Aan het station in Asse komt er een Hoppinpunt. Dat is een punt waar je eenvoudig van de fiets of auto kan overstappen naar het openbaar vervoer.
Werkvennootschap zet, in opdracht van de Vlaamse regering, haar schouders onder grote en complexe mobiliteitsinfrastructuurprojecten. Op een gecoördineerde manier wordt gewerkt aan meer leefbaarheid en vlotter verkeer. Werken aan de Ring is een van die mobiliteitsprojecten. Het omkadert een volledig programma rond de herinrichting van de Ring rond Brussel.
Naast projecten voor de auto, werkt ‘Werken aan de Ring’ ook aan openbaar vervoer, fietssnelwegen en groenverbindingen. Daarnaast wordt de combinatie van vervoersmodi aangemoedigd door de realisatie van Hoppinpunten. Hoppinpunten zijn fysieke plaatsen waar je vlot en eenvoudig kan overschakelen van het ene vervoermiddel naar het andere.
Ook in Asse, aan het station, komt er zo’n Hoppinpunt. Het Hoppinpunt wordt uitgerold op drie zones, waar in totaal plaats is voor maar liefst 400 fietsen. Voor auto’s komen er op de Asphaltcosite 200 parkeerplaatsen, inclusief plaatsen voor personen met een handicap. Er worden ook kwalitatieve fietsenstallingen voorzien. Tussen de Asphaltcosite en perron 2 wordt de oversteekplaats over de rondweg (N9k) voorzien van verlichting.
Meer info
Fietsers kunnen ook terecht in de nieuwe fietsenstallingen aan het Lindenpark. Daar komen ook een aantal individuele fietskluizen. Aan het station is er ruimte voor Kiss&Ride en zullen de fietsers gebruik kunnen maken van een overdekte fietsenstalling, met ook plaatsen voor buitenmaatse fietsen. Heb je een fietspanne? Geen nood, in het fietsherstelpunt van Groep Intro kan je terecht met kleine problemen.
De werken aan het Hoppinpunt Asse Station starten in maart. Vanaf de zomer kan je dan gebruik maken van het nieuwe Hoppinpunt. Bewoners en pendelaars worden van mogelijke hinder op de hoogte gebracht bij aanvang van de werken. De aannemer doet er alles aan om de hinder tot het minimum te beperken.
De Vlaamse overheid wordt voor de realisatie van dit project financieel ondersteund door EFRO, het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling.