Bourgondisch-bruegelse sfeer van Liedekerke past helemaal bij het Pajottenland

Voor onze weekendreeks rond toerisme, recreatie, vrije tijd en streekidentiteit in het Pajottenland, de Zennevallei en de Denderstreek schuiven we dit keer aan bij Katia Segers, Vlaams parlementslid voor Vooruit, titelvoerend schepen in Liedekerke en professor communicatiewetenschappen aan de VUB. Met de jarenlange kennis in communicatie en media is Katia Segers de geknipte gesprekspartner voor een babbel over het Pajottenland, onder meer omdat zij als echte Pajot aandacht  vraagt voor meer promotie via onze streeknaam. Liedekerke ligt aan de Dender en dus komt ook de Denderstreek aan bod.

Als rasechte Liedekerkse voelt Katia Segers zich ook Pajot. Vanuit haar passie en job als professor communicatiewetenschappen volgde ze de evolutie rond de toeristische vermarkting van Zuidwest-Brabant op de voet. Weinig Pajotten begrijpen waarom de vorige gedeputeerde voor toerisme volop de kaart van de Groene Gordel trok, ook Katia Segers niet. “Laat ons hopen dat Boerenlandschap Pajottenland wordt erkend als landschapspark,” vertelt ze. De Rand, waar heel wat noden heersen, trekt ook haar aandacht  en volgt Segers op binnen haar parlementair werk.

Dag mevrouw Segers, hoort Liedekerke nog bij het Pajottenland?

Katia Segers: “Voor mij heeft Liedekerke altijd deel uitgemaakt van het Pajottenland. Ik voel me een echte Pajot. Onze gemeente is dicht bebouwd, maar we hebben mooie natuurlijke zones met Liedekerkebos en de kant langs Pamel met de meersen. Langs Kattem is er ook nog een groot stuk open ruimte dat aansluit bij het Pajotse landschap. Vele Liedekerkenaren wandelden tijdens de lockdown richting Kattem en haalden in De Smulhoeve een ijsje. Waar Liedekerke zeker volop bij het Pajotse karakter van de regio aansluit, dat is in de bourgondisch-bruegelse levensstijl. We hebben een zeer bruisende gemeenschap met nog een aantal volkse cafés. Liedekerke leeft. Een groot deel van onze inwoners voelt zich Pajot, een ander deel heeft er minder voeling mee. Dat komt omdat we ook in de Dendervallei liggen. Ik grap al eens dat we iets hebben van New York met onze ‘kasjkes’, de Zijwegen, die allemaal een nummer hebben zoals de Avenues.’’

Katia Segers:
"Noem Pajottenland gerust het Toscane van het Noorden, zowel voor het landschap als voor de culinaire beleving.”

Volgens u kan het Pajottenland beter worden gepromoot.

“We zien nu al bijna twee decennia dat Halle-Vilvoorde als de Groene Gordel in de markt wordt gezet. Geen enkele inwoner rond Brussel heeft iets met die naam. Daarom is het goed dat het dossier ‘Boerenlandschap Pajottenland’ is ingediend bij de Vlaamse oproep voor landschapsparken. Ik sta daar 100 procent achter en ga dit ook mee ondersteunen in het Vlaams Parlement. Het biedt de kans om onze streeknaam Pajottenland, trouwens nu al een sterk merk, nog meer in de kijker te plaatsen. Maar niet alleen dat, het is een bijkomende stimulans om meer in te zetten op korte keten en biolandbouw. We zien nu al meer en meer jonge mensen korte ketenproducten kopen of naar de plukboerderij gaan. Het landschapspark kan natuur en landbouw meer in mekaar laten overvloeien. Wat toerisme en recreatie betreft, zou het landschapspark automatisch meer bezoekers naar hier loodsen. De naam ‘Toscane van het Noorden’ is van toepassing voor het landschap en het culinaire, persoonlijk zou ik die naam als baseline wel zien zitten.”

Is het Pajottenland voldoende uitgebouwd voor meer toerisme?

“De logiescapaciteit is nu te laag. Er mogen nog een aantal B&B’s en andere verblijven bijkomen. Best passend binnen de streekidentiteit van onze regio. Het fietsknooppuntennetwerk is goed, al vind ik dat er rond Asse nog een aantal hiaten zijn. Het wandelwegennetwerk Pajottenland situeert zich nu ten zuiden van de Steenweg Ninove-Brussel en zou worden uitgebreid over de hele regio. Da’s een goede zaak.”

Lees verder onder de foto.

Boerenlandschap Pajottenland is een kapstok om promotioneel op te werken. Hoe zou u dat als communicatiedeskundige aanpakken?

“Gemeenten proberen hun best te doen om hun aanbod voor te stellen. Als ze samen het Pajottenland in de markt zouden zetten, gaat dat veel meer weerklank vinden. Promotioneel is binnen Vlaams-Brabant nog zo veel mogelijk. Van Akrenbos, een gehucht van Bever, tot Zoutleeuw rijd je anderhalf uur met de wagen, als er geen filevorming is, dus van het uiterste puntje van het Pajottenland tot het uiterste punt in het Hageland. Het is belangrijk de Hagelanders het Pajottenland te leren kennen en omgekeerd. Maar ook de andere kant van Brussel kent het Pajottenland niet. Toerisme Vlaams-Brabant heeft hier een belangrijke rol in te spelen. Volgende stap is de rest van Vlaanderen, Brussel, Wallonië en de buurlanden. Ons aanbod is voldoende sterk om mensen aan te spreken. Het culinaire en het landschap sluiten aan bij Bruegel. Nu hebben we al een aantal schitterende wijnproducenten, pak die mee in dat bruegelse karakter van de regio. De lambiekbieren krijgen internationaal meer en meer weerklank. En de paarden, niet alleen voor de boerenpaarden zijn we beroemd. Het Pajottenland is ook een wereldcentrum voor de kweek van jumpingpaarden. Jonge senioren, sportievelingen en cultuurliefhebbers vinden hier zeker hun gading.”

