de jaarmarkt volgt een evaluatie, in december volgt dan de traditionele feestmaaltijd en vanaf januari gaat alle aandacht weer naar de volgende jaarmarkt, want einde juni moet alles op zijn poten staan”, analyseert Omer.

Voor het stijgende succes van de jaarmarkt, heeft Omer niet onmiddellijk een sluitende verklaring. Het is volgens hem een samenspel van zoveel factoren. Omer Langhendries: “Je hebt natuurlijk de aantrekkingskracht van het vee, het landbouwleven en de sierteelt. Maar ik denk dat het unieke decor rond het kasteel-gemeentehuis medebepalend is voor het succes. Ook de goede verstandhouding tussen iedereen die meewerkt, die dat notabene doet uit liefde want niemand ontvangt een rooie duit voor het gepresteerde werk, is een sleutel tot het succes. Ten slotte mag je niet vergeten dat wij altijd steun en medewerking hebben gekregen van schepenen, burgemeester en gemeentesecretaris, ondanks het feit dat wij er angstvallig over waken de “politiek” buiten ons comité te houden.

VOLKS

Een andere reden voor het succes van de Dilbeekse en andere jaarmarkten is volgens Omer het volks karakter. Op een jaarmarkt is iedereen gelijk en zet zijn problemen even opzij. Er is geen onderscheid naar klasse. “Het is één dag een heel andere wereld. Mijn vader was landbouwer en boerkoos. Ik ben daar fier op. Die wereld is mij vertrouwd, die liefde voor de natuur boeit mij. Dat vraagt veel werk. Maar op een jaarmarkt ontmoet je ook mensen met andere interesses. Zo verruim je je horizon.”

 

Probleemloos met de bus naar de jaarmarkt

Freddy Kempeneer

 

DILBEEK – Het Dilbeekse jaarmarktcomité zorgt voor de tweede maal voor een pendeldienst met bussen van De Lijn. Drie bussen rijden door alle deelgemeenten en brengen bezoekers naar de jaarmarkt en het vuurwerk. De bussen doen grote parkings, bestaande bustrajecten en stations aan. Op enkele belangrijke straten in de omgeving van de jaarmarkt geldt er een parkeerverbod. De bussen geven de jaarmarktbezoekers een comfortabel alternatief om het centrum van Dilbeek te bereiken. Het heen – en terugticket kost amper 40 frank.

 

De Dilbeekse jaarmarkt lokt ieder jaar een massa bezoekers. De straten die uitgeven op het marktgebeuren staan steevast vol met geparkeerde wagens. Dat levert problemen op voor de hulpdiensten maar ook voor later aangekomen bezoekers die lange afstanden te voet moeten afleggen.

Vorig jaar maakten vooral Dilbekenaren gebruik van de bussen die pendelden tussen twee parkings. De parkings zelf bleven nagenoeg leeg. Dit jaar is er nog een bijkomende reden om de wagen thuis te laten en de bus te nemen. Er geldt een streng parkeerverbod in de Stationsstraat vanaf de Zuurweide, in de d’Arconatistraat, de Kamerijklaan en de Moeremanslaan.

De Lijn zet bussen in op drie trajecten. Het bijgaande kaartje toont de reisweg van de bussen. Automobilisten kunnen hun wagen achterlaten op parkings op de Berchemstraat (Eikelenberg), de Kattebroekstraat (ring), Gossetlaan (Gemeenteplein), de Hermelijnstraat, de dorpspleinen van Sint-Ulriks-Kapelle, Sint-Martens-Bodegem, Sint-Gertrudis-Pede en Sint-Anna-Pede, het Marktplein van Schepdaal en de parking aan de Dorpstraat in Itterbeek.

De jaarmarktbussen geven ook aansluiting op de bussen van De Lijn 118, N, M, R, Liedekerke en de tram 19 van de MIVB. Waar de bussen hetzelfde traject volgen als de jaarmarktbussen gelden dezelfde haltes.

Van 9 tot 17 uur rijdt er op elk traject om het half uur een bus in de richting van de jaarmarkt. Om 19 uur vertrekt er een bus naar het vuurwerk. Na het vuurwerk en een uur later vertrekken er op de drie trajecten bussen aan het gemeentehuis.

