Op het dak van de oude watertoren van Lembeek heeft Urbanus zijn autobiografie voorgesteld. Urbanus zette zich in de rustige corona-tijd aan het werk. “Ik deed het omdat ik veel tijd had en ook omdat ik onlangs 73 werd en het nu nog kan onthouden.” Het boek komt uit in oktober maar kan nu al besteld worden.
Video onderaan
Urbanus zette er een jaar op om zijn autobiografie, die een 500 bladzijden dik wordt, te maken. Eerst heb ik duizenden persknipsel doorgeworsteld. Ik vroeg toelating om foto’s te mogen gebruiken en als ik de fotograaf niet kende, tekende ik de foto gewoon over. Er staan dus ook heel wat prentjes in het boek dat 37 hoofdstukken zal tellen. De grafische vormgeving werd verzorgd door dochter Liesa en zijn echtgenote Nadine las de teksten na. Het is dus helemaal familiewerk.
Deze a-typische biografie begint bij de geboorte van Urbain Servranckx en eindigt ‘eergisteren’. “Ik heb een associatief geheugen, als ik vertel over het ‘Bakje vol met Stro’, dan betrek ik het Oude Testament er bij. Het boek zit vol met anekdotes. En als ik het als een grap kan vertellen, zal ik het doen. Ik maak er een soort live-optreden van, zoals ik het in een zaal zou brengen”, legt Urbanus uit.
“Het is echt geen roman, wel een boek waarvan je elke dag op het toilet een stuk van kan lezen. Humor kan de grootste miserie relativeren”, gaat Urbanus verder. “Iemand vroeg mij eens hoe je een komiek kan worden. “Ge moet gewoon met die kronkel geboren zijn. Ik hoorde wel veel thuis, van mijn nonkel en van de pastoor.”
3 dagen in kraambed
Het verhaal begint bij Urbains geboorte. “Mijn geboorte heeft drie dagen aangesleept. Mijne pa is van miserie naar het café van nonkel Maurice gelopen. Mijn nonkel is uiteindelijk toch gaan kijken en hij zag de geboorte. Hij vertelde achteraf dat er geen kleine maar een kilo stoofvlees was uitgekomen.” Humor kwam er zelfs al bij Urbains geboorte te pas.
Sale Flamin
Urbanus heeft het ook zeer uitgebreid over zijn legerdienst. Door de bakkersstiel kon hij zich wellicht gemakkelijk laten afkeuren voor astma. “Velen zouden een doktersattest vragen om afgekeurd te worden, maar ik niet. In het Klein Kasteeltje vroegen ze zelfs of ik geen longproblemen had. Ik vertelde dat ik zeer lang onder water kon zwemmen. Die dokters waren te veel gefocust op komedianten die wilden afgekeurd worden en ik werd goedgekeurd. Toen ik dat thuis vertelde zegde onze pa dat er zeker zeer veel soldaten te weinig moeten geweest zijn en dat het wellicht was omdat de Russen aan de deur stonden.”
Na zijn opleiding belandde Urbain in de keuken van de kazerne in Aarlen, want hij had gevraagd om in België te mogen blijven. “Daar werd een Vlaming gediscrimineerd. Een boefer noemde mij een Sale Flamin. Ik durfde daar wel wat kattekwaad uit te halen en belande regelmatig in het cachot. Ik kreeg eens het bevel om soep te maken. Ik haalde alle groenten uit de kelder en gooide die in een kookpot en begon alles te mixen met een grote mixer. Toen een boefer kwam kijken, viel zijne baret (muts) in de soep. Ik heb die er maar mee in gedraaid.”
Na 6 maanden van voortdurende discriminatie en pesterijen stuurde een arts Urbain om gezondheidsredenen naar huis. “Plots stonden er twee gendarmen aan de deur die mijn ouders kwamen melden dat ik in het ziekenhuis lag, maar ik was al twee dagen thuis. Even later stopte er een jeep met twee MP’s voor deur omdat ze dachten dat ik gedeserteerd was. In het ziekenhuis werd ik door twee soldaten bewaakt. Uiteindelijk mocht ik toch definitief naar huis. Maar laat het duidelijk zijn, ik heb niets tegen Franstaligen want ik heb er ook een aantal in mijn familie maar ze hadden ginder wel iets tegen mij.”
Info
Het boek ‘En van waar dit allemaal komt’ kost 35 € en kan al besteld worden via www.urbanuswebshop.be . Het boek wordt dan in oktober geleverd.