ZELLIK / LENNIK / ANTWERPEN - De kogel is door de kerk: Volley Asse-Lennik zal zijn Champions League-wedstrijden dit seizoen afwerken in de Antwerpse Arenahal, thuishaven van Topvolley Callant Antwerpen. Beide teams kwamen hierover tot een overeenkomst waardoor de volleyballiefhebber alvast tweemaal een Europse toptweedaagse aangeboden krijgt. Of ook de derde thuismatch van Asse-Lennik daags voordien wordt voorafgegaan door een Europees duel van Topvolley Callant Antwerpen, hangt af van de resultaten van de troepen van coach Dardenne.
“We zijn uitermate opgetogen over de samenwerking die we konden afsluiten met Topvolley Callant Antwerpen”, opent Pascal Debels, manager van Volley Asse-Lennik. “Zoals iedereen weet, voldeed onze zaal niet aan de Champions League-voorwaarden waardoor we naar een oplossing dienden te zoeken. Velen toonden zich geïnteresseerd, maar als het er echt op aankwam, krabbelden de meesten terug. Niet zo echter bij Topvolley Callant Antwerpen, dat vlug en correct reageerde waardoor we al snel tot een overeenkomst kwamen. We spelen onze drie Champions League-matchen dus telkens op donderdag in de Arenahal in Deurne.”
“Ook wij vinden dit een prima oplossing”, vult Antwerp-manager Tim Verreth aan. “Wij spelen de woensdag ervoor ook minstens tweemaal Europees thuis, voor de derde match is het nog even uitkijken of we ons al dan niet kwalificeren voor die fase. Logistiek gezien kunnen zij een beroep doen op onze know-how die wij het voorbije seizoen opdeden in de Champions League, ook voor de rest staan wij ter beschikking van onze Brabantse collega’s. Beide teams zullen hun matchen dan ook op een zogenaamde Gerflor-ondergrond afwerken hoewel dat voor de CEV Cup niet verplicht is. We kijken er naar uit om er telkens een Europese toptweedaagse van te maken waar zowel de Antwerpse, Brabantse als neutrale volleyballiefhebber van kan profiteren.”
Ook Willy Bruninx, voorzitter van de Koninklijke Belgische Volleybalbond, steunt dit project voor de volle 100%. “Ik ben enorm blij en trots dat twee clubs van dit niveau elkaar een handje helpen. Op die manier laten wij Europa zien dat België een voortrekkersrol durft nemen en over de clubgrenzen heen durft te denken.”