 

Wegwijs op de jaarmarkt

Vanaf de eerste jaarmarkt hebben de tentoonstelling en de keuringen van de paarden plaats op het Gemeenteplein. Het hoornveeras staat opgesteld op de Baron de Vironlaan. De schapen, geiten, honden, reisduiven, konijnen en het pluimvee wachten de bezoekers in de Dokter Jan Appelmanslaan.

De bloemen- en tuinbouwmarkt staat in de Sint-Alenalaan.  Voor land-, tuinbouw-, en handelstoestellen kunnen de bezoekers terecht op het Gemeenteplein en op een deel van de Sint-Alenalaan. Auto’s staan opgesteld op de de Heetveldelaan nabij de Levoldlaan. De rest van de jaarmarkt strekt zich uit over de Spanjebergstraat, de Kasteelstraat, de Verheydenstraat, de Heetveldelaan, de Levoldlaan en de Sint-Alenalaan. De jongsten vinden de kermis op de parking aan de Oudesmidsestraat.

 

 

Prgramma 60ste jaarmarkt Dilbeek 2007

 

-9u50              Toespraak opening jaarmarkt voor het gemeentehuis door voorzitter, burgemeester en schepenen

 

-10 u               Begin van wedstrijden

 

-15u                Wedstrijd gespannen op bestaand parkoer van de lopers (rijpaarden) plus uitbreiding op het

Gemeenteplein, plus bijkomend parkoer van allerlei koetsen met echt ambachtelijke karren zoals die van Palm en de Tram van Vollezele. Parkoers gemeenteplein (zie Carl Himeleers comitélid)

                        Dit parkoer wordt uitgestippeld door Carl Himeleers en Willy Segers

 

-14u                Optredens aan het gemeenteplein, Oosthoektent op patatteveld, Verwenkaféé en Viptent van:

 

                                               Oosthoek   Verwenkaffee     Viptent

 

om 14u            Oosthoek:       Wiewieneke uit Gent

                                               Verwenkaffee: Mommens accordeonist uit Mechelen

                        Viptent:          The Flemisch Caledonian Pipes & Drums “Clan Mackenzie”uit Gent

 

Om 15u           Oosthoek:       The Flemisch Caledonian Pipes & Drums “Clan Mackenzie”uit Gent

                                               Verwenkaffee: Wiewieneke uit Gent

                                               Viptent en gemeentehuis: Mommens accordeonist uit Mechelen

 

Om 16u           Oosthoek:       The Flemisch Caledonian Pipes & Drums “Clan Mackenzie”uit Gent

                                               Verwenkaffee: Mommens accordeonist uit Mechelen

                                               Viptent: Wiewieneke uit Gent

 

Om 17u           Oosthoek:       Wiewieneke uit Gent

Verwenkaffee: The Flemisch Caledonian Pipes & Drums “Clan Mackenzie”uit Gent

Viptent: Mommens accordeonist uit Mechelen

 

Om 18u                                   Optreden op podium voor het gemeentehuis naast de Viptent van The Magical Flying Thunderbirds (vipplaats is voorzien aan het podium aansluitend aan de viptent)

                              

Om 19u45                              Optreden van The Flemisch Caledonian Pipes & Drums “Clan

                                               Mackenzie”uit Gent

                       Dit gaat door voor het gemeentehuis kant vijver, Vipplaats is

                       voorzien

                                                              

Om 20u30                              Begin vuurwerk op muziek en lichtshow met lazeranimatie

                                               En het projecteren van logo sponsors tijdens het vuurwerk

 

Om 21u                                  Receptie in de Viptent voor de sponsors, adverteerders (kl), en

                                               uitgenodigde

 

Om 21u15                              Afsluitend optreden van Raymond van het Groenewoud in de tent

van Jeugdclub Oosthoek op het patatteveld aan het park

 

EEN WOORDJE VAN DE VOORZITTER

 

Omer Langhendries: succes te danken aan de inzet van het comité

Hierdoor draag ik de 60ste jaarmarkt op aan het comité.