Waar zou u een bezoeker mee naartoe nemen?

“De Verzekering tegen de Grote Dorst in Eizeringen, het volksmuziekinstrumentenmuseum in Gooik en de Zepposmolen in Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek. En zeker (met enige nadruk): het Herman Teirlinckhuis in Beersel. Teirlinck is een sterke figuur, staat zo centraal in het Vlaams cultureel landschap. Het Teirlinckhuis is magnifiek gelegen met een mooi zicht op de Zennevallei. Het is een hotspot die het Pajottenland en de Zennevallei cultureel veel meer op de kaart kan zetten. Ten andere, cultuur levert ook economie op, voor horeca, logiesaanbieders en zelfs voor streekproducenten.”

Katia Segers:
"In de digitale wereld en in de filmwereld zitten creatieve ondernemers, ook bij ons. Met die talenten kunnen we in de streek nieuwe wegen inslaan, zelfs een hub creëren. Pajottenland als inventieve regio."

Cultuurtoerisme moet meer aandacht  krijgen. Zijn er nog culturele troeven waarop kan worden ingezet?      

“Sedert Kapitein Zeppos, midden jaren zestig, ging er bijna geen jaar voorbij of er werd wel iets gefilmd in de streek. Kunnen die filmlocaties toeristisch-economisch iets betekenen voor de regio? Een ander idee: in de digitale en de filmwereld zitten creatieve ondernemers, ook bij ons. Met die talenten kunnen we in de streek nieuwe wegen inslaan, zelfs een hub creëren. Laat ons die mensen samen zetten in co-workinglocaties. Er zijn voldoende lege gebouwen. Pajottenland als inventieve regio. Onze ligging, midden in het land, biedt ook mogelijkheden om congrescentra uit te bouwen. Het Molenhof, op de grens van Liedekerke en Roosdaal en kort bij de E40, is daar een voorbeeld van. Vanuit de streek kunnen we meer partnerschappen zoeken met de tv-zenders. Ik heb er de VRT op gewezen dat het hun opdracht is om meer aandacht  te hebben voor de Vlaamse regio’s. Zo pleit ik er voor om opnieuw een volwaardige Vlaanderen Vakantieland op de buis te brengen.”

Hoe kijkt u vanuit Liedekerke naar de Dendervallei? Zit daar ook recreatief en toeristisch potentieel in?

“Daar kan nog veel meer mee gebeuren. Het jaagpad is een druk bereden fietsroute en ik denk dat die binnenkort aan verbreding toe is. Te druk. Een mogelijkheid is ook om in Liedekerke een kleine jachthaven aan te leggen. Dat zorgt voor meer leven en brengt meer bezoek naar de horeca. Kano- en kajakverhuur is ook een piste. Daar hebben ook de inwoners van de Dendervallei interesse in.”

Wat kan een gemeente als Liedekerke zelf investeren in dergelijke projecten?

“Liedekerke is een landelijke gemeente met uitdagingen van sommige verstedelijkte gebieden. Met de trein sta je op een kwartier vanuit Brussel-Zuid in Liedekerke. Voor mensen die de stad uit willen, is dit vlakbij. Hier is meer groen dan in de stad en de prijzen voor woningen zijn schappelijker. De anderstaligheid neemt toe. De tijd dat je hier alleen Nederlands en Frans hoorde, ligt achter ons. We zetten al jaren in op integratie. Denderleeuw doet dat ook, maar ontvangt overheidsmiddelen via het Denderfonds. Liedekerke heeft dat niet. Als je die problematiek in Halle-Vilvoorde bekijkt, dan zou het volledige arrondissement gebruik moeten kunnen maken van het Vlaamse Randfonds. Nu is dat beperkt tot 19 randgemeenten rond Brussel. Door de vlotte treinverbinding is de problematiek in Liedekerke niet anders dan in gemeenten die aan het Brussels Gewest palen. Als je deze uitdagingen bekijkt, dan kan je al raden hoe moeilijk het is om investeringen in toerisme en recreatie te doen.”

Lees verder onder de foto.

Wat is het favoriete plekje van Katia Segers in eigen regio?

“Er zijn wel meerdere plekjes waar ik blijf terugkeren, zoals het Kasteel van Gaasbeek met het park om te wandelen. De Zepposmolen met zijn omgeving hebben ook iets apart, en het Herman Teirlinckhuis. Fietsen langs de Dender staat ook hoog op mijn lijstje.”

Heeft u streekproducten in huis?

“Mijn ouders hadden vroeger geuzebieren van De Neve. De traditie van die streekbieren heb ik overgenomen. Er staat altijd kriek van De Troch uit Wambeek in de kelder. Om te koken of te eten hebben we ook een aantal producten, zoals advocaat van ’t Geel Genot en kriekenazijn van het Streekproductencentrum.”

Wat wilt u dit jaar in de streek bezoeken of beleven?

“Elk jaar maken we wel een wandeling tussen de boshyacinten, dat kan zelfs in Neigembos zijn. En nog een stukje nostalgie: vroeger ging ik met mijn ouders naar De Rare Vos in Schepdaal voor een lambiek uit de kruik of voor een boterham met plattekaas. Dat moet ik misschien nog eens in onze agenda zetten voor 2022.”   

Lees meer over 'Toerisme en vrije tijd' op persinfo.org

 

 


Nieuws melden Adverteren op Persinfo?