Veel gelukwensen voor 100-jarige pater

DILBEEK - Het gemeentebestuur van Dilbeek vierde de honderdste verjaardag van broeder Omer Uyttendaele. Schepen van Burgerzaken Rita De dobbeleer wenste hem in naam van alle gemeenteraadsleden een gelukkige verjaardag.

Een mooie geschiedenis

Omer zag op 26 april 1913 het levenslicht in Ten Ede, een gehucht van Wetteren. De vader van Omer was hoefsmid en het gezin Uytttendaele vormde een gelukkig gezin tot de oorlog uitbrak. Op 24 december 1916 werd vader Uyttendaele opgenomen door de Duitsers terwijl zijn vrouw hoogzwanger was. Omers moeder beviel zes weken later van zijn broer, die ook op de viering aanwezig was.

Schepen Dedobbeleer: “Maar helaas, je vader kwam nooit meer terug en je moeder had heel veel verdriet. Als kleine jongen van een jaar of zeven moest je soms ook de gazetten uitdragen als moeder het niet kon omwille van ziekte (dat deed zij normaal om iets bij te verdienen voor haar gezin). Ze werd zieker en zieker en in 1925 overleed ze en werden jullie wezen. Je was toen 12 jaar. De pastoor van het dorp had wel aan moeder beloofd voor haar kinderen te zorgen en dus zo gezegd zo gedaan jullie werden onmiddellijk opgevangen door een aangetrouwde groottante. Je zus ging naar het pensionaat. Zij overleed op 18-jarige leeftijd’’.

Omer en zijn broer gingen na een tijdje naar een weeshuis bij de Broeders Scheppers, een instituut dat nog steeds in Wetteren gevestigd is. Met zijn Plechtige Communie had Omer al te kennen gegeven dat hij later priester wou worden en inderdaad na enige tijd ging hij naar Sint-Denijs-Westrem bij de paters van Don Bosco. In 1931 kwam Omer naar Groot-Bijgaarden in het noviciaat. Hij was toen ongeveer 18 jaar. De eeuwige professie vond plaats in Oud-Heverlee in 1938.

De volgende jaren verbleef hij voor zijn studies achtereenvolgens in Farnière, (filosofie), Doornik (lerarenopleiding) en Oud-Heverlee (theologie). Op 5 januari 1941, nu 72 jaar geleden, werd hij tot priester gewijd in Oud-Heverlee. Nadien verbleef Omer nog op verschillende plaatsen van 1941-1945 in Kortrijk, 2 jaar in Melles (Doornik) en in 1947 stuurde men hem met de boot naar Congo. Tijdens die lange reis werd hij ziek en toen hij daar aankwam stuurde men hem na 1 maand terug naar Europa, want hij moest hier sterven en niet in Congo. Dat was gelukkig niet het geval. Hij werd angesteld als pastoor in Melles bij Doornik. Daar verbleef hij 12 jaar. Nadien ging hij 1 jaar naar St. Pieters-Woluwe, aansluitend naar Groot-Bijgaarden en Jette.

In 1963 kwam je terug naar Groot-Bijgaarden om 14 jaar pastoor te worden in het kerkje van de H. Familie in Zellik tot 1977, toen werd je nog 1 jaar pastoor in Bekkerzeel, waar je touwens overvallen werd en besloot om met pensioen te gaan (op 65 jarige leeftijd) .

Na één jaar besloot Omer zich weer in te zetten als aalmoezenier in Kaprijke, (2jaar), vervolgens in Brakel (7jaar) en 5 jaar in Heikruis om in 1993 weer thuis te komen in Groot-Bijgaarden waar hij aalmoezenier werd en elke dag de mis opdroeg voor de Broeders van de Christelijke scholen. Schepen Dedobbeleer diepte hieromtrent nog een anekdote op. “Toen je novice was 1931-1932 had je tegen de novicemeester gezegd dat je later bij de Broeders aalmoezenier wou worden. Je was toen tijdens het lof zo onder de indruk van het gezang van een honderdtal Broeders en inderdaad opnieuw werd je droom werkelijkheid op 80- jarige leeftijd. Want je bleef dit tot de Broeders in 2008 vertrokken”.


Nieuws melden Adverteren op Persinfo?