De PVDA voerde vrijdagavond actie aan de koeltorens van Engie in Drogenbos. “Terwijl Engie fluitend 9 miljard euro overwinsten boekt, leeft de bevolking in angst omdat ze hun energiefacturen niet kunnen betalen”, reageert woordvoerder Quinten Vanheuverzwyn. “Wij accepteren dat niet en schieten in actie door in heel het land ‘Vrijdag Colèredagen’ te organiseren. De prijzen moeten dalen, Engie moet betalen.”
Een 30-tal leden van de PVDA-afdelingen Asse, Zellik, Dilbeek, Sint-Pieters-Leeuw en Halle hield een symbolische fakkeltocht richting de koeltorens van Engie, gevolgd door verschillende toespraken en getuigenissen.
Het is gespreksonderwerp nummer één: hoe gaan we onze energiefactuur betalen? Zetten we de chauffage aan of niet? “Een gezin betaalt nu al gemiddeld meer dan 500 euro per maand voor zijn gas en elektriciteit. Die situatie is onhoudbaar”, zegt Vanheuveurzwyn. “Wij stellen voor om de prijzen fors te verlagen en te plafonneren op hetzelfde niveau als in Frankrijk. Als het daar kan, is het hier ook mogelijk.”
“Dat willen we betalen door de overwinsten van Engie af te romen”, gaat Vanheuverzwyn verder. “Engie wordt slapend rijk: ze wekken elektriciteit op aan 35 euro per megawattuur en verkopen het aan ons voor 200 tot 300 euro per megawattuur. De regering heeft onder onze druk dan wel een overwinstbelasting ingevoerd, maar die levert amper 1 à 2 miljard euro op. Een slap afkooksel van ons voorstel als je weet dat Engie een overwinst van 9 miljard zal boeken.”
Tot slot vindt de linkse partij dat we de energiesector opnieuw moeten nationaliseren. “Toen de regering in 1999 besloot onze energiesector te liberaliseren, beloofden ze goedkopere energie en een betere dienstverlening. Niets is minder waar gebleken. Het enige resultaat is dat de grote energiebedrijven de kleintjes hebben opgegeten: enkele energiemultinationals domineren nu de volledige Europese markt. Engie heeft hierdoor vandaag meer macht dan alle Belgische energieministers samen. Daar moet een einde aan komen, energie is te essentieel om aan de markt en de multinationals over te laten”, besluit Vanheuverzwyn.