Volgens Walter Evenepoel mogen Pajotten meer aandacht hebben voor korte keten

Dit weekend brengen we opnieuw twee verhalen in onze reeks rond toerisme, recreatie, vrije tijd en streekidentiteit in het Pajottenland, de Zennevallei en de Denderstreek. Morgen komt de eerste ondernemer uit de toeristische en recreatieve sector aan bod. Vandaag is Walter Evenepoel uit Pamel onze praatgast.

Als kleine gast was Walter Evenepoel al begaan met het erfgoed en de streekidentiteit. Uiteraard begon het met interesse in zijn geboortedorp Pamel. Ook zingen was van jongs af een passie. En dat leidde al snel tot kruisbestuiving. Momenteel is Walter nog steeds de stuwende kracht van de volksmuziekgroep Arjaun en de grote bezieler van Rausa, de heemkundewerking in Roosdaal. Noem hem gerust de belangrijkste muzikale ambassadeur van het Pajottenland. We worden ondergedompeld in de Pajotse volkscultuur, streekidentiteit en korte keten.

Dag Walter, vroeger kwamen we je zeker eens per maand tegen. Tijd dat corona achter de rug is?

“Daar zeg je iets. Het wordt stilaan tijd om een aantal rode draden weer op te pikken. Dat we weer wat meer buiten kunnen komen en mekaar weer meer kunnen zien.”

We kennen je als bezige bij rond erfgoed, muziek en volkse streekcultuur. Blijft dat boeien?

“Je noemt daar een aantal punten, maar mijn interesses gaan verder en stoppen ook niet aan de grens van het Pajottenland. Die Pajotse grens kan je ten andere niet trekken. De Gronckel had daar 150 jaar geleden een andere visie op dan wat nu wordt afgebakend als streekgrens. Je zit nu met vastgelegde provinciegrenzen en met het Brussels Gewest. Of het blijft boeien? In heel het Pajottenland leer ik nog mensen kennen die met erfgoed en lokale cultuur bezig zijn. Een volmondige ja.”

Walter Evenepoel:

“Het Pajottenland is een archipel van mooie plekjes die over verschillende gemeenten verspreid liggen als eilandjes in een oceaan van verstedelijking.”

Rode draden. Die interesses gaan dus al jaren mee.

“Ja, dat kan je wel zeggen. (lacht) Ik denk dat er in onze familie een gen wordt doorgegeven dat die interesses opwekt. Toen ik als kleine jongen misdienaar was, kregen we een beloning na de misviering. De meesten kochten daar snoep mee. Ik kocht oude prentkaarten van Pamel. Als er mensen op de foto stonden, trok ik naar mijn peter met de vraag om wie het ging. Ik had ook nog een oom die geschiedenisles gaf en hij vertelde ook schitterende verhalen over Pamel. Toen ik 16 was, leerde ik Gerard Van Herreweghen kennen, toen dé erfgoeddeskundige van Pamel en van de regio. Door hem ben ik ook begonnen met zelf verhalen te schrijven. En voeg daar nog aan toe dat ik op jonge leeftijd ook met muziek begon. Ik ben dan van het ene in het andere gerold en zo zit het Pajottenland volop in de liedjes van Arjaun.”

Wat is het Pajottenland volgens jou?

“Wat is het Pajottenland wel? Of wat is het niet? Alleszins… is het een archipel van mooie plekjes die over verschillende gemeenten verspreid liggen als eilandjes in een oceaan van verstedelijking. Roosdaal, en dan vooral van Pamel over Leberg naar Kattem, is verstedelijkt. Maar ga eens naar de bunkers of naar de grot van Poelk en je komt in het echte Pajottenlandschap. Het dorpsplein van Gooik heeft ook veel van zijn authenticiteit verloren, maar 100m verder kom je weer in het echte Pajottenland. Zelfs dorpen als Vlezenbeek hebben nog voldoende Pajots platteland. Dat moeten we trachten te behouden. Het is het totaalplaatje wat deze regio uniek maakt. Het landschap en wat de mensen in en met dat landschap aanvangen. Onze ‘bergen’ zijn Pajots en behoren tot de Vlaamse heuvels die vanuit de Westhoek over de Vlaamse Ardennen doorlopen tot in het Hageland.”

