Anderlecht is ook een beetje Pajottenland

Albrecht de Schrijver, realisator van het openlucht-Bruegelmuseum te Dilbeek, is er van overtuigd dat Neerpede eigenlijk een deeltje van het Pajottenland is. Hij legt zijn overtuiging uit aan de hand van Bruegel's bekende "ZOMER".

In 1568 tekende Pieter Bruegel de Oude het werk op het land in de “Zomer”. Op het veld was het dan één drukte. Zoals meestal in zijn landschappen, toont Bruegel tot in de hoeken kleine tafereeltjes; hier van boeren naarstig aan de slag, of eventjes rustend.

 

Bruegel tekende dit landschap toen hij al jaren in Brussel woonde en dus de streek er rond  zeer goed moet hebben gekend. Buiten de stad was het toen erg landelijk. Een golvend landschap zoals in  dit tafereel vond hij vooral  in het zuidwesten, naar het Pajottenland toe. We zien een combinatie van 3 elementen; de velden tot aan de einder,het golvende landschapén (vooral) de eigenaardige kerktoren. Deze combinatie verwijst (bijna zeker) naar “Neerpede”, een wijk van Anderlecht; een wijk waar tot ca 1950 hoofdzakelijk aan land- en tuinbouw werd gedaan. Al is /was het landschap van Neerpede  niet zo sterk golvend zoals Bruegel het afbeelde. Dat was dan één van zijn fantasietjes. Zijn fantasie laat hij wel meer de vrije loop : dat sterk golvend landschap biedt de kunstenaar de mogelijkheid voor meer perspectief.

Boven rechts op de tekening priemt een kerktoren boven het landschap uit. Een kerktoren die toch wel wat bijzonder is voor drie redenen. Naast de kerktoren is een klein rond torentje, dat waarschijnlijk een trap heeft naar het oksaal en het orgel. Aan elke zijde is er een dubbele rij goed gescheiden galmgaten, met elk 3 klankborden. Ook staat er op de tekening een torenspits die (ongewoon) klein is en een smallere basis heeft dan het torendak.

Al deze kenmerken zijn precies de kenmerken van de toren van de Collegiale kerk van Sint-Pieter en Sint-Guido van Anderlecht. zoals die er in de tijd van Bruegel heeft uitgezien en tot lang nadien. 

In 1612 tekende Cantagallina de kerk van Anderlecht.

Dit detail van de toren toont hoe alle kenmerken wel sprekend identiek zijn.

Een gravure van Van Well (ca 1700) toont duidelijk hoe het landschap rondom de kerk zo landelijk was zoals Bruegel het zag.

 

Een rond hoektorentje is er vandaag nog steeds ondanks de ingrijpende verbouwingswerken in de loop der tijden. De toren werd gebouwd vóór 1545;  de hoge en zware stenen spits in neogothische stijl kwam er op het einde van de 19de eeuw. Ook de dubbele rij galmgaten met de klankborden zijn bewaard gebleven.

Ook de datering van de tekening (1568) verwijst zeer waarschijnlijk naar Neerpede . In 1569 werd Bruegel zwaar ziek en overleed hij. Ongetwijfeld was hij in 1568 al minder sterk en beperkte hij zijn wandelingen tot de naaste omgeving ; Neerpede lag op loopafstand van zijn woning.

“Historisch” behoort Anderlecht tot het zogenaamde “Pajottenland”. Tenminste volgens de fantasie van F.J. De Gronckel die rond 1850 de benaming “Pajottenland” heeft bedacht voor de streek ten zuidwesten van de hoofdstad. Hij heeft  ook nog een kaart van zijn imaginaire streek opgesteld met Anderlecht bovenaan. Ook omdat “taalkundig” Anderlecht toen wel (nog) tot die streek behoorde.

En er is nog meer merkwaardigs omtrent die toren.

Haast identiek dezelfde kenmerken heeft Pieter Bruegel de Jonge overgenomen voor de toren die voorkomt op een schilderij “moord op de onnozele kinderen”.

Dit schilderij werd in maart 2012 gerestaureerd en bestudeerd door het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium (K.I.K., Brussel).

Die kerk is natuurlijk niet de kerk van Anderlecht. Maar het kan wél de toren ervan zijn. Zoals Pieter de Jonge die vond in de vele schetsen die zijn vader had achter gelaten.

(Ingezonden foto's)


Nieuws melden Adverteren op Persinfo?