Met een eerste spadesteek is de bouw van domein Rivierenhof officieel van start gegaan. ‘Het domein zal 64 appartementen en 4 kantoren tellen, verdeeld over drie gebouwen. Verder komt er een ondergrondse parking en een groene zone van meer dan één hectare’, weet Rudy Roete van projectontwikkelaar DCB. ‘De prachtige ligging in een groen gebied tussen het kanaal en de Zenne is uniek, en spreekt blijkbaar veel mensen aan. Van de 50 appartementen die als sinds december te koop zijn, is bijna drie vierde al verkocht. Daarom hebben we de overige appartementen nu ook al te koop gesteld. We verwachten dat in oktober of november van volgende jaar de eerste bewoners er hun intrek in zullen nemen. We mikken vooral op de middenklasse. Dit is zeker geen luxueus bouwproject.’ Projectontwikkelaar DCB heeft intussen nog een aanpalende grond aangekocht, en bestudeert wat daar mogelijk is.
Burgemeester Dirk Pieters (CD&V) maakt zich sterk dat het nieuwe woonproject niet voor toenemende verfransing zorgen. ‘Het zijn vooral mensen uit de regio die interesse tonen, en niet zozeer uit Brussel. Met de projectontwikkelaar is er trouwens een akkoord dat er voorrang wordt gegeven aan de Nederlandstaligen die op de wachtlijst staan. Maar dat probleem stelt zich dus niet’, zegt Pieters. ‘Dat er nieuwe woongelegenheden bijkomen, kunnen we alleen maar toejuichen. Vanuit de bevolking krijgen we veel signalen dat het moeilijk is om een koop- of huurwoning te vinden. Elk jaar komen er ook ongeveer 300 inwoners bij in onze stad. Niet dat we koste wat het kost willen groeien, maar het is mooi meegenomen. Dit project moet mee die groei opvangen.’
Over het project zelf is Pieters enthousiast. ‘De ligging is schitterend, zo vlakbij het kanaal. En op minder dan tien minuten wandelen sta je in het stadscentrum. De bewoners hoeven hun wagen niet te gebruiken om naar de bakker of de winkel te gaan. Dat is goed voor de mobiliteit’, vindt Pieters. ‘De woningen gaan ook niet ten koste van de open ruimte. Wij hebben dus geen landbouwgrond moeten herbenomen tot woonzone, en hebben ook geen woonreservegebied moeten aansnijden. Op het terrein was vroeger een asfaltverwerkend bedrijf gevestigd, maar is dan vrij komen te staan. Nu hebben we er dan een woonfunctie van gemaakt. Daarmee zijn we zeker niet aan ons proefstuk toe. Denken we maar aan de vroegere fabrieken van Pacha. Vroeger waren er veel bedrijven gevestigd langs het kanaal en de spoorweg. Maar veel daarvan zijn weggetrokken omdat ze niet konden uitbreiden. Die lege plekken worden een voor een ingevuld.’