PAJOTTENLAND – De burgemeesters van Gooik, Herne en Pepingen trokken vandaag naar de hoofdzetel van De Lijn in Mechelen om hun ongerustheid over het Memonrandum 2014 van directeur-generaal Roger Kesteloot te laten horen.
Kris Poelaert, Michel Doomst en Eddy Timmermans gaven elkaar rendez-vous aan de rotonde van Gooik om daar samen naar de Lijn in Mechelen te rijden. De verklaringen van directeur-generaal Roger Kesteloot hadden hen ongerust gemaakt en dat wilden de burgemeesters duidelijk maken.
“We waren vooral ongerust omdat er minder naar de uithoeken zou gereden worden. De Lijn heeft al eens bespringen door gevoerd waarbij er dan een belbus is ingevoerd. Maar de heer Kesteloot verzekerde ons dat het niet de bedoeling was het aanbod terug te schroeven. Er wordt eerder gekeken hoe met dezelfde middelen efficiënter kan gewerkt worden”, zegt Kris Poelaert.
De burgemeesters spraken af om samen met alle Pajotse besturen de problemen in kaart te brengen. Zo lopen de Ninoofsesteenweg en de Lenniksebaan stilaan helemaal vast. De lokale behoeften zullen later medegedeeld worden aan De Lijn. “Het was een constructief gesprek waarbij de mensen van De Lijn aandachtig naar ons hebben geluisterd”, besluit Poelaert.
Verbinding met Asse
De Gooikse burgemeester Michel Doomst: “Vanuit de streek is de tevredenheid over woon-werk en schoolverkeer uitgesproken, op een aantal mankementen na: de verbinding naar Asse en de examenmomenten voor de studenten. Het grootste probleem is het meest zinvol invullen van de daluren: men heeft het gevoel dat nu teveel bussen met te weinig reizigers een te beperkt gericht traject afleggen”.
De Lijn wil daar, zoals ook de streek, creatievere invulling aan geven: ”De Belbus is een zeer goede aanzet, maar voor wie moeilijk mobiel is, moet meer op maat worden gewerkt: een taxibus of kleinere vervoersmodi moeten beter inspelen op de behoeften”, zegt Doomst. De gemeentebesturen hebben zich ook bereid verklaard om nog meer info te geven aan bewoners over de manier waarop markten, winkels, ziekenhuizen.. in de buurt bereikbaar zijn.”
Door het gesprek werd ook duidelijk geworden dat het vervoersprobleem op regioniveau moet worden aangepakt. ”De weg doorheen de belangrijkste assen is een zaak van alle lokale besturen samen. We moeten inzetten op betere stationsomgevingen en goede aansluitingen op het Gewestelijk Expressnet dat op komst is. Maar vooral de doorstroming blijft de centrale opdracht: de bus of tram moet er sneller zijn dan de auto, anders zal de klant niet ruilen van auto naar openbaar vervoer..”
Het Pajottenland heeft zich bereid verklaard om experimentzone te zijn voor een aantal proefprojecten. “De streek was als proeftuin al duidelijk gekend bij de grote baas, de directeur Vlaams-Brabant en de planningsdienst. De gemeentebesturen hebben alvast een abonnement aangevraagd”, besluit Michel Doomst.