Lees verder onder de foto van Arjaun. (foto Jan De Mont)

Hebben behalve het landschap ook cultuurpatronen hun stempel gedrukt?

“Uiteraard. Als je ziet hoe overleveringen een stempel hebben achtergelaten op het huidige Pajottenland. Zo is er een groot verschil tussen ons platteland en steden als Halle en Ninove. De steden aan de rand bloeiden op een heel andere manier open. Aalst is nog een beter voorbeeld. Onze landelijke dorpen zaten veel langer onder katholieke invloed, waar de pastoors hun schaapjes braaf hielden. Zo komt het dat een echte Pajot geen ‘carnavalist’ kan zijn. In Gooik probeerde een inwijkeling ook carnaval op te zetten, maar dat zit niet in onze volkscultuur. Dat past niet bij het karakter van de Pajot.”

Je hebt ook een grote voorliefde voor cultuur uit eigen regio.

“Ja. Dat mag volkse cultuur zijn. Belangrijk is ook om mensen bij mekaar te brengen. Zoals in Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek waar dorpsbewoners de kermis nieuw leven inblazen. Met het Koetshuis heeft Roosdaal een schitterende locatie die voor de gemeente een metamorfose teweeg heeft gebracht. Als je merkt hoe Roosdaalnaars er gebruik van maken. Er wordt meer cultuur gecreëerd door de inwoners en ook door de plaatselijke verenigingen. Het Pajottenland kan meer van dergelijke locaties gebruiken. Er wordt gesproken om de kerk van Strijland meer te benutten voor cultuur, dat zal voor Gooikenaars ook extra kansen opleveren.”  

Walter Evenepoel:

“Onze lokale beleidsvoerders herstellen best kapellen en kerken en moeten voor de betonstop zorgen, ook dat is streekidentiteit.”

Hebben dat landschap en de volkse cultuur bijgedragen tot een Pajots gevoel bij de inwoners?

“Zo denk ik toch en dat gevoel bestaat echt, wees maar zeker. Als we vanuit Pamel de Denderbrug overstappen naar Okegem, dan kom je in een andere mentaliteit terecht. Dorpen zoals Meerbeke, Neigem, zelfs Denderwindeke, die sluiten qua volksaard veel meer aan bij het Pajottenland. Door de oprukkende grootstad krijg je wel andere invloeden. Brussel biedt zeker ook een meerwaarde en kansen, maar mag niet over ons heen lopen. En ze moeten onze taal respecteren.” 

Moeten we dat unieke Pajottenland meer naar de buitenwereld brengen?

“Het Pajottenland heeft zeker zijn rechten. Er wordt vanuit bepaalde hoeken al jaren geprobeerd om die naam aan de kant te schuiven. Ik hoor nu ook regelmatig dat mensen ontgoocheld zijn dat de Erfgoedcel Pajottenland-Zennevallei onder de naam Zender werkt. Nochtans levert die organisatie fantastisch werk. Het Pajottenland heeft een goeie naam in Vlaanderen en de naam is heel bekend. Het is een karaktervol begrip met fundamenten zoals de geuze en de kriek, de trekpaarden en de schitterende natuur. Laat ons daar op verder bouwen zonder dat het Bokrijk wordt. Sommigen zeggen dat je fier moet zijn op het Pajottenland. Ik leg de bal liever in het kamp van degenen die onze streek minimaliseren. We moeten niet beschaamd zijn op het Pajottenland. Onze regio moet niet onderdoen voor heel veel andere gebieden. Ik vergelijk dat met de verfoeilijke gewoonte om alles met een Engelstalige naam te benoemen. We hebben zo’n mooie woordenschat in Vlaanderen”

Hoe belangrijk is het om onze troeven te verkondigen?

