Op 6 juli werd in de Wolsemstraat een politieauto aan de bestuurdersdeur en de linker achtervleugel geraakt door een tegenligger. Amper drie dagen later reed een bestuurder de politie aan tegen de rechter achtervleugel. “De inspecteurs waren op weg naar een interventie”, weet woordvoerder Ellen De Ruyck. “Hun blauw zwaailicht en sirene stonden dus aan.” Ook bij het ongeval van afgelopen zondagnacht, waar een man de politiewagen aanreed toen die bijstand wilde verlenen tijdens een homejacking, was prioritair onderweg. Toen ze onverwacht rechtsomkeer moesten maken, kon een bumperklever niet meer tijdig remmen.
Toch wil de politie de verantwoordelijkheid niet helemaal afschuiven op andere bestuurders. “We spreken ons niet uit over wie bij de ongevallen al dan niet in fout was”, zegt De Ruyck. “Indien daar twijfel over zou zijn, is het aan de rechtbank om de schuld te bepalen. Wat ons betreft, hebben onze medewerkers in geen geval een fout gemaakt. Hun rijgedrag wordt immers gevolgd via fleetloggers, die op geregelde tijdstippen worden uitgelezen. Sommige interventies, zoals de homejacking van zondag, vereisen nu eenmaal het nemen van risico’s.”
Al van bij de aankoop van de Audi Q7 klonk er heel wat kritiek. Sommigen vonden dat de auto’s te duur en te luxueus zijn, maar zowel de burgemeester als de korpschef verdedigden de beslissing om ze aan te kopen. De auto’s zouden comfortabeler en sneller zijn, maar of ze veiliger zijn is nu zeer de vraag.
Gemeenteraadslid Joris Pison vroeg zich dan ook af of het aan de stuurvaardigheid van de inspecteurs ligt en ze wel voldoende opgeleid zijn om met dergelijke zware auto’s te rijden. “We bekijken momenteel of het aangewezen en haalbaar is om bijkomende rijopleidingen in te richten”, laat de woordvoerder weten. Of het aantal ongevallen echt hoger ligt, is mogelijk te vroeg om te zeggen. Sinds 2007 zijn volgens de politie met hun andere wagens, de Audi A6, zestien ongevallen geteld.