BEERSEL - Voor brouwer Armand De Belder dreigde 2009 een rampjaar te worden. Door een falende thermostaat leek het erop dat 49.000 liter geuze en kriek naar de vaantjes waren. Totdat ze op het idee kwamen om er jenever van te maken. ‘Het bedrijf was gered.’
‘Een zeer bewogen jaar’, zo omschrijft de Beerselse brouwer Armand De Belder het jaar 2009. Dat is zeker geen understatement. Want midden mei storte ongeveer zijn hele wereld in. Door een falende thermostaat in een opslagplaats in Halle, was maar liefst 49.000 liter geuze en kriek te fel opgewarmd geraakt. Kortom, niet meer te verkopen. ‘Mijn eerste gedacht was dat mijn bedrijf failliet was. Die drank kon ik niet meer aan de man brengen’, zegt De Belder. ‘Een groot deel van die geuze en kriek waren ook al verkocht, en moesten enkel nog geëxporteerd worden. Naar dat geld kon ik fluiten. Bovendien had ik rekeningen te betalen, en door dat inkomstenverlies dreigde dat niet meer te lukken. Gelukkig heb ik de tijd gekregen om met dat geld over de brug te komen. Mijn schuldeisers waren er gerust in dat ze hun centen wel zouden krijgen.’
En dat is ook gelukt. Een paar maanden voor het drama had De Belder immers lambik laten distilleren tot jenever. Het resultaat mocht er zijn, maar het project werd nog op wacht gezet. Door het voorval in de opslagplaats kwam het plots in een stroomversnelling. De opgewarmde geuze kreeg een nieuwe bestemming. ‘We hebben 32.000 liter geuze kunnen recuperen, en daarvan hebben we al drie vierde laten distilleren tot jenever van topkwaliteit, in totaal iets meer dan 3.000 liter. Meteen hadden we ook een wereldprimeur op zak. De nieuwe drank werd omgedoopt tot Armand’Spirit. En de jenever wordt blijkbaar fel gesmaakt. Eind oktober zijn we met de verkoop begonnen, en inmiddels is er al de helft de deur uit. Met de inkomsten van Armand’Spirit heb ik het inkomstenverlies tot de helft kunnen herleiden. Dat was genoeg om mijn bedrijf te redden. Ik had ook nog zowat 40.000 liter in een andere opslagplaats staan.’De steun die De Belder uit alle mogelijke hoeken heeft gekregen, zal hij nooit vergeten. ‘Er waren enorm veel vrijwilligers om de flessen te ontkurken en leeg te gieten’, zegt De Belder. ‘Er zijn ook heel wat mensen die de Armand’Spirit niet alleen kopen voor zijn smaak, maar ook om de brouwerij ermee te redden. Zonder het voorval had ik vermoedelijk maar een derde verkocht.’
‘Een geluk bij een ongeluk’, vat De Belder de gebeurtenissen van afgelopen jaar samen. ‘Sinds de bewuste dag ga ik wel telkens met een bang hart de opslagplaats binnen. Intussen staat er wel een extra veiligheid op op de thermostaat. En na de feestdagen laat ik een alarmsysteem installeren dat me via gsm verwittigt als de temperatuur te fel stijgt’, vertelt De Belder. ‘Op die manier kan ik iets geruster zijn. Want je tegen zoiets verzekeren, is niet te betalen. Ik heb nog bij enkele advocaten en verzekeraars gevraagd of ik die geleden schade niet ergens zou kunnen terugvorderen. Maar ze zeiden me dat ik geen been had om op te staan.’