TOLLEMBEEK / HALLE – De politierechtbank heeft vandaag het ongeval behandeld dat op 19 maart 2011 op de Ninoofsesteenweg het leven kostte aan een Amerikaanse motorrijder. De militair was tegen de achteras gebotst van een aanhangwagen van een landbouwtractor, die net de weg overstak. De verdediging van de tractorbestuurder roept overmacht in omdat de militair veel te snel zou gereden hebben.
Het ongeval gebeurde kort voor de middag. Bart D.P. (19) kwam met een tractor met aanhangwagen uit een veldweg en wilde de Hollestraat aan de overzijde van de Ninoofsesteenweg inrijden. Op dat ogenblik kwamen twee motorrijders aangereden. Een van hen botste tegen de achteras van de aanhangwagen en overleed ter plaatse. De andere motorrijder, een Pool, werd slechts licht gewond.
Het parket gaat voort op de eerste verklaring van de jonge bestuurder van de tractor, die zegt dat hij de motorrijders zag komen aanrijden. “We vervolgen hem op basis van zijn eigen verklaring”, zegde substituut Jan Steppe. De aanklager vroeg echter geen specifieke straf en riep geen verzwarende omstandigheden in. Hij liet het oordeel over aan de politierechter.
De verdediging van Bart D.P. zegt dat de tractorbestuurder eerst enkele wagens liet voorbijrijden en dat bij pas aanzette toen de weg vrij was. Dat verklaarde ook de man die naast hem in de cabine zat. Een getuige, die het ongeval niet zag gebeuren, verklaarde dat de motorrijders nog optrokken toen de tractor de Hollestraat in reed. De verdediging stelt daarom dat de motorrijders zich nog op een helling bevonden toen de tractor de weg op reed. De motars moeten zeer snel gereden hebben.
Twee deskundigen, aangesteld door de verdediging, baseren zich op de achtergebleven remsporen en gebruikten een wiskundig programma om te besluiten dat de motorrijders minstens 150 km/u. moeten gereden hebben. De tweewielers zijn blijkbaar superbikes die in 20 seconden tijd van 0 naar 100 km/u. kunnen optrekken. Ze legden de afstand van 240 meter tussen de kop van de helling en de plaats van het ongeval op in 6,4 seconden. De motars hadden bovendien een totaal onbelemmerd uitzicht op een rechte weg.
De verdediging is van oordeel dat de tractorbestuur zich, door de hoge snelheid van de motoren, in een situatie van overmacht bevond. “Hadden de motorrijders zich aan de 70 km/u. gehouden, dan konden ze hun voertuig perfect in de hand houden”. De verdediging baseert zich op arresten van het hof van cassatie om overmacht in te roepen door de hoge snelheid van de motorrijder. De verdediging betreurt dat het parket zelf geen expert heeft aangesteld. De motorrijders hadden blijkbaar een afspraak met een motorherstellers, wat vragen doet oproepen over de toestand van de moto’s. Het toeval wil ook dat de omgekomen motard de dag nadien naar Afganistan zou vertrekken
De advocate van de tweede motorrijder betwist het verslag omdat de experten zich, volgens haar, op onduidelijke parameters baseren. De bestuurder van de tractor zou volgens haar door een beperkte ervaring, de snelheid verkeerd hebben ingeschat. Dat wordt door de verdediging betwist omdat Bart D.P. al van zijn vijftiende met tractoren rijdt en dat hij op zijn zestiende zijn rijbewijs haalde.
De politierechter spreekt zich binnen een maand uit.