Agenten buiten vervolging gesteld voor vermeend racistisch geweld

ANDERLECHT - Negen inspecteurs van de Brusselse politie Zuid zijn door de Kamer van Inbeschuldigingstelling (KI) buiten vervolging gesteld voor racistisch geweld. Het parket wilde twee van hen voor de rechter slepen en de advocaten van de slachtoffers wilden dat nog zeven andere politiemensen zich ook zouden verantwoorden voor de correctionele rechtbank.

De vermeende feiten dateren van 28 augustus 2009 in Elsene. De politie pakte toen twee broers op voor ordeverstoring. Hulpdiensten waren een vrouw op straat aan het reanimeren en de twee broers hadden naar eigen zeggen enkel gevraagd om de naakte vrouw te bedekken. Volgens de politie deden ze dit op een bijzonder agressieve manier, waarna er kleine relletjes ontstonden.

Een van de opgepakte mannen zou vervolgens bij zijn arrestatie geslagen zijn geweest, met een gebroken neus tot gevolg. De politie-inspecteurs werden er ook van beticht racistische beledigingen naar het hoofd van de broers te hebben geslingerd. Het Brussels parket wilde twee politiemannen voor de rechter dagen, maar de raadkamer ging hier niet op in bij gebrek aan bewijs. De slachtoffers, die zich burgerlijke partij hadden gesteld, gingen tegen die beslissing in beroep. Ze wilden dat zeven andere politie-inspecteurs ook voor de rechter zouden verschijnen in de zaak. De KI boog zich over de zaak, maar bevestigde de beslissing van de raadkamer en stelde de betrokken agenten buiten vervolging. Hun advocaat reageert tevreden op het arrest. “De lijdensweg van mijn cliënten heeft jaren aangesleept”, zegt meester Marijn Van Nooten. “We mogen niet vergeten dat die mensen dagelijks hun leven wagen in gevaarlijke buurten.”
 


Nieuws melden Adverteren op Persinfo?