“Och, wat mij betreft mag dat bekend maken van de regio doelgericht worden aangepakt. Bij te veel promotie vrees ik voor een overdaad van onverantwoorde bezoekers. Kijk naar Gaasbeek op mooie zomerdagen. Er wordt niet altijd respectvol omgegaan met de omgeving. Ik zou dan liever wat meer cultuurtoerisme zien, volkscultuur hoort hier thuis. De volkscafés en andere horeca met de lambiekbieren laten de bezoeker het echte streekgevoel kennen. Onze lokale beleidsvoerders herstellen best kapellen en kerken en moeten voor de betonstop zorgen, ook dat is streekidentiteit. En vernieuwbouw om het cachet in de dorpen te behouden. Het huis van de voormalige koster naast de kerk in Pamel is een mooi voorbeeld. De voorgevel blijft staan en krijgt er een nieuwbouw achter. Dat wordt een restaurant. Mooi toch?”

Lees verder onder de foto van een Plezant Staminee uit 2012..

Je bent een liefhebber van Pajotse producten. Moet daar meer mee gebeuren?     

“Ik heb ongelooflijk veel respect voor de producenten uit het Pajottenland en de Zennevallei. Vele van deze ondernemers leggen hun hart en ziel in hun producten. Iedereen denkt dan dadelijk aan lambiekbrouwers en geuzestekers, heel terecht. Dat zijn deskundige vakmensen met idealisme. Gelukkig vinden we hun bieren steeds meer op de drankenkaart in onze horeca. Dat is een goede evolutie. Maar ze zijn niet alleen. Als ik denk aan Willy van de Beverse Kaashoeve, een klasbak. En ik kan er nog een reeks opsommen. Logisch dat velen onder hen als streekambassadeur worden bestempeld. De korte keten kent hier vele voorbeelden. Pajots graan gaat naar de geuzebrouwer of naar de Heetveldemolen en de bloem komt dan bij de plaatselijke bakker terecht. Het zou mooi zijn indien nog veel meer Pajotten bij de eigen producenten hun kaas, fruitsap, bier, confituur, wijn en groenten gaan kopen.       

Wat is het favoriete plekje van Walter Evenepoel in eigen streek?

“Het typische Pajotse volkscafé zoals Den Haas of De Verzekering tegen de Grote Dorst, dat mag altijd. En het  landschap? Als ik vanuit Pamel door Berchembos fiets, dan wordt je  boven een prachtig uitzicht over de Dendervallei aangeboden. Maar als landschap noem ik zeker het vergezicht vanuit het bos op de Leberg. Volgens Karel Van de Woestijne, die 100 jaar geleden in Pamel verbleef, werd het middentafereel van het Lam Gods van op deze plek geschilderd. De toenmalige heer van Pamel, Joos Vijd, was namelijk de man die het Lam Gods heeft besteld bij de gebroeders Van Eyck.”

Heb je Pajotse producten in huis?

“Lambiekbieren ontbreken niet in onze kelder (met een brede lach). Zoals ik al aanhaalde, zijn het fantastische dranken. Mijn vrouw bakt zelf brood en de bloem komt van de Pedemolen of de Heetveldemolen. We halen groenten bij de lokale kwekers of op de boerenmarkt en het fruit komt uit Bever. We bekijken dat ook als een uitstap, want dan maken we daar een wandeling.”

Wat wil je dit jaar beleven of doen in eigen streek?

“Twee Roosdaalse dames kwamen tot bij mij met het idee om iets te doen rond de Tweede Wereldoorlog. Op 18 juni gaan we Pamel onderdompelen in de jaren van de bezetting. En daar ben ik dus nog enkele maanden zoet mee.”

We wensen je veel succes Walter. Tot 18 juni in Pamel.    

 Lees meer over 'Toerisme en vrije tijd' op persinfo.org

 

Nieuws melden Adverteren op Persinfo?