Vijf tips om vogellevens te redden

We hebben er dan toch nog eentje te stekken, zo’n stevige witte winterprik. Al had hij beter een weekje vroeger gekomen, tijdens Het Grote Vogelweekend, want nu zijn de aantallen vogels in tuinen hoger. Massa’s vogels schuiven nu vanuit Nederland (of noordelijker) naar onze streken op. In het zuiden van Vlaanderen is er nauwelijks sprake van extreem weer, dus ver moeten ze niet. Een winterprik als deze is kort, maar voert niettemin een ware natuurlijke selectie uit: de minder sterke dieren leggen dan het loodje. Bedenk je, dat kleine wezentjes als winterkoninkjes, mezen en vinken, de hele nacht non-stop in de vrieskou zitten. Ik wil niet wisselen. Gelukkig kunnen vogels vliegen en velen onder hen beslissen om warmere streken op te zoeken.

En dat was te merken, op zaterdag al schoven er grote aantallen kieviten, veldleeuweriken, kramsvogels en graspiepers ietwat zuidwaarts. Soms betekent dat een tocht van een kleine 1000 km, maar nu niet, alleen het noorden van Vlaanderen valt nog net binnen die winterzone. Voor vogels is zo’n kleine bijsturing niet ongewoon. Het is geen dodelijke maar wel een belangrijke beslissing: het kan hun leven sparen. Voor sommige soorten is er bij aanhoudend vriesweer namelijk geen sprake meer van eten vinden: zo kunnen de hier overwinterende watersnippen, en dat zijn er wel wat, niet langer met hun snavel door het slik priemen, waar ze hun noodzakelijke kostje moeten vinden.

De natuur is bikkelhard

Maar niet alle soorten zijn in staat om zich zo snel aan te passen en zullen dat pas doen wanneer de nood het hoogst is, en dat is soms net te laat. In periodes als deze verminderen de aantallen van onze ijsvogeltjes, sterven winterkoninkjes door de nachtelijke vrieskou en gebrek aan voldoende voedsel, verliezen we terug een deel van de Cetti’s zangers die zo zijn toegenomen net dankzij een lange reeks zachte winters, en vriezen watervogels vast in of op het ijs. De natuur is bikkelhard.

Net voor enkele vogels uit die laatste categorie kunnen wij, natuurliefhebbers, het verschil tussen leven en dood bepalen. En dat door - voor ons – slechts enkele kleine maatregelen te nemen. We geven vijf levensnoodzakelijke vogeltips:

Lees verder onder deze foto

Vogels voederen

Blijf de vogels voederen. Nu het de hele dag door vriest kan je gerust wat guller zijn; het vogelvoer blijft langer goed. Biedt verschillende types aan: vetbollen, fruit, nootjes, pindakaas (voor vogels!), zaden en granen, … Van alles wat. Leg het voedsel goed verspreid over de tuin, zodat niet één maar vier merels tegelijk hun gading vinden. Hang enkele pindasnoeren middenin een struik zodat ze niet allemaal geplunderd worden door één bende halsbandparkieten. Plaats over enkele plekjes een raster waar alleen kleine vogels door kunnen, zo komen ze allemaal aan hun trekken. Vogels eten vaak sneeuw om te drinken maar proper water is geen overbodige luxe, voeg echter niets toe. Vervang het water liever regelmatig zodat het niet dichtvriest.

Scharrelplekjes

Door een humusplekje onder een overhangende struik over enkele vierkante meter sneeuwvrij te maken, biedt je soorten als lijsters de kans om tussen de bladeren naar voedsel te scharrelen. Ook de zeldzamere houtsnip kan hier dankbaar gebruik van maken.

IJsvogelhoekjes

Heb je een vijvertje in de tuin of in je omgeving, dan kan jij onze ijsvogeltjes redden. Door een klein hoekje dagelijks ijsvrij te maken, kunnen ijsvogels nog bij de kleinste visjes. Zorg dat ze boven dat open hoekje een uitkijkpost hebben: enkele rietstengels, een overhangende tak. Die kan je uiteraard ook kunstmatig voorzien.  Reigers maken ook wel eens gebruik van zo’n open hoekje, maar schakelen in vriesperiodes veeleer over op mollen en muizen.

De kat

Laat de kat op haar manier genieten van de winterprik: dat doet ze nog het liefst van al binnen, naast de verwarming. Laat hen pas in de tuin op het moment dat er minder vogels zitten. Vogels sparen elke inspanning om te overleven, dus zorg dat zij ongestoord kunnen eten.

De hond

Niets zo leuk als met de hond op wandel te gaan in een witgeschilderd landschap. Bedenk echter dat vogels en andere dieren nu bijzonder kwetsbaar zijn. Watervogels zijn vaak minder in staat om snel weg te vliegen wanneer er ijs op hun verenkleed hangt. Houd je hond dus ten allen tijde aan de leiband. Het is niet alleen verplicht, je spaart er bijzonder veel levens mee uit. Zowat alle wilde dieren beschouwen de hond (en dat geldt voor alle rassen) als een gevaarlijk roofdier. Zo zal je de natuur waarvan je wil genieten, veel minder verstoren.

Talrijke en lange natuurwandelingen verhogen sowieso de kans dat je verzwakte dieren zal tegenkomen. Ook daar kan je jezelf beter op voorbereiden, door bijvoorbeeld altijd een lege kartonnen doos in je wagen te voorzien. Zo ben je steeds in staat om dat leven te redden.

Tref je vogels in nood aan, of verzwakte dieren, neem dan contact op met het dichtstbijzijnde vogelopvangcentrum. Of beter nog: lever het beestje daar zelf eventjes af. In dagen als deze heerst er immers een grote drukte in deze vogelziekenhuizen.

Tekst: Gerald Driessens (Natuurpunt Studie) - Fotos: Anneke Wauters


Nieuws melden Adverteren op Persinfo?