 

10 jaar geleden mocht ik als ondervoorzitter samen met toen onze wijlen voorzitter Albert DE KIMPE aan de 50ste jaarmarkt meewerken en samen met de Burgervader Stefaan Platteau op 6 oktober de menigte verwelkomen en de 50ste jaarmarkt voor geopend verklaren. Destijds mocht ik als voorzitter van een beperkt comité, comité 50 “Het pionierstijdperk van de Dilbeekse jaarmarkt – anno 1947 – 1997 in kaart brengen en een apart boekje uitgegeven over de Historiek van 50 jaar jaarmarkt. Tien jaar verder mag ik als fiere voorzitter de 60ste jaarmarkt aankondigen. Dit is voor mij een grote eer. En mag ik als voorzitter neerkijken op een 20-tal comitéleden (de samenstelling van het jaarmarktcomité vind je op blz. 4 van onze jaarmarktcatalogus) die zich jaar in jaar uit

uitgesloofd hebben om de 60ste jaarmarkt te mogen organiseren.

Dankwoordje:

Aan de leden van het onderwijzende personeel, die op de jaarmarktdag het secretariaat van de jury waarnemen. Een speciaal dankwoordje gaat naar Jef DENYS die onze fondsen beheert en naar Mimi COPPENS die zorgt voor de administratie en het secretariaat, Oswald GRAULS en zijn ploeg als jaarmarktcatalogus verantwoordelijk en Jean COEKAERTS die sinds het bestaan in 1996 de organisatie van de vervoerdienst samen met DE LIJN verzekerd. Niet te vergeten de nieuwkomers van de laatste 10 jaar en die zijn, Albert Lynen, Lode De Mot, Armand Goosens, Carl Himeleers, Willy Lichtert, Rik Suffys en terug van weggeweest Albert Debot,. En dat laten wij zomaar niet ongemerkt voorbij gaan.

Bovendien maakt de goede samenwerking met het gemeentebestuur en het gemeentepersoneel, de talrijke adverteerders en de middenstand het ons mogelijk om ieder jaar opnieuw een jaarmarktcatalogus uit te brengen en deze gratis te laten bezorgen in alle brievenbussen van Groot-Dilbeek. Uiteraard zijn er ook de talrijke exposanten, de aanwezigheid van een groot aantal marktkramers, de vervoerdienst “De Lijn” de lokale politie, het Rode Kruis, de brandweer en de juryleden. Hoe klein hun bijdrage ook is, zonder hen kan de jaarmarktdag niet bestaan.

Traditie getrouw wordt de jaarmarkt altijd op de maandag na de eerste zondag van oktober georganiseerd. En niet te geloven hoeveel mensen gebruik maken om van deze maandag een snipperdag te nemen. De jaarmarkt is nog niet voorbij of ze zitten tussen pot en pint al de volgende jaarmarkt in hun agenda te noteren. Ongelooflijk maar waar.

 

De 60ste jaarmarkt organiseren is dit jaar een ware klus. Samen met extra sponsors (verder in de catalogus en op onze affiche vermeld) en het comité 60 hebben wij een groots programma opgebouwd om er “een groot feest” van te maken.

Het programma vind je in onze catalogus op blz.2

 

Zoals voor de 50ste jaarmarkt zijn er voor de 60ste enkele herschikkingen doorgevoerd.

De wedstrijden voor de pony’s zijn hierdoor verhuisd naar de Levoldlaan. Hierdoor kan een droom gerealiseerd worden. Het gemeenteplein wordt veiliger en het wordt een ware verzamel-en ontmoetingsplaats voor het publiek. Waarom veiliger? Het grootste probleem was het wild parkeren van een aantal vrachtwagens op en rond het gemeenteplein en in de onmiddellijke omgeving van de cafés. Dit werd als voor de helft opgelost door de vrachtwagens voor de zware paarden in de Sint-Alenalaan te laten parkeren. De oorzaak van de situatie lag in het feit dat de deelnemers aan de wedstrijden hun dieren zo kort mogelijk aan de vrachtwagens vast te maken en zo wat rustiger naar de voorstelling van hun wedstrijd te kunnengaan.

Alleen niet wat veiliger maar ook gemakkelijker bereikbaar voor het grote en kleine publiek en wordt de kring rond het gemeenteplein naar het patatteveld  en de Levoldlaan waar verderop Jeugdclub Oosthoek zijn tent heeft, terug gesloten.


Nieuws melden Adverteren op Persinfo?